Van hooibalen tot golftas: de revolutie van de hatchback
- Gepubliceerd in Renault
Geef me volume": met deze woorden briefte Pierre Dreyfus, directeur van Renault tussen 1955 en 1975, zijn teams over het ontwerp van de Renault 4. Het werd een atypische auto die zijn stempel drukte op de autogeschiedenis dankzij een bijzondere eigenschap, die vandaag banaal lijkt, maar in die tijd een kleine revolutie vormde: de achterklep. In combinatie met de vlakke kofferbakvloer creëerde deze vijfde deur een auto die het midden hield tussen een sedan en een station, en die zelfs als bedrijfsvoertuig kon worden ingezet. In de tijd van de 4L maakte deze nieuwe deur het mogelijk om een baal stro te vervoeren. Vandaag maakt de achterklep van de Renault Arkana het gemakkelijker om andere dingen in te laden, zoals bagage voor een weekendje weg of een vakantie. Hugues, directeur van Renault Classic, blikt terug op de revolutie van de hatchback, die door Renault werd ingezet.
We schrijven 1961: Renault onthult zijn R4. In die tijd begonnen de Fransen het platteland te verlaten om zich dichter bij de steden te gaan wonen. Aangezien het openbaarvervoer verre van optimaal was, kozen ze vooral voor de randstad. Zo groeide er een nieuwe behoefte aan een auto die zich zowel op de velden als in de stad op zijn gemak voelde. Een auto waarmee je zowel naar de winkel als naar het werk kon rijden. In diezelfde periode begonnen ook steeds meer vrouwen te werken, waardoor de koopkracht van huishoudens toenam. In die context bood de Renault 4, al snel omgedoopt tot '4L', een oplossing voor zowel de stad als het platteland. Zowel voor doordeweeks als voor het weekend... En dat was in ruime mate te danken aan zijn achterklep.
Hugues, Directeur van Renault Classic: "De achterklep bracht een ware revolutie teweeg in de autosector, door een uitzonderlijke moduleerbaarheid te creëren in het interieur."
Een deur naar vrijheid
De Renault 4 groeide al snel uit tot een maatschappelijk fenomeen dankzij deze vijfde deur. Initiatiefnemer van het project was Pierre Dreyfus, van 1955 tot 1975 baas van de Régie Renault. Hij legde zijn teams uit dat hij 'volume' wilde in een 'Blue Jean'-auto, een auto die iedereen zou aanspreken en alle leeftijdsgroepen en sociale klassen over de hele wereld zou bereiken. Met ruim 8 miljoen verkochte exemplaren in meer dan honderd landen gedurende meer dan 30 jaar lijdt het geen twijfel dat Renault in die uitdaging geslaagd is. "Met de 4L en zijn achterklep hebben we een automodel uitgevonden en een nieuwe autostandaard gecreëerd,", zegt Hugues tevreden. "Het was een geniale uitvinding, die resulteerde in een auto die het midden hield tussen een sedan en een station, en zelfs een bedrijfsvoertuig."
De achterklep bood 4L-gebruikers een eenvoudige en praktische toegang tot het interieur, om een baal stro of kampeerspullen in te laden en te vervoeren, gericht op de activiteiten en het leven dat men leidde. De uitzonderlijke moduleerbaarheid die deze vijfde deur creëerde, bood ingenieurs en ontwerpers echter ook de mogelijkheid om de eerste echte 'auto om in te leven' te ontwerpen. "Dankzij die achterklep konden de ingenieurs zich namelijk ontdoen van de erg klassieke vorm (motorkap, interieur en kofferbak)," legt Hugues uit. "Met een vijfde deur ben je veel vrijer om te tekenen wat je wil." Het was inderdaad de achterklep die het mogelijk maakte om later nieuwe voertuigtypes zoals MPV's en SUV's te creëren...
Toegepast op het hele gamma
Door het succes dat de 4L dankzij deze innovatie kende, durfde Renault het recept later ook in meer traditionele segmenten toe te passen: in die van de gezinsauto met een reguliere kofferbak. Dat resulteerde in de Renault 16, geboren in 1965 en het boegbeeld van een ongeziene revolutie: hij 'democratiseerde' de nieuwe norm via hoger gepositioneerde modellen. Maar eigenlijk kan je de Renault 16 als een grote versie van de Renault 4 beschouwen. Hij beschikte namelijk over alle kenmerken van die laatste: ze kwamen allebei met vijfde deur en een uitgebreid moduleerbare achterbank.
"Met de Renault 16 beseften we dat we de achterklep konden 'opleggen' op gezinsvriendelijkere modellen en zelfs op topmodellen." Hugues, Directeur van Renault Classic
In feite leende de achterklep zich voor alle modellen, van sedans tot coupés en stations. Vanuit die basis begon Renault een uitgebreid gamma van modellen met achterklep te ontwikkelen, zoals de R20 en R30, de Fuego, de R25, de R11, enz. De achterklep beleefde zelfs zijn gloriedagen tijdens de rally Parijs-Dakar 1982, die werd gewonnen door de broers Marreau met hun Renault 20.
De achterklep van Arkana, een evidentie
In het huidige Renault aanbod is Arkana de grootste ambassadeur van de achterklep. "De achterklep was een must op deze mix van een SUV en een coupé," vertelt Hugues. "het vormt de ideale oplossing voor de ontwerper, die een strakke en elegante lijn kan tekenen terwijl de klant toch over alle nodige functionaliteit beschikt," gaat hij verder. "De achterklep van de Arkana creëert volume, vergemakkelijkt de toegang tot het interieur en biedt meer laadvolume dan een gewone kofferbak". Kortom, de ideale auto om gemakkelijk een golftas in te laden. Zelfs in combinatie met een baal stro, als je dat zou willen.