50 jaar Polo: de Volkswagen Polo Variant was praktisch zonder opsmuk
Al vijftig jaar bewijst de Volkswagen Polo dat compact en karaktervol prima samengaan. Van je eerste auto tot liefhebbersobject, van zuinig stadsmaatje tot onverwacht sportief – de Polo heeft vele kanten. Je ziet hem in elke straat, op elke oprit en in iedere parkeergarage. In deze serie zetten we de jarige Polo in de spotlights. We zetten het verhaal voort met de underdog van de Polo-modelreeks, de praktische Variant.
Volkswagen bouwde door de jaren heen veel iconische modellen, maar sommige bleven wat onder de radar. De Volkswagen Polo Variant is zo'n auto. Terwijl de Polo dit jaar zijn 50e verjaardag viert als vertrouwde hatchback, blijft zijn praktische broertje een stuk minder bekend. Toch heeft deze compacte stationwagen een charmante underdogstatus en zit er een boeiend verhaal achter.
Steilheck
De Polo Variant verscheen in 1997, maar het idee van een ruimere Polo bestond al langer. In de jaren '70 en '80 voegde Volkswagen de Derby toe aan het gamma, een Polo met kofferbak in plaats van een derde deur. Maar een echte stationwagenversie van de Polo kwam pas eind jaren '90. Toch introduceerde Volkswagen eerder al een model dat in de buurt kwam: de Polo II 'Steilheck', een driedeurs hatchback met een opvallend rechte kont. Dit model bood aanzienlijk meer bagageruimte dan de reguliere Polo en leek bijna op een stationwagen. Hoewel hij nooit als 'Variant' bekendstond, vormde hij wel een voorbode van wat later volgde.
Bij de introductie in 1997 viel de Polo Variant op door de vele overeenkomsten met de SEAT Córdoba Vario. Geen toeval: SEAT viel volledig onder de Volkswagen Group, en binnen de concernstrategie deelden de merken vaker technologie. Volkswagen zag geen noodzaak in het volledig zelf ontwikkelen van een Polo-station als SEAT al een praktische variant van de Ibiza had. Daarom bouwde Volkswagen de Polo Variant niet in Duitsland, maar in de SEAT-fabriek in Martorell, Spanje. Daar rolde hij van dezelfde band als de Córdoba Vario, wat meteen verklaart waarom de auto technisch zoveel met zijn Spaanse broer deelde. Het ontwerp kwam grotendeels uit handen van Giorgetto Giugiaro, de beroemde Italiaanse ontwerper die eerder ook de SEAT Córdoba tekende. Giugiaro was geen onbekende voor Volkswagen: in de jaren '70 ontwierp hij ook de eerste Golf.
De introductie van de station-Polo in 1997 volgde drie jaar na de lancering van de derde generatie Polo in 1994. Volkswagen presenteerde de Polo Variant direct als de praktische keuze in het gamma en verraste met de ruimte. Met de achterbank neergeklapt groeide de bagageruimte van 390 naar 1.250 liter, wat voor een auto in dit segment bijzonder indrukwekkend was. De pers prees dan ook de functionaliteit van de vijfdeurs stationwagen, maar echt grote opwinding bracht de Variant verder niet teweeg. Veel rijders zagen hem vooral als een verstandige keuze, zonder de flair van de Golf Variant of de speelsheid van de hatchback-Polo.
Polo voor kilometervreters
De made in Spain Polo Variant bood de vertrouwde Volkswagen-techniek. Hij rustte op het onderstel van de derde generatie Polo (6N) en gebruikte de bekende VW-motoren. De benzinemotoren begonnen met een eenvoudige 1.4 viercilinder met 60 pk, bedoeld voor zuinig stadsverkeer. Daarboven stond de 1.6 met 75 pk, die een iets vlottere rijervaring gaf. Voor wie meer kracht wilde, bood Volkswagen de 1.6 16V met 101 pk, een motor die ook in de meest potente Polo van die tijd zat: de GTI.
Op dieselgebied introduceerde Volkswagen de bekende 1.9 SDI, een onverwoestbare motor met 64 pk. Die trok weliswaar niet de klinkers uit de straat, maar was zeer geliefd bij kilometervreters. Wie vlottere prestaties zocht, kon kiezen voor de 1.9 TDI. Deze motor verscheen in verschillende uitvoeringen, met vermogens variërend van 90 pk tot 110 pk in de krachtigste variant. Vooral die laatste maakte van de Polo Variant een verrassend snelle stationwagen, die op de snelweg uitstekend meekwam met grotere auto's en dankzij het koppelrijke karakter zelfs als trekauto overtuigde.
Huisartsen en hondeneigenaren
In 1999 volgde een update, waarbij Volkswagen onder meer het Electronic Stability Program (ESP) als optie toevoegde. Dit maakte de stationwagen niet alleen praktischer, maar zorgde ook voor meer veiligheid op gladde of natte wegen. In Nederland kozen vooral keurige eigenaren hem uit: huisartsen, vertegenwoordigers en mensen die hun honden graag iets meer bagageruimte gunden. De auto straalde bescheidenheid en onopvallendheid uit. Geen sportieve GTI en geen luxe Passat, maar juist die bescheidenheid sprak een trouwe groep rijders aan die zijn degelijkheid waardeerde.
Voor wie iets opvallenders wilde, introduceerde Volkswagen in 1995 de Polo Variant Colour Concept. Deze speciale uitvoering combineerde felle kleuren met een luxe uitrusting, waaronder met leer beklede Recaro-stoelen met middenbanen in de exterieurkleur. In Nederland had hij ongetwijfeld liefhebbers kunnen vinden, maar hij werd hier nooit geleverd. Volkswagen bood hem alleen aan in een select aantal Europese landen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Daardoor is hij in Nederland een witte raaf – een zeldzaamheid die je alleen tegenkomt als een importliefhebber erin is geslaagd er eentje op de kop te tikken.
Toen in 2001 de vierde generatie Polo verscheen, schrapte Volkswagen de Variant. Het segment bleek te klein, waardoor de stationwagen verdween. Daarmee werd hij een kortstondige verschijning in de Polo-geschiedenis, een model dat zijn eigen weg ging en daarna weer stilletjes verdween. Maar wie er vandaag nog een ziet rijden – vaak in een keurige, haast onverwoestbare staat – herkent meteen dat de Polo Variant zijn taak altijd met toewijding uitvoerde: praktisch zijn zonder opsmuk. En dat is misschien wel de meest kenmerkende eigenschap van een Volkswagen.