Eén van de meest succesvolle modellen binnen de autowereld beleefde twintig jaar geleden zijn  debuut. In 1996 presenteerde ŠKODA AUTO de Octavia voor het eerst aan de internationale pers. Gedurende de twee decennia daarop werd de ŠKODA Octavia wereldwijd een hit en is hij nog immer het bestverkochte model van de Tsjechische autofabrikant. Het compacte model heeft bovendien een elementaire rol gehad in de succesvolle ontwikkeling van het merk ŠKODA.

De ŠKODA Octavia viert een belangrijke mijlpaal. In twintig jaar tijd kozen vijf miljoen klanten wereldwijd voor één van de uiteenlopende modelvarianten van de Octavia-familie. De onderscheidende combinatie van bovengemiddeld veel ruimte, moderne motoren en veiligheid tegen een concurrerende prijs vormde de inspiratie voor alle modellijnen en -varianten die het merk daarna introduceerde.

Ongeveer een jaar nadat het Tsjechische automerk zich bij de Volkswagen Group schaarde, was de ontwikkeling van een compleet nieuwe ŠKODA Octavia modelserie in 1992 in volle gang. Het model was gebaseerd op een geheel nieuw platform, dat op Group-niveau in lijn met de komst van de Octavia was voorbereid. Met behulp van moderne CAD-technologie (Computer Aided Design) construeerden de engineers een robuuste carrosseriestructuur. Tegelijkertijd creëerde het designteam van ŠKODA een al even tijdloos en herkenbaar ontwerp, in het ontwikkelingscentrum van ŠKODA onder leiding van Hoofd Design Dirk van Braeckel.

De ontwikkelaars besteedden veel aandacht aan actieve en passieve veiligheid. Naast airbags voorin bood het merk de voor die tijd nieuwe zijairbags voor het eerst aan. Eveneens een speciale feature van het nieuwe compacte model was de praktische liftback-oplossing. De grote achterklep van het hatchbackmodel bood daardoor een riante toegang tot de 528 liter metende bagageruimte, die met de achterbank neer werd vergroot tot zelfs 1.328 liter.

In 1996 – het introductiejaar van het model – konden kopers kiezen uit twee viercilinder benzinemotoren en een turbodiesel. De basismotor was de 1.6 MPI met 55 kW/75 pk, de 1.8 20V daarboven leverde 92 kW/125 pk. De moderne, direct ingespoten 1.9 TDI turbodiesel genereerde 66 kW/90 pk bij een gemiddeld brandstofverbruik van 5,1 liter op 100 km. ŠKODA breidde het motorenaanbod geleidelijk uit met de extra zuinige, 50 kW/68 pk sterke 1.9 SDI en de 1.8 20 V turbo met 110 kW/150 pk. De eerste Octavia Combi (stationwagen) beleefde zijn wereldprimeur in maart 1998 op de Autosalon van Genève en volgde in mei van dat jaar. Deze koetswerkvariant groeide uit tot een bestseller, vooral in Europa. In 1999 debuteerde tevens de Octavia Combi met vierwielaandrijving.

De typeaanduiding Octavia/Octavia Combi verwijst naar het succesvolle model met dezelfde naam waarvan ŠKODA tussen 1959 en 1964 in Mladá Boleslav en Kvasiny zo’n 364.000 exemplaren produceerde. Het Latijnse woord ‘octavia’ betekent ‘de achtste’, een verwijzing naar ŠKODA’s achtste model in het ‘moderne tijdperk’ met een onafhankelijke wielophanging na het debuut van deze technologie in 1933.

Voor de nieuwe Octavia-modellen bouwde ŠKODA een nieuwe productielijn in een 37.500 m2 tellende hal in de fabriek in Mladá Boleslav, gevolgd door een nieuwe lakstraat die zo’n 1.800 auto’s per dag kon doorvoeren. De nieuwe productielijn werd op 3 april 1996 in gebruik genomen. De capaciteit van de fabriek nam met 90.000 auto’s toe tot 350.000 ŠKODA’s op jaarbasis, waarmee ŠKODA de grootste industriële onderneming in Tsjechië werd.

Het laatste exemplaar van de eerste modelserie rolde in november 2010 van de productielijn in Vrchlabí. Van 1996 tot en met 2010 leverde ŠKODA wereldwijd in totaal 970.000 Octavia’s en 470.000 Octavia’s Combi af aan klanten.
 
