• Hightech denktank en ontwikkelingscentrum gericht op mobiliteit van de toekomst
• Innovatie op zijn sterkst: ideeën worden snel getoetst, ontwikkeld en uitgevoerd
• Educatieve inspiratie: ook ruimte voor schoolkinderen en technische stages

Jaguar Land Rover is bij de universiteit van Warwick gestart met de bouw van het National Automotive Innovation Centre. In dit hightech innovatiecentrum werkt het Jaguar Land Rover Tata Motors European Technical Centre samen met de Warwick Manufacturing Group en de Higher Education Funding Council van de Britse overheid. Met het NAIC is een investering van ruim € 200 miljoen gemoeid. De opening wordt in het voorjaar van 2017 verwacht.

Het NAIC krijgt een oppervlakte van 33.000 m2. De focus ligt op technologie en innovatie en daarbij vervult het een belangrijke educatieve functie. Voor Jaguar fungeert het NAIC als ‘hub’ voor de afdeling Advanced Research. Het NAIC kan een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van nieuwe modellen. Het hele proces van design, visualisatie en prototypebouw is hier mogelijk. Er zijn speciale laboratoria, ruimtes voor virtuele ontwikkeling en het NAIC beschikt over hoogwaardige testapparatuur voor aandrijflijnen. Uiteraard is er ook ruimte voor gespecialiseerde workshops.

Mobiliteit van de toekomst
Het NAIC is ook een denktank voor nieuwe mobiliteit. Door de hoogwaardige faciliteiten kunnen nieuwe ideeën direct getoetst en verder ontwikkeld én uitgevoerd worden. Zo vervult het NAIC een voortrekkersrol bij de invulling van persoonlijke mobiliteit van de toekomst. Slimmere, veiligere, zuinigere en optimaal verbonden auto’s zijn daarbij de speerpunten. Met al zijn faciliteiten en hightech uitstraling heeft het NAIC ook een belangrijke inspirerende functie voor de complete Britse auto-industrie.

Inspiratie voor technici in de dop
Het NAIC wordt ook opengesteld voor schoolkinderen en voor stages. Beide kunnen jongeren inspireren tot het volgen van een technische carrière. Op deze manier wil het NAIC ook bijdragen aan het creëren van een ‘reservoir’ van technici. Ook met de opzet van een ‘eigen kweek’ wil Jaguar Land Rover zijn toonaangevende rol op het gebied van innovatie de komende jaren vasthouden.

Extra ontwikkelings-capaciteit
Het opzetten van het NAIC betekent voor Jaguar Land Rover een nieuwe stap in de uitbreiding van de capaciteit op het gebied van Research & Development. Bij de opening van het NAIC in het voorjaar van 2017 zullen er 1.000 hooggekwalificeerde technici werkzaam zijn. Zij richten zich dan onder meer op elektrificatie van voertuigen, slimme en verbonden auto’s en de Human Machine Interface.

Op dit moment beschikt Jaguar Land Rover over ontwikkelingscentra in Gaydon en Whitley. Het concern heeft momenteel meer dan 8.000 ingenieurs en ontwerpers in dienst. Er wordt meer dan ooit geïnvesteerd in nieuwe technologieën, processen en faciliteiten. In het fiscale jaar 2015/2016 wordt er meer dan 5 miljard euro geïnvesteerd in productontwikkeling.

• Sensoren houden ogen en hoofdbewegingen continu in de gaten
• Krachtige Intel-technologie: DMS werkt ook bij fel zonlicht en bij dragen zonnebril
• Integratie met andere assistentiesystemen mogelijk voor extra veiligheid

Jaguar werkt met Intel en Seeing Machines aan een ‘Driver Monitoring System’ (DMS) dat het gezicht van de bestuurder continu in de gaten houdt. Zodra dit DMS een vermoeide of afgeleide bestuurder ‘ziet’, volgt een waarschuwing. Het systeem is zo geavanceerd dat het zelfs werkt als de bestuurder een zonnebril draagt. Jaguar toont het DMS in een F-TYPE Coupé op de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas.

Het DMS wordt samen met Intel en Seeing Machines ontwikkeld in Jaguar Land Rover’s nieuwe R&D Centre in Portland, Oregon. DMS maakt gebruik van sensoren in het dashboard die bewegingen van de ogen en het gezicht nauwgezet volgen. Zo is het in staat een vermoeide en/of afgeleide bestuurder te ‘herkennen’. Het systeem is dankzij de toepassing van de nieuwste Intel Core i7 processor zeer krachtig. Daardoor werkt het zelfs bij fel zonlicht en als de bestuurder een zonnebril draagt.

Integratie – voor de veiligheid
Het algoritme dat Seeing machines voor DMS heeft ontwikkeld, biedt veel potentieel: er kunnen ook andere veiligheidsverhogende én autonome rijfuncties in worden geïntegreerd. Zo kan het gekoppeld worden aan een remsysteem dat in staat is autonome noodstops uit te voeren. Als de auto ‘weet’ dat de bestuurder is afgeleid, kan een tijdige, autonome remactie een ongeval voorkomen of de gevolgen ervan beperken.

Ook kan DMS bijdragen aan uitwisselen van informatie tussen auto en bestuurder. De essentie daarvan is dat de bestuurder op het juiste moment relevante informatie krijgt via bijvoorbeeld een head-up display dat de gehele breedte van de voorruit beslaat (in ontwikkeling). Een goed voorbeeld hiervan is het volgen van een zogenaamde ‘Ghost Car’, een projectie op de voorruit die de bestuurder naar zijn reisdoel leidt zonder dat hij/zij de ogen van de weg hoeft te nemen.

Met betere producten inspelen op nieuwe mobiliteitsbehoeften

Volkswagen Groep IT heeft in München het Data Lab in gebruik genomen. Het doel ervan is om nieuwe IT-oplossingen te ontwikkelen op het gebied van Big Data en het ‘internet of things’, ofwel de onderlinge verbondenheid van alles. Het Data Lab moet een creatief broeinest worden dankzij de kruisbestuiving tussen onderzoeksinstituten, universiteiten, industriële partners en gespecialiseerde start-ups.

Big Data staat voor de enorme hoeveelheid gegevens die digitaal beschikbaar zijn. Belangrijk daarbij is om uit die enorme hoeveelheid data de juiste en relevante informatie te halen. De digitalisering van de samenleving levert veel Big Data op én het verandert mobiliteitsbehoeften. Voorbeeld: ‘verbonden’ voertuigen genereren Big Data. Het Data Lab moet er aan bijdragen om op basis daarvan toekomstige mobiliteitsbehoeften in kaart te brengen.

Patronen zichtbaar maken
De belangrijkste opdracht voor het Data Lab is het ontwikkelen van innovatieve IT-oplossingen die datapatronen zichtbaar maken. Dit is van belang voor bijvoorbeeld de kwaliteit van onderdelen die bij de fabricage van Volkswagens worden gebruikt. Nieuwe IT-oplossingen kunnen zorgen voor betere processen en bijdragen aan een snellere ontwikkeling van nieuwe producten. En ander belangrijk thema is de manier waarop voertuigen communiceren met hun omgeving – van smartphone tot verkeersinfrastructuur.

