Autodiagnose.eu
- Gepubliceerd in Columnisten PRO
- Lees 12535 keer
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
- E-mailadres
Praktijkgeval 8: storingsdiagnose bij een Citroën C4 Cactus 1.6 hdi van bouwjaar 2015
PREVENTIEF VERVANGEN VERDACHTEN ONDERDELEN
In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een storing in een Citroen C4 Cactus 1.6 hdi (motorcode BHY // DV6F) van bouwjaar 2015. De auto heeft als klacht dat de eigenaar meerdere malen een melding op het multifunctionele display heeft gehad met de tekst: "Storing emissieregeling starten niet mogelijk over xxx km." Voordat de auto bij ons is aangeboden is deze al verscheidene malen uitgelezen en gereset waarbij de storing telkens na enkele weken terugkwam.
Bij binnenkomst heeft de auto de storing "P20F6 NOx-systeem lekkage vastgesteld" in het foutgeheugen van de EDC 17C60 motorregeleenheid staan. Dit betreft een storing in het AdBlue (ureum) systeem welke voor een reductie van de NOx-uitstoot zorgt. Op hoofdlijnen beschouwd is dit een mooi voorbeeld van hoe de Euro-6-emissienormen in praktijk uitpakken. Om aan de emissie eisen te voldoen is deze motor uitgerust met een uitlaatgas-nabewerking waar menige fabriek jaloers op zou zijn; een EGR-systeem, een roetfiltersysteem en een AdBlue systeem!
Om het AdBlue systeem te doorgronden raadplegen we de technische documentatie van Citroen. De werking van het systeem is het beste uit te leggen aan de hand van een schematische afbeelding van het systeem (afbeelding 1). "A" zijn de onbewerkte uitlaatgassen afkomstig van de motor. Eventuele onverbrande koolwaterstoffen worden middels de voorkatalysator (8) verbrandt. In de uitlaatgasstroom zonder onverbrande koolwaterstoffen (B) wordt met een ureumverstuiver (6) ureum ingespoten. In de deNOx katalysator inclusief roetfilter (5) wordt NOx in combinatie met ureum en warmte gereduceerd tot stikstof (N2) en water (H2O).
Afbeelding 1
Het systeem voor injectie van ureum in de uitlaatgassen bestaat uit 4 onderdelen; De ureumoplossing wordt opgeslagen in het ureumreservoir (onderdeel 1). In het ureumreservoir is naast een verwarmingselement (ureum bevriest onder de -11 (min elf) graden Celcius) een pomp met de nodige elektonica aangebracht (onderdeel 2, afbeelding 2) die onlosmakelijk met het reservoir verbonden is. Omdat het reservoir (circa 15 liter inhoud) tussen de brandstoftank en de achterbumper geplaatst is, is er voor het transport van achter naar voren nog een verwarmde (tracing) ureumleiding (onderdeel 3) aangebracht. Deze ureumleiding is vervolgens voor bij de uitlaat verbonden met een ureum-verstuiver (onderdeel 4).
Afbeelding 2
Terug naar de storing. Het AdBlue systeem maakt melding van een lekkage. Om te doorgronden wat daar de oorzaak van is sluiten we tussen de koppeling van de verwarmde ureumleiding en de ureumverstuiver een externe elektronische drukmeting aan. Daarnaast voeren we metingen uit aan de voedingsvoorziening en aansturing van de ureumverstuiver.
Afbeelding 3
Allereerst zijn we zijn gestart met het uitvoeren van enkele basiscontroles zoals het meten van de opbrengst van de pomp/injector in een bepaalde tijdsduur en de houddruk van het systeem. Omdat hieruit geen afwijkingen naar voren kwamen is zijn we gaan proefrijden met het aangesloten meetsysteem. In afbeelding 3 staan 4 seconden van zo'n meting. De druk in het systeem is weergegeven als rode lijn (kPa). De voeding van de ureumverstuiver als gele lijn (spannig) en de aansturing van de ureumverstuiver als groene lijn (spanning). Met deze opstelling hebben we in enkele dagen onder verschillende omstandigheden 497 kilometer storingsvrij gereden. Omdat we continue de druk en aansturing gemeten hebben, konden we ook zien of er een "hikje" in de druk van het systeem zat terwijl er geen aansturing van de injector was. Dit bleek niet het geval te zijn. Het systeem funktioneerde perfect en gaf geen krimp.
Omdat de storing zich bij ons gedurende 497 km is uitgebleven en er ook uit de basiscontroles geen zaken naar voren zijn gekomen die een afwijking lieten zien hebben we overleg gehad met de opdrachtgever om vast te stellen welke route voor een eventueel vervolg de voorkeur had;
[route 1] het preventief vervangen van verdachte onderdelen, in dit geval de pomp (deze zou sporadisch namelijk kunnen haperen in zijn drukaansturing (accumulator)) of de ureumverstuiver (deze zou sporadisch open kunnen blijven staan).
[route 2] blijven proefrijden tot de storing zich voordoet.
Uiteindelijk heeft de opdrachtgever besloten om over te gaan op preventieve vervanging van de pomp en de ureumverstuiver op basis van hun functie in relatie tot de storing. Na het vervangen van deze twee onderdelen zijn inmiddels 2 maanden verstreken en heeft de auto inmiddels al bijna 7000 km storingsvrij gereden.