De tweede-generatie Octavia zette het succes van zijn voorganger naadloos voort. Tussen 2004 en 2013 verkocht ŠKODA in totaal 1,6 miljoen Octavia’s en 900.000 Octavia’s Combi. Technologieën als direct ingespoten benzinemotoren en de automatische transmissie met dubbele koppeling (DSG) debuteerden in die tijd in de Octavia II.
 
De derde-generatie Octavia, een belangrijke basis onder het huidige modelprogramma van ŠKODA, rolt sinds november 2012 van de productielijnen. Eind maart 2016 werd het 1 miljoenste exemplaar van deze modelgeneratie geproduceerd in ŠKODA’s belangrijkste fabriek in Mladá Boleslav.

Sinds de ŠKODA Octavia in 1996 op de markt kwam, heeft de Tsjechische autofabrikant vijf miljoen Octavia’s geproduceerd. Naast Mladá Boleslav wordt de ŠKODA Octavia ook gebouwd in China, India, Rusland en Kazachstan.

De ŠKODA 1000 MBX De Luxe is 50 geworden. De elegante tweedeurs beleefde zijn debuut in maart 1966 op de Internationale Autosalon van Genève. De ruime vijfpersoons auto met de motor achterin, gekoppeld aan achterwielaandrijving werd in oktober van datzelfde jaar in productie genomen.

“De legendarische tweedeurs ŠKODA 1000 MBX vormt met zijn vrije vormgeving de kroon op het succes van de eerste Tsjechische auto die op grote schaal geproduceerd werd: de vierdeurs ŠKODA 1000 MB,” aldus Andrea Frydlová, hoofd van het ŠKODA Museum. “Daarmee is het model een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van ŠKODA. De productieaantallen in Mladá Boleslav namen gaandeweg de jaren ’60 aanzienlijk toe. Veel vooruitstrevende technologieën die in productie werden genomen, sloegen aan, waaronder de productie van onder hoge druk gegoten cilinderblokken, versnellingsbakhuizen en krukassen.”



De MBX was gebaseerd op het vierdeurs ŠKODA 1000 MB productiemodel, dat vertrouwde op een moderne monocoque carrosseriestructuur en een motor die achter de achteras was gemonteerd. ŠKODA bouwde begin jaren ‘60 voor de productie van de ŠKODA 1000 MB een compleet nieuwe fabriek in de directe nabijheid van de bestaande productiefaciliteit in Mladá Boleslav. De nieuwe fabriek bestond uit moderne faciliteiten met meer dan veertig productiehallen en diverse andere gebouwen op een oppervlakte van 80 hectare.

De historie van de tweedeurs MBX gaat terug naar 1960, toen de twee prototypen van de ŠKODA 990 Tudor werden gebouwd. De speciale carrosserie - met duidelijk naar binnen toe lopende C-stijlen die opgingen in de panoramische achterruit en de twee portieren met ramen zonder raamstijlen - werd ontworpen in de Kvasiny-fabriek. Het koetswerk behield de genereuze ruimte van de oorspronkelijke sedan, met een verbeterd (uit)zicht.

Niet alleen konden de bestuurder en voorpassagier hun portierramen omlaag draaien, ook de achterpassagiers hadden de mogelijkheid smalle ruitjes achterin te openen. Bovendien konden de driehoekige C-stijl ruitjes naar buiten worden geklapt voor extra ventilatie.

De ŠKODA 1000 MBX De Luxe werd op 10 maart 1966 op de Autosalon van Genève voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Het model verraste de bezoekers met zijn originele vormen. Het tweedeursmodel wekte door de grote glasoppervlakken de indruk geen B-stijl te hebben. Die B-stijl eindigde in het midden van de carrosserie onder de raamlijn, waarbij het smallere bovenste deel samen met de ramen naar beneden gedraaid kon worden. Op dat moment profiteerden de inzittenden van een fantastisch zicht naar buiten en een buitengewoon gevoel van ruimte.