Snel schakelen
In het Data Lab in München werkt Volkswagen IT nauw samen met onderzoeksinstituten, universiteiten, industriële partners en gespecialiseerde start-ups. Snel schakelen is het motto: ideeën worden in hoog tempo uitgewerkt én getest. De oplossingen die uit deze ‘denktank’ naar voren komen, komen beschikbaar voor alle merken van de Volkswagen Groep.

Speciale Opel Kadett C als basis van hedendaagse veiligheidsvoorzieningen

Het is precies veertig jaar geleden dat Opel indruk maakte met een speciaal onderzoeksvoertuig voor verbeterde veiligheid. Op de International Technical Conference in Londen stelde Opel de ‘OSV 40’ voor, die gebaseerd was op de Opel Kadett C die een jaar eerder was verschenen. De ingenieurs van Opel kregen een vrijbrief om een zo veilig mogelijke auto te ontwikkelen, zonder dat het voertuiggewicht de duizend kilo zou overschrijden. De Opel Safety Vehicle werd gedoopt tot ‘OSV 40’ nadat tests aantoonden dat de auto bestand was tegen frontale aanrijdingen tot 40 mijl/u (circa 65 km/u). De OSV 40 legde de basis voor de huidige veiligheidstechnologie van Opel.

“Vertrek niet zonder gordel”, luidde de slogan van een Duitse campagne in 1974 om bestuurders te overtuigen van het belang van de veiligheidsgordel. Twee jaar later werd de gordel verplicht en vanaf 1984 werden boetes uitgeschreven aan automobilisten die zonder gordel reden. Opel levert de veiligheidsgordel standaard in alle modellen sinds 1973, ruim voordat het dragen van de veiligheidsgordel wettelijk verplicht werd.

Energie-absorptie
De neus en de achterzijde van de OSV 40 waren langer dan die van de standaard Kadett C en de spatborden waren gevuld met polyurethaanschuim. Dit materiaal heeft een groot absorptievermogen. De ingenieurs vulden ook de dorpels en de portieren met polyurethaanschuim voor extra bescherming bij een zijdelingse aanrijding.
Verder werd de stabiliteit van de passagiersruimte aanzienlijk vergroot dankzij versterkte profielen in het dak. De rugleuning van de voorstoelen werd aan het dak bevestigd door middel van een riemconstructie en de voorruit werd direct in de carrosserie gelijmd met het oog op extra stijfheid.

Interieurveiligheid
Voor optimale veiligheid in het interieur werden alle oppervlakken waarmee inzittenden in contact konden komen, bekleed met twee centimeter dik polyurethaanschuim. Het centrale waarschuwingssysteem van Hella controleerde elf functies en wees met behulp van controlelampen op mogelijke fouten. Vier extra lampen achter de achterruit waarschuwden bij een noodstop en fungeerden ook als alarmlichten. De extra brede voorstoelen waren voorzien van zijdelingse steun op schouderhoogte, om te voorkomen dat de passagiers tegen elkaar botsen bij een zijdelingse aanrijding. De vier zitplaatsen in de OSV 40 waren voorzien van driepuntsgordels. Die van de voorstoelen waren zelfs uitgerust met automatische gordelspanners.

Met vlag en wimpel door alle crashtests
De Opel OSV 40 overtrof alle verwachtingen tijdens de crashtests. Na een frontale botsing met een snelheid van 40 mijl/u konden alle deuren zonder hulp worden geopend. De voorzijde absorbeerde zo veel energie dat die na de klap 50 centimeter korter was. De OSV 40 hield zich ook indrukwekkend goed in een frontale botsing tegen een kegel met een snelheid van 50 km/u, een aanrijding van achteren, een zijdelingse botsing tegen een paal en bij de kanteltest met een snelheid van 48 km/u.

Opel Astra met Opel Eye
Veertig jaar later profiteren de Opel-modellen nog steeds van de ontwikkelingen uit 1974. De Opel Astra bijvoorbeeld, die voorzien is van een uitgebreide reeks actieve en passieve veiligheidssystemen. De tweede generatie van de Opel Eye-frontcamera is de basis van de rijhulpsystemen aan boord. De ingenieurs optimaliseerden de Lane Departure Warning; het Traffic Sign Detection systeem herkent nu zelfs dynamische led-borden. In combinatie met de Opel Eye-camera is ook een Following Distance Indicator verkrijgbaar. Deze informeert de bestuurder over de afstand tot de voorligger in seconden.

Adaptieve cruise control
Met de radargestuurde Adaptive Cruise Control (ACC) kan de bestuurder een gekozen snelheid aanhouden én de afstand tot de voorligger bepalen. Voor de afstand heeft hij de keuze uit de opties ‘ver’, ‘middel’ en ‘dichtbij’. Wanneer het ACC-systeem geactiveerd is, controleert de radar voortdurend de afstand tot op 150 meter voor de auto. De geselecteerde afstand ten opzichte van het dichtstbijzijnde voertuig op dezelfde rijstrook wordt op het middelste scherm van de display weergegeven. Als de bestuurder niet reageert op geluids- en lichtsignalen, kan de auto een automatische remingreep doen om een botsing te voorkomen. Het remsysteem maakt gebruik van het antiblokkeersysteem (ABS) en het geavanceerde stabiliteitsprogramma (ESP Plus).

Adaptieve verlichting
De laatste generatie van het adaptieve verlichtingssysteem AFL+ met bi-xenonkoplampen omvat een uitgebreid pakket van intelligente verlichtingsfuncties. Denk aan grootlichtassistent, dynamische bochtverlichting, statische bochtverlichting en adaptieve verlichting. De koplampen reageren automatisch op de omstandigheden en passen zich aan aan de soort weg (snelweg, hoofdweg, stad) en het zicht (zon, mist, regen). Dankzij de wingvormige led-dagrijverlichting (standaard) is de Opel Astra ook een opvallende verschijning voor medeweggebruikers.

Passieve veiligheid
Als alle actieve veiligheidssystemen hun limiet hebben bereikt, kan de bestuurder van de Astra nog steeds vertrouwen op het uitgebreide pakket passieve veiligheidsvoorzieningen. Standaard zijn zes airbags geïnstalleerd. Als een airbag of een gordelspanner wordt geactiveerd, gaan de alarmlichten branden en worden de deuren automatisch ontgrendeld. Uiteraard is de Opel Astra ook uitgerust met het gepatenteerde PRS-systeem (Pedal Release System) van Opel, dat de pedalen loskoppelt bij een frontale botsing. Hierdoor wordt het risico op verwondingen aan voeten en onderbenen aanzienlijk verminderd.

PEUGEOT toont op de Mondial de Paris de EXALT, een conceptcar gemaakt van heel bijzondere materialen. Een staalgrijze carrosserie met een achterzijde die bekleed is met Shark Skin. Een interieur in Newspaper Wood met afdrukken van de bedrijfseconomische pagina's van bekende grote dagbladen. De bijzondere achterklep verbergt de HYbrid-kick, een innovatieve elektrische step die onder de vloer van de bagageruimte is opgeborgen.