De ŠKODA 1000 MB en de tweedeurs MBX vestigden nieuwe standaards dankzij de innovatieve motor en aandrijftechnologie. Op het gebied van motorenproductie was ŠKODA de eerste Europese fabrikant ooit die gegoten aluminium gebruikte voor de productie van het cilinderblok. Ook de viertraps versnellingsbak werd volgens datzelfde procedé geconstrueerd. Daarmee gaf ŠKODA een vervolg aan het proces dat in 1922 oorspronkelijk werd geïnitieerd door de Tsjechische engineer Josef Polák, met aanzienlijk kortere productietijden als belangrijkste voordeel.

De ŠKODA 1000 MBX werd aangedreven door een viercilinder benzinemotor met een inhoud van 988 cm3 en een vermogen van 38 kW/52 pk bij 5.000 tpm. Met een leeggewicht van 815 kg en een laadvermogen van 375 kg bereikte de auto een topsnelheid van 127 km/u. Het brandstofverbruik lag tussen 7,8 en 8,0 liter benzine op 100 km. Het model was standaard voorzien van twee Jikov carburateurs; een motor met een enkele carburateur werd slechts in een paar gevallen gemonteerd. De tijdsintensieve assemblage van de ŠKODA 1000 MBX, die vele manuren vergde, startte in oktober 1966 in het stand-alone deel van de Mladá Boleslav-fabriek, zodat de hoofdproductielijn geen vertraging opliep. De laatste twaalf MBX-modellen van de in totaal 1.403 exemplaren van de 1-liter-versie rolden begin 1968 van de productielijn.

In november 1967 werd het modelaanbod van het merk uitgebreid met de sportieve 1100 MBX De Luxe. Het motorvermogen bleef onaangetast bij een cilinderinhoud van 1.107 cm3, maar het voordeel was dat het koppel steeg van 75,5 naar 81,4 Newtonmeter. Andere verbeteringen waren een krachtigere oliepomp en een efficiëntere koeling. Van deze sterkere versie werden tot 1969 1.114 exemplaren gebouwd, waarmee het totale aantal tweedeurs MBX-versies uitkwam op 2.517.

Ondanks het relatief lage productievolume vergeleken met het 1000 MB serieproductiemodel (443.156 auto’s) gaf deze uitvoering de populariteit van het merk ŠKODA in tal van veeleisende buitenlandse markten een aanzienlijke ‘boost’. De legendarische Coupé ŠKODA 110 R (1970-1980) gaf een passend vervolg aan het succes van de aantrekkelijke tweedeurs MBX-versie, gevolgd door de Garde- en Rapid-modellen.

Na het winnen van het WK Rally in 1996 met de Ibiza Kit Car in de 2-liter klasse, besloot SEAT zich nog nadrukkelijker te focussen op één van zijn kernwaarden: de passie voor competitie. Die passie stond aan de basis van het CUPRA-label, een revolutionair initiatief om consumenten de mogelijkheid te bieden een straatauto te rijden met serieuze sportwagenprestaties. De naam van het label – een combinatie van Cup en Racing – vat die twee concepten passend samen. Vanaf dat moment hebben de CUPRA-modellen symbool gestaan voor de sportieve inborst die het merk SEAT altijd heeft gekenmerkt.

In 2016 – het jaar dat SEAT de nieuwe Leon CUPRA 290 introduceert – bestaat het submerk CUPRA precies twintig jaar, een jubileum dat niet op een beter moment had kunnen plaatsvinden. Ook nieuwe modellen binnen de CUPRA-familie, zoals afgelopen jaar de 192 pk sterke Ibiza CUPRA 1.8 TSI, blijven trouw aan de bekende CUPRA-formule: een scherpe handling, maximale prestaties, aansprekend design en bovenal een sterke nadruk op sportiviteit.

Het begin van een begrip
De eerste generatie CUPRA zag in 1996 het licht. Het jaar ervoor boekte de Ibiza 1.8 Groep A bemoedigende resultaten in het WK Rally, wat voor SEAT aanleiding was om – getrouw aan de racetraditie die het merk sinds de jaren ’70 zoveel successen bracht – een revolutionair model te ontwikkelen: de Ibiza Kit Car. Voorzien van een 250 pk sterke 2.0-liter motor verraste het model de andere teams in het kampioenschap met zijn indrukwekkende prestaties en betrouwbare motor, een combinatie waarmee de auto zowel op de gebaande als ongebaande paden uitstekend uit de voeten kwam. Het team van SEAT Sport deed aan acht rally’s mee, en na één overwinning (Portugal) en zes podiumplekken werd het tot kampioen gekroond in de 2-liter klasse. Het was de eerste wereldtitel voor een Spaans merk, een mijlpaal in de historie van de internationale autosport.