De EXALT is de ultieme Berline en luidt de volgende fase in op het gebied van materialen, een ontwikkeling die in 2012 begon met de presentatie van de ONYX: duurzaam gebruik, lokale inkoop, recycling enz. Een waar kunstobject met een HYbrid4 benzine/elektrische aandrijving met een totaal vermogen van 340 pk.

In de 125-jarige geschiedenis van PEUGEOT kwam het merk steeds met opvallende modellen die kenmerkend waren voor hun tijd. Met de EXALT-conceptcar vervolgt het merk deze rijke traditie. Een grote stap voorwaarts, met het volste vertrouwen in de toekomst.
Maxime Picat, Algemeen directeur bij PEUGEOT



Een dynamische 5-deurs Berline
De PEUGEOT EXALT kenmerkt zich door zijn geraffineerde en sportieve lijnen en onderstreept daarmee de kracht van het design van Peugeot. Met een grote spoorbreedte, bolle schermen en dikke wielen straalt deze 4,70 meter lange 5-deurs Berline een en al kracht en potentie uit; mede door de combinatie van strakke vlakken en scherpe hoeken. De EXALT onderscheidt zich duidelijk; al het overbodige is weggelaten om te focussen op alleen datgene wat echt nuttig is. Een auto die is samengesteld uit bijzondere materialen.

De PEUGEOT EXALT is een sterke en sportieve auto met geraffineerde lijnen en gemaakt van gedurfde materialen. Voor het interieur werden natuurlijke materialen gebruikt die zorgen voor een groot comfort en veel gebruiksgemak. Kortom, een bijzonder innovatief model dat het concept van deze Berline nog aantrekkelijker en veelzijdiger maakt, vooral ook door de unieke achterklep en de grote bagageruimte. Pierre Paul Mattei, Manager Design PEUGEOT EXALT

Als eerbetoon aan de Franse automobielindustrie van de jaren '20 - '30 is de carrosserie met de hand uit plaatstaal geklopt door een echte plaatwerker. Een uniek kunststuk dat de passie voor de automobiel gedurende de afgelopen eeuw op een bijzondere wijze tot uitdrukking brengt: strakke en sportieve lijnen, een hoge taille, een schuin geplaatste voorruit, een geringe hoogte (slechts 1,31 m), een langgerekt profiel waarachter een ruim interieur schuilt, lage flanken die rond de dorpels van basaltvezels welven en 20 inch grote wielen.

De lange motorkap en de dubbele koplampen in de voorbumper geven de auto een heel expressief gezicht met duidelijke familietrekken van het merk PEUGEOT. De imposante grille lijkt uit de carrosserie naar voren te komen en in het midden zien we de zo bekende Leeuw. De luchtinlaat aan de onderzijde wordt onderbroken door roosters met geraffineerde LED-lichtstroken. De horizontale strook in de achterspoiler onderstreept de breedte van de auto.

Voor een zo laag mogelijke luchtweerstandscoëfficiënt is de achterzijde van de PEUGEOT EXALT bekleed met Shark Skin. Dit materiaal is voortgekomen uit de biomimetica, een wetenschap die de natuur nabootst. Dankzij de speciale, korrelvormige structuur zorgt dit materiaal voor aanzienlijk minder luchtweerstand en een lager brandstofverbruik. De toepassing van dit bijzondere materiaal wordt benadrukt door de scherpe rand tussen het achterportier en de achterstijl. Het kale metaal gaat genuanceerd over in het grijs van de Shark Skin. Na de versie die in Peking is getoond, is dit een nieuw voorbeeld van innovatie op het gebied van materialen. Het levert een belangrijke bijdrage aan de aerodynamische eigenschappen van de PEUGEOT EXALT (met een SCx van 0,6) in combinatie met andere onderdelen: een diffuser in de achterbumper, een gewelfd dak, geprofileerde buitenspiegels.
Dankzij al deze maatregelen is de PEUGEOT EXALT een auto die het milieu op alle fronten zo veel mogelijk ontziet.

Met de EXALT toont PEUGEOT een Berline die niet alleen mooi maar ook veelzijdig is. Zijn uitgesproken karakter en kwaliteiten maken de auto bijzonder aantrekkelijk. Gilles Vidal, Directeur Design bij Peugeot

De PEUGEOT EXALT is voor een Berline bijzonder veelzijdig. De achterklep wordt geopend door middel van een pantograaf. Daardoor kan de klep ver open zonder dat het mechaniek veel plaats in de bagageruimte inneemt. De elektrisch bediende achterklep geeft toegang tot een ruimte waar de unieke HYbrid-kick is opgeborgen. Deze opvouwbare elektrische step is onder de vloer van de bagageruimte opgeborgen en is de ideale aanvulling voor de laatste kilometers. Bijzonder gemakkelijk voor gebruik in de stad.

PEUGEOT is een unieke speler in de markt met mobiliteitsoplossingen met 2, 3 en 4 wielen. Door een elektrische step aan het concept van de EXALT toe te voegen laat het merk haar innovativiteit zien. Xavier Peugeot, Directeur Product bij PEUGEOT



Instinctief rijden
Bij dit concept heb ik me laten inspireren door de wereld van de muziek. Harmonie was één van de belangrijkste uitgangspunten. Door het vinden van de juiste toonzetting ontstond de perfecte compositie in al zijn eenvoud. Technologie en traditie werden in de PEUGEOT EXALT met elkaar verenigd. In de PEUGEOT  i-Cockpit gaan het hooggeplaatste digitale instrumentenpaneel en de unieke Toggle Switches naadloos samen. Alessandro Riga, Stilist Interieur PEUGEOT EXALT

De PEUGEOT i-Cockpit zorgt voor het absolute rijplezier, een kenmerk van het merk. Het kleine, met leer en Chiné-stof beklede stuurwiel ligt lekker in de hand. Het hooggeplaatste instrumentenpaneel is goed afleesbaar en alle bedieningsinstrumenten zijn direct onder handbereik. Midden op het dashboard, in het verlengde van de middenconsole, bevinden zich 2 opklapbare touchscreen schermen. Het bovenste scherm geeft toegang tot functies zoals de boordcomputer, de audio-installatie en de navigatie. Het tweede scherm is bedoeld voor het bedienen van de automatische airconditioning en het Pure Blue-systeem.

Op het dashboard bevinden zich 9 Toggle Switches die direct doen denken aan toetsen uit de wereld van de muziek. Ze zijn verdeeld in 2 groepen, 2 schakelaars links van het stuur en 7 schakelaars rechts naast het stuur. Deze verdeling is gebaseerd op het principe dat het menselijke geheugen maximaal 7 elementen gemakkelijk kan onthouden, zowel de plaats als de functie van de schakelaar. De bestuurder kan de functie van de schakelaars zelf instellen: bijvoorbeeld om de navigatie te starten, auto-instellingen te veranderen enz. Hij kan een van de Toggle Switches ook gebruiken voor het inschakelen van de trajectverlichting. Deze verlichting is in de koplampen geïntegreerd en is vooral handig bij schemer. De trajectverlichting verlicht de markeringen op de weg en zorgt voor veilig en ontspannen rijden ook bij minder ideale omstandigheden.

De PEUGEOT EXALT is uitgerust met een speciaal luchtbehandelingssysteem, Pure Blue genaamd. Dit systeem verwijdert bacteriën en schimmels uit de lucht in het interieur als de auto stilstaat en leeg is. Tijdens het rijden wordt de van buiten aangezogen lucht eerst door een actief koolstoffilter geleid dat organische verbindingen en stof verwijdert. Zo kunnen de inzittenden van de auto onder alle omstandigheden genieten van schone lucht.



Een concept met een visie
De PEUGEOT EXALT is gemaakt van natuurlijke basismaterialen in combinatie met door de mens gecreëerde, innovatieve en bijzonder efficiënte materialen. Het idee achter dit concept was om een auto te maken die dankzij een optimaal gebruik van grondstoffen en een duurzame productie het milieu zo min mogelijk schade toe zou brengen.

Duurzaam produceren betekent ook lokaal inkopen zoals Aziatisch ebbenhout voor de productie in China en Newspaper Wood voor de productie in Europa. Sophie Gazeau, Stiliste Kleur & Materiaal PEUGEOT EXALT

De PEUGEOT EXALT gaat door op de weg die door de ONYX conceptcar in 2012 werd ingeslagen. Door het gebruik van kaal plaatstaal komen de krachtige lijnen van de carrosserie duidelijk tot uitdrukking. Ook andere onderdelen zoals de velgen werden kaal gelaten zodat de sporen van het frezen duidelijk zichtbaar zijn. Overal is kaal staal toegepast behalve op plaatsen waar het in contact zou kunnen komen met de inzittenden. Ter hoogte van de armen en schouders is de EXALT bekleed met warm getint hout. Vanaf de onderzijde van de ruiten loopt een strook Chiné-stof (natuurlijke wol) langs de portierpanelen en het dashboard tot aan het dak. Op de overgang van hout naar stof zien we een 3D-paneel met daarachter de luidsprekers van de audio-installatie. De structuur is gebaseerd op die van echo-vrije ruimtes voor een zuivere weergave van het geluid.

Aan boord van de PEUGEOT EXALT voelt iedereen zich speciaal, zowel de bestuurder als passagiers. De comfortabele kuipstoelen zijn gemaakt van composietmateriaal en bekleed met Chiné-stof en gepatineerd leer. De stof en het leer kregen een speciale voorbehandeling. Om gaten en scheurtjes te voorkomen werd de stof met speciale klemmen in de juiste vorm gebracht. Dit proces is afkomstig van de productie van maatpakken door de grote confectie-ateliers. Zo is de bekleding keurig geplooid, zonder stiknaden. Meestal wordt het leer in auto's geselecteerd op de afwezigheid van oneffenheden. Het leer wordt vervolgens gelooid voor een onberispelijk uiterlijk. Bij de PEUGEOT EXALT wordt optimaal gebruik van beschikbare huiden want de oneffenheden geven het interieur juist een uniek karakter. Het leer is behandeld met natuurlijke middelen, zonder chemische toevoegingen.

Tot duurzaam produceren behoort ook het lokaal inkopen van grondstoffen en materialen, daarom wordt in China Aziatisch ebbenhout gebruikt voor het interieur van de PEUGEOT EXALT. In plaats daarvan wordt in Europa gebruikt gemaakt van Newspaper Wood een materiaal op basis van oude kranten. Deze nieuwe houtsoort  werd voor het eerst toegepast in de ONYX-conceptcar. Het bestaat uit gerecyclede kranten en heeft een karakteristieke zalmkleur. Ten slotte heeft carbonvezel plaats gemaakt voor basaltvezel, een natuurlijk materiaal. Door de keuze voor gesmolten basalt wordt het gebruik van fossiele grondstoffen beperkt.

Een sterke motor
De PEUGEOT EXALT weegt slechts 1.700 kg en wordt aangedreven door een HYbrid4 plug-in aandrijfunit met een vermogen van in totaal 340 pk verdeeld over de 4 wielen. Onder de motorkap bevindt zich een 1.6 l THP 270 pk sterke motor die door PEUGEOT Sport is ontwikkeld. Deze 4-cilinder benzinemotor is aan een 6-traps automaat gekoppeld en heeft een specifiek vermogen 170 pk/l, daarmee behoort de auto tot de beste in de wereld.

Aan de achterzijde is een 50 kW sterke elektromotor aangebracht die de auto bij elektrisch en hybride rijden aandrijft. Deze motor zorgt bij het regeneratief afremmen voor het laden van de batterij. Zodra de bestuurder het gaspedaal loslaat, wordt de weerstand van de elektromotor gebruikt om de auto af te remmen. Dankzij de HYbrid4-technologie wordt de kinetische energie van de remmen omgezet in elektrische energie. De HYbrid4 past zich altijd direct aan de wens van de bestuurder aan en kiest de meest geschikte wijze van aandrijven: alleen elektrisch, alleen op benzine, combinatie van benzine en elektrisch. De bestuurder beleeft de reis ten volle en geniet van de enorme knowhow van PEUGEOT op het gebied van wegligging en comfort.
 
De PEUGEOT EXALT is de ultieme Berline. Wederom een PEUGEOT die het pure rijplezier in zijn genen heeft.

· Hightech-en sportdivisies van Audi onder één dak
· Modernste testfaciliteiten, inclusief eigen circuit
· Technische ontwikkeling: ook van raceauto naar productiemodel

Audi heeft in het Duitse Neuburg (Beieren) een nieuw hightechcomplex geopend. Hier zijn drie divisies ondergebracht: het Competence Center Motorsport inclusief de afdeling klantensport, het Audi Driving Experience Center en daarnaast diverse functies van de afdeling Technical Development. Het hightech center biedt werk aan in totaal 460 mensen.

Het nieuwe Hightech Center van Audi is 47 hectare groot en bevindt zich op 20 km afstand van het hoofdkantoor in Ingolstadt. In het complex is meer dan tien miljoen euro geïnvesteerd. Audi Sport concentreert zijn activiteiten vanaf nu in het Competence Center Motorsport. Het gebouwencomplex daarvan is 300 m lang en 100 m breed. Hier zijn onder meer werkplaatsen, testbanken en magazijnen ondergebracht. In het complex ontwikkelt Audi Sport nieuwe technologieën voor raceauto’s, ook met het oog op eventuele toepassing in straatversies. Nieuwe racemotoren worden ter plekke getest, niet alleen op geavanceerde testbanken, maar ook in de auto’s op het 3,4 km lange testcircuit. Neuburg wordt daarmee de thuisbasis voor alle raceactiviteiten van Audi waaronder DTM en langeafstandsracing (World Endurance Championship met onder meer de 24 Uur van Le Mans).

Multifunctioneel
Ook het Audi Driving Experience Center is gevestigd in Neuburg. Hier organiseert Audi onder meer (rij)evenementen voor klanten op een 30.000 m2 groot ‘driving dynamics-terrein’ met onder meer een handling- en offroadparcours. Dit complex omvat ook een restaurant (met uitzicht op het testterrein) en conferentiefaciliteiten. Ook Audi Technical Development is op het nieuwe hightechcomplex onderbracht. Met behulp van de modernste test- en circuitfaciliteiten is het dé plek om bijvoorbeeld nieuwe assistentie- en camerasystemen te ontwikkelen. Met ingang van het voorjaar van 2015 wordt ook de afdeling klantensport van Audi Sport in Neuburg gehuisvest. Dit team ontwikkelt en ondersteunt het Audi R8 LMS-programma.