Tweelingbroer voor de openbare weg
Het belang van en de ambitie voor het project dat SEAT had gelanceerd, bleven niet voorbehouden aan enkel het circuit. Tegelijk met de ontwikkeling van de Ibiza Kit Car werkte SEAT Sport ook maandenlang aan een ‘tweelingbroer’ voor op de openbare weg. Deze 150 pk sterke Ibiza 2.0 was het eerste model dat het CUPRA-embleem droeg. Het idee om raceprestaties en knowhow te combineren in een productieauto werd hartstochtelijk toegejuicht.

De Ibiza, die in 1984 werd geïntroduceerd, was in Spanje uitgegroeid tot een waar sociaal icoon, waarmee hij een passend vervolg gaf aan het erfgoed van de legendarische SEAT 600. De Ibiza sprak met name jonge automobilisten aan en werd onder die groep een populair bezit. SEAT besloot om dat potentieel te benutten. Op jonge mensen, of eenvoudigweg de liefhebbers van sportiviteit, oefenden de prestaties van de Ibiza 2.0 een grote aantrekkingskracht uit. Hij sprintte in 8,3 seconden van 0 naar 100 km/u en realiseerde een top van 216 km/u. Het was onder alle omstandigheden een veilige en betrouwbare auto.

Trouw aan hoogwaardige technologie
Het succes van de CUPRA-modellen is te danken aan de continue zoektocht naar perfectie en het toepassen van geavanceerde, prestatieverhogende technologie. In dit opzicht zorgden de gezamenlijke inspanningen van de teams van SEAT Sport en het Technical Center voor opmerkelijke resultaten. In 2000 introduceerde SEAT de tweede versie van de Ibiza CUPRA, voorzien van een krachtige, 156 sterke 1.8 20VT motor, als nieuw boegbeeld voor de Ibiza-reeks. Voor het eerst kreeg het model ESC (elektronische stabiliteitsregeling), een vooruitstrevende technologie voor een model in die klasse.

Datzelfde jaar werd de CUPRA-familie uitgebreid met de SEAT Leon. Die vertrouwde op vierwielaandrijving en een 2.8-liter V6 waarmee het model voor het eerst de 200 pk grens doorbrak. De toewijding van SEAT voor het CUPRA-label zorgde vervolgens voor uitbreiding naar andere modellen. In hetzelfde jaar debuteerde ook de Cordoba CUPRA 1.8 20VT met 156 pk, in een ambitieuze poging om consumenten een straatversie te bieden van de SEAT Cordoba WRC die drie jaar lang in de top van het World Rally Championship meestreed.

SEAT sloot het jaar 2000 af door de internationale media op de Birmingham Motor Show te verrassen met de presentatie van de 180 pk sterke Ibiza CUPRA R 1.8 20VT. Dat was het eerste model van SEAT dat de letter R in zijn naam droeg, waarmee het model zich nadrukkelijk onderscheidde als een pure ‘hot hatch’. Slechts 200 exemplaren werden er van geproduceerd, waarmee een traditie van speciale limited editions van het Spaanse merk werd geboren.

De eerste Leon die door SEAT Sport onder handen werd genomen was de CUPRA R in 2002. De autosportdivisie van het Spaanse merk gaf het model een 1.8 20 VT met 210 pk die onder alle omstandigheden uitstekende prestaties leverde. Een jaar later volgde een nog sterkere versie met 225 pk.

Breedteproject
Vanaf 2006 werd het Technical Center verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de CUPRA-modellen, zodat SEAT Sport zich geheel kon focussen op de inzet van auto’s in competitieverband. In 2002 had SEAT namelijk zijn rentree in de autosport gemaakt met de SEAT Leon Supercopa merkencup.

De ontwikkeling van een CUPRA-model is een breedteproject waarbij elke divisie van SEAT betrokken is. Elke afdeling werkt minutieus om het oorspronkelijke idee tot werkelijkheid te maken, met als resultaat een productiemodel dat de indrukwekkende prestaties van een competitieauto levert.