·  Audi 100 met 2,5-liter TDI-motor debuteerde op IAA Frankfurt 1989
·  Al zo’n 7,5 miljoen Audi’s met TDI-motor geproduceerd
·  Ontwikkeling gaat met volle kracht door: introductie nieuwe drie-, vier-, zes- en achtcilinder TDI-motorengeneratie

Audi viert dit jaar een bijzonder jubileum: 25 jaar TDI. In het najaar van 1989 presenteerde het merk op de IAA in Frankfurt de Audi 100 met een 2,5-liter TDI-motor, een volledig elektronisch gestuurde turbodieselmotor met directe inspuiting. Sindsdien heeft het merk met de vier ringen zijn voorsprong op dit gebied constant vergroot en daarbij nieuwe maatstaven gezet. Ook nu nog werkt Audi met volle kracht door aan de ontwikkeling van nieuwe zuinige en schone motoren.

Al medio jaren zeventig begon Audi, mede onder invloed van de oliecrisis, met de ontwikkeling van een nieuwe, zuinige motor, die uiteindelijk de TDI zou worden. In 1989 presenteerde Audi tijdens de IAA in Frankfurt de 2.5 TDI-motor in een Audi 100. De eerste TDI-motor was een vijfcilinder-in-lijn-turbodieselmotor met een cilinderinhoud van 2.461 cm3, directe brandstofinjectie en volledig elektronisch motormanagement.

Destijds vermoedde nog niemand dat deze motor een doorbraak voor de dieselmotor in de serieproductie in Europa en het begin van een nieuw tijdperk vormde. Het vermogen van 88 kW (120 pk) en het koppel (265 Nm) betekenden ten opzichte van de concurrentie toen een enorme stap vooruit.

Steeds meer varianten
In 1991 debuteerde de 1.9 TDI-motor in de Audi 80, vier jaar later gevolgd door een krachtiger variant in de A4. De toename van het vermogen was vooral te danken aan een nieuwe turbocompressor met variabele turbinegeometrie. In 1997 kwam de eerste V6 TDI-motor met vier kleppen per cilinder. De 2.5 TDI leverde 110 kW (150 pk) en een koppel van 310 Nm. De volgende stap was de V8 TDI-motor met een cilinderinhoud van 3.328 cm3, die vanaf oktober 1999 in de Audi A8 geleverd werd.

Ook kleinere TDI-motoren volgden, zoals de 1.2 TDI in de Audi A2 in 2001, waarmee een gemiddeld verbruik van 2,99 liter per 100 km (81 gram CO2 per kilometer) kon worden gerealiseerd. In 2004 was de 3.0 TDI-motor de eerste van de nieuwe V-motorenfamilie van Audi. Nieuw waren toen ook de piëzo-injectoren, waarmee minimale hoeveelheden brandstof uiterst nauwkeurig kunnen worden ingespoten. De V12 TDI, die eind 2008 in de Q7 zijn opwachting maakte, vormde als sterkste in serie geproduceerde dieselmotor in een personenwagen de kroon op de TDI-technologie van Audi. Uit zes liter haalde de V12 TDI-motor een vermogen van 368 kW (500 pk) en een koppel van 1.000 Nm. Als antwoord op steeds strenger wordende uitlaatgasnormen - vooral in de VS - kwam Audi in 2009 met de clean diesel-technologie. De 3.0 TDI clean diesel beschikte over een common-rail-systeem met nieuwe sensoren in de verbrandingskamers. Een fijne verstuiving en nauwkeurige verbranding zorgden voor minder uitstoot, terwijl een selectieve reductiekatalysator in de uitlaat de stikoxiden verminderde. In 2013 volgde het dieselpartikelfilter met SCR-laag.

Turbocompressie, inspuiting en uitlaatgasreiniging belangrijkste factoren
De TDI-ontwikkeling heeft sinds 1989 bijgedragen tot het overweldigende succes van de dieselmotor. Daarbij verliep de ontwikkeling in meerdere stappen, met turbocompressie, inspuiting en uitlaatgasreiniging als de belangrijkste factoren. Hieraan werken ingenieurs constant met als doel het verbruik nog verder te verminderen, vermogen en koppel te vergroten en het functioneren van de motoren nog verder te verbeteren. In de loop van de 25 jaar zijn het vermogen en het koppel van de TDI-motor in relatie tot de cilinderinhoud meer dan verdubbeld, terwijl de uitstoot van schadelijke stoffen in dezelfde periode met 98 procent afnam. Andere taken zijn gebaseerd op veranderende wetgeving en economische vragen, zoals eisen ten aanzien van uitstoot of de samenstelling van dieselbrandstof. Zo is de nieuwe 3.0 TDI voor de ULEV-II-norm in een aantal staten van de VS nu al voorzien van een tweeledig gekoelde terugvoering van de uitlaatgassen. Wanneer China, een land waar de kwaliteit van de brandstof nu nog sterke schommelingen vertoont, een diesel-markt wordt, dan zullen ook criteria als hoogte en ijle lucht een belangrijkere rol spelen.

Indrukwekkende cijfers
De cijfers met betrekking tot de actuele turbocompressors van Audi zijn ronduit indrukwekkend. De compressor van de nieuwe 3.0 TDI bouwt een laaddruk op die kan oplopen tot 2,0 bar en bij volgas kan de compressor theoretisch 1.200 m3 lucht (1,2 ton) samendrukken. Het aangedreven vermogen ligt rond de 35 kW en het toerental boven de 200.000 omw./min. Bij de common-rail-inspuiting heeft Audi nu bij de meeste motoren al een maximale druk van 2.000 bar. Het volgende doel is 2.500 bar, terwijl de ingenieurs zelfs al verder denken.

Daarbij dient de TDI-motor uit de Le Mans-winnende raceauto Audi R18 e-tron quattro als voorbeeld: deze vierliter V6 TDI-motor bereikt met een inspuitdruk van meer dan 2.800 bar een vermogen van rond de 100 kW per liter. Bij de nabewerking van de uitlaatgassen was in de afgelopen jaren de vroegtijdige werking van de componenten het doel. Dankzij de stijgende efficiëntie van de TDI-motoren daalt de uitlaatgastemperatuur steeds verder. In de ECE-norm wordt pas na 2,5 minuten een temperatuur van 150 graden Celcius achter de oxidatiekatalysator gemeten. Onder dit niveau vindt geen omzetting plaats. De volgende stap komt in 2015 bij de 3.0 TDI: in plaats van een oxidatiekatalysator zal dan een nieuwe NOx-opslagkatalysator worden gebruikt. Deze slaat de stikstofoxiden op totdat de opslag volledig gevuld is, waarna de reiniging in de motor plaatsvindt. Met het oog op het brandstofverbruik wordt deze katalysator alleen actief bij lage uitlaatgastemperaturen, zoals na de start en wanneer er langzaam wordt gereden. In alle andere gevallen zorgt het dieselpartikelfilter voor de omzetting van de stikstofoxiden.

Al zo’n 7,5 miljoen Audi’s met TDI-motor geproduceerd
Tot nu toe heeft Audi zo’n 7,5 miljoen auto’s met TDI-motor geproduceerd. Alleen in 2013 al waren het er bijna 600.000. Deze modellen hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen, dat Audi in de afgelopen jaren de gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuw in de EU verkochte auto’s met drie procent per jaar kon verminderen. Van de momenteel 156 leverbare TDI-modellen in het Audi-programma hebben er 58 een CO2-uitstoot van tussen de 85 en 120 gram. De Audi A3 ultra heeft met zijn 1,6-liter TDI-motor genoeg aan gemiddeld 3,2 liter diesel per 100 kilometer. Daarbij staat de aanduiding ‘ultra’ voor duurzaamheid in alle aspecten van de onderneming. Audi is momenteel hard bezig om het aanbod van de zeer efficiënte ultra-modellen te vergroten.

Alle TDI-motoren die Audi momenteel levert zijn uitermate efficiënt, schoon, stil, comfortabel en krachtig. In grootte uiteenlopend van 1,6 tot 4,2 liter en met vermogens van 66 kW (90 pk) bij de 1.6 TDI tot 283 kW (385 pk) bij de 4.2 TDI worden de motoren in alle modelreeksen geleverd, met uitzondering van de R8. De best verkochte motor is de 2.0 TDI, waarvan er al bijna drie miljoen exemplaren werden geleverd; alleen vorig jaar al bijna 370.000 eenheden.

De TDI-technologie van Audi heeft een indrukwekkende en succesvolle historie en een grote toekomst. De volledig geactualiseerde emissie-arme 3.0 TDI clean diesel betekent een nieuwe mijlpaal, in de compacte modellen beleeft binnenkort de nieuwe driecilinder 1.4 TDI clean diesel zijn première. Bij de V6 TDI-motoren zorgt een extra elektronische compressor voor een nog vlottere opbouw van de trekkracht, ook al in lagere toerengebieden, waardoor de rijbeleving nog emotioneler en sportiever wordt.

De volgende stap: elektrische biturbo
Met de elektrische biturbo koppelt Audi nu ook elektrische aandrijving van een turbocompressor aan een TDI-motor. De nieuwe hybride-componenten worden binnenkort leverbaar. De normale TDI-motor haalt zijn kracht uit de laaddruk van de turbocompressor. Deze is afhankelijk van de energie uit de uitlaatgassen. De elektrische biturbo maakt hieraan een einde: zijn extra elektrisch aangedreven turbocompressor maakt ook bij lage toerentallen een snelle opbouw van de laaddruk en een groot koppel mogelijk. Hiermee zet Audi, 25 jaar na de uitvinding van de TDI-motor, de volgende stap. Er zijn twee studiemodellen met elektrische biturbo: een Audi A6 TDI concept met 3.0 TDI turbomotor en een Audi RS 5 TDI concept met 3.0 TDI biturbomotor. Al in de nabije toekomst gaat de elektrische biturbo in combinatie met TDI-motoren in de serieproductie. Zo komt er voor elke klant en elke vraag een passende oplossing, tot en met de TDI-motor met plug-in-hybridetechnologie.

‘Rightsizing’: motoren in de juiste grootte, passend bij de auto
Het doel van Audi is om de uitstoot van zijn modellen tot gemiddeld 95 gram CO2 per kilometer te verminderen. Daarom werken de technici naast de hybride-technologie ook hard aan de klassieke segmenten van de techniek. Hiertoe behoren ondermeer het verminderen van weerstand, de warmtehuishouding en de verbranding inclusief injectie en compressor-technologie. Voor Audi is niet ‘downsizing’, maar ‘rightsizing’ het doel: motoren in de juiste grootte, passend bij de auto. Zo blijken de TDI-motoren met zes en acht cilinders in de praktijk vooral zo efficiënt, omdat ze met extreem lage toerentallen probleemloos hun werk doen.
 
Ook de autosport maakt deel uit van het DNA van Audi. Het circuit is het zwaarste testlaboratorium voor nieuwe ontwikkelingen die later hun weg naar de serieproductie vinden. In 2006 maakte de Audi TDI-motor zijn opwachting bij de 24 Uur van Le Mans en won gelijk in het eerste jaar, de eerste overwinning voor een dieselmotor in de historie van de lange-afstandsrace. Sinds het debuut heeft Audi in negen jaar acht overwinningen in Le Mans behaald, eerst met de TDI-motor en later met een combinatie van TDI- en elektromotor. Op het circuit gelden dezelfde eisen als in de serieproductie: het doel is, steeds meer uit elke druppel brandstof te halen. De successen in de autosport vormen een indrukwekkend bewijs van het potentieel van de TDI-technologie van Audi, onlangs nog met een dubbelzege in Le Mans.
 
Nieuwe 1.4 TDI-motor
De nieuwe 1.4 TDI is naast de tweeliter-viercilinder de tweede motor in de ‘modulaire diesel-bouwdoos’ van het Volkswagen-concern. De driecilindermotor is dwarsgeplaatst en de serieproductie start binnenkort. De cilinderinhoud bedraagt 1.422 cm2; de slag van 95,5 mm is gelijk aan die van de 2.0 TDI, terwijl de boring is verminderd van 81,0 naar 79,5 mm. Anders dan de voorgaande motor, die tot 2005 werd gebruikt in de Audi A2, heeft de nieuwe 1.4 TDI-motor een onderblok die is gemaakt van een legering van aluminium en silicium, een bijzondere toepassing in dit marktsegment. De kast, die slechts 17 kg weegt en daarmee 12 kg lichter is dan bij de vroegere motor, is dankzij een speciaal gietproces uitermate stevig en volledig dicht. Het totale gewicht van de motor bedraagt 132 kg. De loopbussen van gegoten staal zijn thermisch gevoegd, de zuigers en drijfstangen zijn lichter gemaakt en de bewegende delen zijn geoptimaliseerd voor minder wrijving. De nieuwe 1.4 TDI-motor levert een vermogen van 66 kW (90 pk) en is tussen de 1.500 en 2.500 omw./min. goed voor een koppel van 230 Nm.
 
De nieuwe, in lengterichting ingebouwde 2.0 TDI-motor
De 2.0 TDI is de allrounder in het modelprogramma van Audi. Van de Audi A1 tot de Audi A6 zorgt de tweeliter viercilindermotor in de meest uiteenlopende modellen voor de aandrijving. In de SUV Audi Q5 is de 2.0 TDI-motor in lengterichting ingebouwd en in zijn meest recente uitvoering overtuigt hij ook door uitlaatgas dat al aan de EU6-norm voldoet. Er kan worden gekozen uit twee uitvoeringen met respectievelijk 110 kW (150 pk) en 140 kW (190 pk). Het maximum koppel bedraagt 320 respectievelijk 400 Nm. Met de 110 kW-motor accelereert de Audi Q5 in 10,9 seconden van 0-100 km/u, de topsnelheid bedraagt 192 km/u. Het gemiddeld verbruik ligt op 4,9 liter per 100 km (129 gram CO2 per km). Bij de top-viercilinder-diesel luiden de cijfers 8,4 seconden, 210 km/u topsnelheid en 5,7 liter brandstof per 100 km (149 gram CO2 per km).
 