De continue uitbreiding van de CUPRA-familie is door de autosportmedia altijd zeer positief ontvangen, zowel in Spanje als in de rest van Europa. Critici hebben de voortdurende technologische hoogstandjes, verbeteringen in rijprestaties en ontwikkelingen als de introductie van de krachtige, 160 pk sterke Ibiza CUPRA 1.9 TDI in 2004 altijd lof toegezwaaid.

Records op de Nürburgring
De grootste stap voor het CUPRA-merk in zijn twintigjarig bestaan was een historische prestatie. Op 18 oktober 2014 verpulverde de Leon CUPRA Performance Pack, met SEAT-fabriekscoureur Jordi Gené aan het stuur, het ronderecord voor voorwielaangedreven productieauto’s op de legendarische Duitse Nürburgring Nordschleife. De uiteindelijke tijd van 7:58.44 vormde een kroon op al het harde werk van een team van 15 man, inclusief monteurs en engineers. Elk element was tot in het kleinste detail uitgewerkt en doordacht, zoals het beperken van onnodig gewicht zonder de stabiliteit van de auto negatief te beïnvloeden, waardoor hij op het rechte stuk van Tiergarten een top van 242 km/u klokte. De originele productieauto was uitgerust met de standaard 2.0 TSI-motor uit de Leon CUPRA 280, grotere high-performance Brembo-remmen, exclusieve 19 inch lichtmetalen velgen en high-performance Michelin Pilot Sport Cup 2 banden.

De Europese pers reageerde met een mengeling van verrassing en bewondering op het nieuws, en SEAT won er het respect van alle racefans mee. Maar SEAT en CUPRA blijven hun stempel op de racehistorie drukken. In 2015 rondde een Leon ST CUPRA, opnieuw met Jordi Gené in de bestuurdersstoel, de Nürburgring nog sneller dan zijn kleinere broer met een tijd van 7:58.12. Met dit resultaat biedt SEAT kopers de snelste productie-stationwagon die op de markt leverbaar is.

Na twintig jaar van technische en sportieve prestaties blijft het CUPRA-concept stappen voorwaarts maken. De introductie van een auto in 2016 met zulke uitzonderlijke prestaties als de Leon CUPRA 290 bewijst dat het erfgoed meer leeft dan ooit tevoren.

Overzicht 20 jaar CUPRA
Ibiza
Ibiza CUPRA 2.0 16V 150 pk (1996 – 2e generatie)
Het eerste SEAT-model met CUPRA-aanduiding werd in 1996 geïntroduceerd om de eerste overwinning van SEAT in het WK Rally in de 2-liter klasse met de Ibiza Kit Car kracht bij te zetten. De CUPRA was uitgerust met een sterke 150 pk motor en had een aantrekkelijk design met uitgesproken sportiviteit. Hij bereikte de 100 km/u in 8,3 seconden en stoomde door naar een topsnelheid van 216 km/u.

Ibiza CUPRA 1.8 20VT 156 pk (2000 – 2e generatie)
SEAT bracht deze versie in 2000 uit, voorzien van een krachtige, 156 pk sterke motor die in 7,9 seconden van 0 naar 100 km/u sprintte en een topsnelheid van 218 km/u klokte. De grootste innovatie van dit model was de toevoeging van het ESC-systeem (elektronische stabiliteitscontrole), een primeur in die tijd in deze klasse.

Ibiza CUPRA R 1.8 20VT 180 pk (2000 – 2e generatie)
Dit model arriveerde eind 2000 in de showrooms. Hij was uniek, want het was de eerste productieauto voor de openbare weg die door SEAT Sport – de autosportdivisie van het merk – was ontwikkeld. Slechts 200 exemplaren zagen het daglicht. Deze CUPRA-variant leverde 180 pk en stond borg voor een top van 225 km/u en een 0-100 km/u acceleratie in slechts 7,2 seconden.

Ibiza CUPRA 1.9 TDI 160 pk (2004 – 3e generatie)
Toen dit model in 2004 werd gelanceerd, was de vierde versie van de Ibiza CUPRA één van de meest krachtige dieselmodellen in zijn segment, waardoor hij bijna tot een cultauto uitgroeide. Deze nieuwe CUPRA putte topprestaties uit zijn 160 pk motor, waaronder een topsnelheid van 220 km/u en een sprint van 0-100 km/u in 7,6 seconden.