De 2.0 TDI-motor met zijn cilinderinhoud van 1.968 cm3 (boring x slag 81,0 x 95,5 mm) is speciaal gebouwd met het oog op een hoge efficiëntie. De aandrijfriemen voor de nokkenassen en de perifere aggregaten lopen licht en stil. De beide balansassen, die vanuit het oliecarter naar de krukkast zijn verplaatst, zijn voorzien van walslagers. De directe common-rail-injectie bouwt een systeemdruk tot 2.000 bar op, magneetklep-injectoren verstuiven de brandstof door spuitkoppen met acht openingen. In de injector zorgt een extra brandstofopslag in de vorm van een mini-rail voor exact gedoseerde inspuithoeveelheden. Een sensor analyseert de druk bij de verbranding en aan de hand van deze gegevens wordt het motormanagement aangepast. Met zijn uitlaatgasreiniging, inclusief een oxidatiekatalysator en een dieselpartikelfilter met SCR-laag (selective catalytic reduction) dichtbij de motor, voldoet de nieuwe 2.0 TDI-motor in de Audi Q5 aan de Euro6-norm.

De nieuwe 3.0 TDI-motor
De 3.0 TDI-motor vertegenwoordigd de meest recente stand van de techniek. De bestseller van Audi in de grotere modelreeksen is nu nog schoner en voldoet aan de Euro6-norm. Ook de prestaties zijn verbeterd: het vermogen bedraagt 200 kW (272 pk), het maximum koppel van 580 Nm is beschikbaar van 1.250 tot 3.250 omw./min. De vernieuwde Audi A7 Sportback - waarin de nieuwe V6-dieselmotor als eerste wordt geleverd - accelereert met quattro-aandrijving in 5,7 seconden van 0-100 km/u en gaat door tot de elektronisch afgeregelde topsnelheid van 250 km/u. Gemiddeld zijn 5,2 liter brandstof per 100 km genoeg, wat overeenkomt met een CO2-uitstoot van 136 gram per km. Daarmee doet de nieuwe 3.0 TDI-motor het 13 procent beter dan zijn voorganger. Bij de ultra-uitvoering werkt de motor nog efficiënter. Hier luiden de cijfers 160 kW (218 pk), 400 Nm, acceleratie van 0-100 km/u in 7,3 seconden, topsnelheid 239 km/u, verbruik 4,7 liter per 100 km en CO2-uitstoot 122 gram per km.
 
De nieuwe 3.0 TDI-motor, die met een ontstekingsdruk tot 180 bar werkt, heeft de belangrijkste afmetingen overgenomen van zijn voorganger: boring x slag 83,0 x 91,4 mm, wat resulteert in een cilinderinhoud van 2.967 cm3. De cilinderbanken staan onder een hoek van 90 graden tot elkaar. De volledige motor weegt 192 kg. Het drukniveau in de common-rail-inspuiting kan oplopen tot 2.000 bar. De snel werkende piëzo-injectoren met inspuitkoppen met acht gaten kunnen per arbeidsslag tot acht keer inspuiten. Bij de watergekoelde turbocompressor is er ook sprake van een nieuwe generatie. Het verstelmechaniek van de turbine is aangepast voor een nog betere stroming en nauwkeurigheid, waardoor de motor sneller op het gaspedaal reageert. De relatieve laaddruk nam toe van 1,6 tot 2,0 bar. Dankzij de uitlaatgasreiniging, die voldoet aan de Euro6-norm, draagt de 3.0 TDI in alle uitvoeringen de toevoeging ‘clean diesel’.

De topmotor: 4.2 TDI
De 4.2 TDI-motor is de krachtigste in het Audi-motorenprogramma. In de meest recente uitvoering van de Audi A8 is tussen 2.000 en 2.750 omw./min. een koppel van 850 Nm beschikbaar, het vermogen van 283 kW (385 pk) komt al bij 3.750 omw./min. vrij. De top-TDI heeft een cilinderinhoud van 4.134 cm3 (boring x slag 83,0 x 95,5 mm). In verhouding is het gewicht van de motor met rond de 250 kg vrij laag. Vier nokkenassen met kettingaandrijving bewegen de in totaal 32 kleppen. Voor de toepassing in de Audi A8 is de 4.2 TDI-motor nog verder verbeterd met een hogere temperatuurbestendigheid, aanpassingen aan de piëzo-injectoren en de beide VTG-turbocompressors. Er kan zelfs met een toerental van 800 omw./min. worden gereden, wanneer de stand ‘Audi drive select’ of de efficiency-instelling gekozen wordt. Daarmee wordt het brandstofverbruik aanzienlijk verminderd. In de ECE-cyclus komt de Audi A8 4.2 TDI clean diesel tot een verbruik van 7,4 liter per 100 km (194 gram CO2 per km).

Audi-showcars met TDI-motoren
Sinds 2005 toont Audi regelmatig bij diverse gelegenheden interessante studiemodellen met TDI-motoren. Daarbij werden motoren met vier, zes, acht, tien en twaalf cilinders toegepast. In 2007 was de in Detroit gepresenteerde showcar Q7 coastline met een 368 kW (500 pk) en 1.000 Nm sterke V12-TDI-motor de voorbode van het seriemodel, dat een jaar later in productie ging. In 2008 toonde Audi in Detroit de R8 V12 TDI concept en enkele weken later in Genève de R18 TDI Le Mans. Met beide modellen verwees Audi naar de racesuccessen met de TDI-motor in Le Mans: net als de winnende raceauto’s uit 2006 en 2007 beschikten ook de showcars over een zesliter V12-TDI. In mei 2008 volgde de presentatie van de Audi A3 TDI clubsport quattro met 165 kW (224 pk) sterke motor. In 2010 kwam de Audi e-tron Spyder als een van de belangrijkste blikvangers tijdens de Salon van Parijs. Deze open tweezitter beschikte over een drieliter TDI-biturbomotor en plug-in-hybride-aandrijving. Op de IAA in Frankfurt maakte vorig jaar de Audi nanuk quattro concept zijn opwachting, een crossover-concept van een tweezits coupé die met vijfliter V10-TDI-motor de dynamiek van een sportwagen combineerde met de voordelen van de beroemde Audi quattro-vierwielaandrijving. Ook andere studiemodellen met TDI-motor zagen in de afgelopen jaren het licht.

Na een eerste kennismaking met de nieuwe 2008 DKR heeft Team Peugeot-Total nu ook de onderhuidse geheimen prijsgegeven van dit beest, dat met slechts twee aangedreven wielen de strijd aangaat met de 4x4-concurrentie in de 2015-editie van Dakar.

Duinen, bergen, droge rivierbeddingen, ravijnen, ongekend hoge temperaturen, zoutvlakten, ruw terrein, fesh-fesh zand… Het zijn slechts enkele van de vele uitdagingen die de 2008 DKR in de volgende Dakar Rally staan te wachten. Om ze het hoofd te bieden heeft Team Peugeot-Total gekozen voor een zeer gedurfde technische setup: “Net zoals we er in de 24 Uren van Le Mans voor kozen om met een dichte cockpit te rijden, hebben we ook ditmaal ingezet op een innovatief concept,” verklaart Peugeot Sport Directeur Bruno Famin. “Met het oog op cross-country rally’s blijft de grootste vraag altijd weer: kiezen voor vier aangedreven wielen of slechts twee? Na uitgebreid onderzoek hebben we besloten te gaan voor tweewielaandrijving, omdat die oplossing een aantal interessante voordelen biedt.” Dit gedurfde besluit biedt het team de mogelijkheid om als eerste de Dakar Rally te winnen met een auto voorzien van tweewielaandrijving en een dieselmotor.

Om de kansen op de overwinning voor deelnemers die voor verschillende oplossingen kiezen toch gelijkwaardig te maken, compenseren de reglementen de duidelijke voordelen van 4x4-auto’s door tweewielaangedreven ook bepaalde voordelen te bieden. Technisch projectmanager Jean-Christophe Pallier licht ze toe: “In de autosport is gewicht gekoppeld aan prestaties. Echter, in het geval van cross-country rally mogen tweewielaangedreven auto’s aanzienlijk lichter zijn dan 4x4’s. Bovendien mogen ze voorzien worden van grotere wielen, wat op dit type terrein zeker voordelen biedt. Daarnaast mogen we op basis van de reglementen de overhang aan de voorzijde minimaliseren. Als gevolg daarvan kan de 2008 DKR bijna verticale hellingen beklimmen! En dat is nog niet alles. Een grotere veerweg – 460 mm  in plaats van 250 mm – vergroot de prestaties van de auto in duinen en op een ongelijkmatige ondergrond. Dat is een belangrijk voordeel in een rally als Dakar!” Een aanvullend voordeel van de grotere wielmaat is een systeem waarbij de spanning van de banden vanuit de cockpit aangepast kan worden bij het inrijden van een duinengebied – een tactiek die kostbare minuten kan besparen.

Om optimaal gebruik te maken van deze voordelen, hebben de ingenieurs van Peugeot Sport zich maximaal ingespannen om tot een extreem compacte auto te komen. Voorzien van een 340 pk sterke, midden-achter geplaatste V6 biturbo dieselmotor ziet de 2008 DKR er gespierd en katachtig uit, klaar om iedere horde op zijn pad aan te vallen. “Het verpakken van alle vitale onderdelen en systemen in zo’n kleine ruimte bezorgde ons behoorlijke hoofdbrekens,” geeft Pallier toe. “Kleine auto’s presteren over het algemeen beter op bochtige WRC-achtige proeven, dus deze oplossingen vergroten het potentieel van tweewielaangedreven auto’s in situaties waar 4x4’s normaliter in het voordeel zijn.”

Naast de opvatting dat auto’s met tweewielaandrijving over aantrekkelijke kwaliteiten beschikken die zich zelfs in de meest onbegaanbare terreinen bewijzen – zoals Red Bull dat de afgelopen twee jaar heeft laten zien – is deze technische benadering voor de Franse fabrikant ook logisch. “Gezien het feit dat de productieversie van de 2008 een tweewielaangedreven cross-over is voorzien van Grip Control-technologie – die de auto in staat stelt nagenoeg overal te komen – is het niet meer dan vanzelfsprekend dat de 2008 DKR, die daarvan is afgeleid, de Dakar-uitdaging aangaat vertrouwend op enkel tweewielaandrijving.”

Speciale uitvoering van Renaults populaire crossover

Renault introduceert een speciale Helly Hansen-uitvoering van de Captur. Deze versie wordt in gelimiteerde oplage geproduceerd en is ontwikkeld in samenwerking met het bekende, gelijknamige Noorse kledingmerk. De Captur Helly Hansen heeft een onderscheidende uitstraling en is de eerste Renault Captur met Extended Grip, een systeem dat zorgt voor optimale prestaties onder alle omstandigheden. De eerste exemplaren worden in september in Nederland verwacht. Prijzen worden op een later moment bekend gemaakt.

 
De Renault Captur Helly Hansen onderscheidt zich van de reguliere Captur door de beschermplaten onder de voor- en achterbumper,  de lichtmetalen 17-inchwielen met ‘Black Diamond’-effect en diverse HH-logo’s. Bovendien is de Captur Helly Hansen leverbaar in onder meer de carrosseriekleur Rouge Flamme, die exclusief aan deze uitvoering is voorbehouden. De carrosseriekleur is standaard te combineren met een contrasterende lakkleur op het dak, de voorruitstijlen en de behuizing van de buitenspiegels.

De Captur Helly Hansen beschikt over een hoogwaardig interieur met standaard half kunstlederen TEP bekleding en het Pack Look Interieur met accentueringen in de kleur Rouge. De standaarduitrusting is buitengewoon royaal, met vrijwel alle comfort- en luxevoorzieningen die voor de Captur beschikbaar zijn, inclusief het multimedia-/navigatiesysteem R-Link met touchscreen en achteruitrijcamera.

Extended Grip
De Helly Hansen-uitvoering is de enige Captur die standaard is uitgevoerd met Extended Grip. Dit geavanceerde systeem is de volgende stap in de evolutie van tractiecontrole. Het systeem biedt drie standen (Normale Weg, Onverharde Weg en Expert) en dankzij de uitgekiende aansturing van het koppel naar de wielen is de grip in alle situaties optimaal, ook bij sneeuw en ijzel.

Wanneer de auto in de stand ‘Onverharde Weg’ en ‘Expert’ de snelheid van 40 km/uur passeert, schakelt het systeem automatisch over naar ‘Normale Weg’.

· Nieuw model in 2016 op de markt, belangrijke stap voorwaarts op weg naar duurzame winstgevendheid
· SEAT doet intrede in nieuw segment
 
Na bijna twee jaar van ontwikkelingswerk, gaat SEAT zijn productaanbod uitbreiden met een compacte SUV. Het nieuwe SEAT-model wordt in 2016 leverbaar.
 
“Dit is uitstekend nieuws voor ons, omdat SEAT hiermee nieuwe markten aanboort en zijn intrede doet in één van de grootste en snelst groeiende segmenten wereldwijd,” verklaarde SEAT Chairman Jürgen Stackmann vandaag tijdens de presentatie van de jaarcijfers van het Spaanse merk. “De SUV vormt een belangrijke pijler onder onze corporate strategie en betekent een belangrijke stap voorwaarts op weg naar het realiseren van duurzame winstgevendheid voor de onderneming.”
 
De komst van de SUV is een duidelijk signaal van het vertrouwen dat de Volkswagen Group in het Spaanse merk heeft. Het nieuwe model markeert het debuut in een zeer snel groeiend segment waarin alleen al in Europa jaarlijks bijna een miljoen auto’s worden verkocht. Deze voertuigcategorie is de afgelopen vijf jaar met meer dan 40% in omvang gegroeid en die trend wordt in de toekomst voortgezet. De introductie van de compacte SUV in 2016 benadrukt de uitbreiding in de breedte van SEAT’s modelgamma, waarmee het merk zijn huidige groeimomentum naar aanleiding van de succesvolle lancering van de Leon-familie kan vasthouden.
 
De SUV wordt ontwikkeld door het SEAT Technical Centre in Martorell, een unieke bron van kennis en innovatie in het zuiden van Europa waar meer dan 900 ingenieurs dagelijks werkzaam zijn.