Ibiza CUPRA 1.8 20VT 180 pk (2004 – 3e generatie)
Deze versie uit 2004 was snel, stabiel en gemakkelijk te rijden. In combinatie met een 180 pk sterke motor spurtte hij in slechts 7,3 seconden naar de honderd, de snelste waarde destijds in deze klasse, en vervolgens door naar een top van 230 km/u.

Ibiza CUPRA 1.4 TSI 180 pk (2009 – 4e generatie)
De belangrijkste eigenschappen van deze 2009-uitvoering waren zijn hoog-vermogende 180 pk turbo benzinemotor en de 7-traps DSG-automaat. Hij haalde een topsnelheid van 225 km/u en een 0-100 km/u acceleratie in 7,2 seconden.

Ibiza CUPRA 1.8 TSI 192 pk (2015 – 4e generatie)
De nieuwste Ibiza CUPRA, die in 2015 volgde, combineert alle sportieve elementen van SEAT. Hij vertrouwt op een indrukwekkende, 192 pk sterke motor, sprint in slechts 6,7 seconden van 0 naar 100 km/u en brengt een top van 235 km/u op de klokken. Het nieuwe interieur onderscheidt zich door geavanceerde technologie en optimale connectiviteit dankzij het Full Link-systeem.

Cordoba
Cordoba CUPRA 1.8 20VT 156 pk (2000 – 1e generatie)
Het vertrouwen van SEAT in het CUPRA-concept vertaalde zich naast de Ibiza en Leon ook in andere CUPRA-versies. In 2000 volgde de Cordoba CUPRA 1.8 20VT (156 pk), als ambitieuze poging om klanten een straatversie van de SEAT Cordoba WRC te bieden die drie jaar lang in de top van het WK Rally meestreed. Het model haalde een topsnelheid van 218 km/u en sprintte in 8 seconden van 0-100 km/u.

Leon
Leon CUPRA 2.8 V6 4 204 pk (2000 – 1e generatie)
Dit model werd in 2000 geïntroduceerd en was voor SEAT speciaal vanwege diverse redenen. Het was de eerste CUPRA met een atmosferische V6-motor, de eerste productieauto die meer dan 200 pk leverde en de eerste Leon met een zesversnellingsbak. Het enorme vermogen van 204 pk stuwde de auto naar een topsnelheid van 235 km/u, de 0-100 km/u sprint werd in 7,3 seconden voltooid. Recaro-stoelen maakten deel uit van de standaarduitrusting.

Leon CUPRA R 1.8 20VT 210 pk (2002 – 1e generatie)
De tweede versie van de Leon CUPRA, die in 2002 volgde, was de eerste Leon die door SEAT Sport was ontwikkeld en één van de heetste hatchbacks van zijn tijd. De afwezigheid van vierwielaandrijving zorgde voor minder gewicht en dankzij een 210 pk motor bracht hij het tot 237 km/u en accelereerde hij in 7,2 seconden vanuit stilstand naar de 100 km/u.

Leon CUPRA R 1.8 20VT 225 pk (2003 – 1e generatie)
Dit model rolde in 2003 voor het eerst van de lijn, met een 225 pk 1.8 20VT-motor. De topsnelheid bedroeg 242 km/u, de 0-100 km/u sprint vergde slechts 6,9 seconden. Het Agile Chassis stond bovendien borg voor uitstekende prestaties, vooral in bochten.

Leon CUPRA 2.0 TSI 240 pk (2006 – 2e generatie)
De 2.0 TSI-motor van dit model leverde liefst 240 pk, een 0-100 km/u sprint in 6,4 seconden en een topsnelheid van bijna 250 km/u. Tot de introductie van de CUPRA R in 2009 was dit het snelste productiemodel van SEAT tot dusver.

Leon CUPRA R 2.0 TSI 265 pk (2009 – 2e generatie)
Ten tijde van de introductie in 2009 was dit 265 pk model de meest krachtige CUPRA in de SEAT-historie. Het was een volbloed sportwagen met een exclusief design, een overvloedige uitrusting, maximale grip dankzij het elektronische XDS sperdifferentieel, een top van 250 km/u en een acceleratie van 0-100 km/u in slechts 6,2 seconden.

Leon CUPRA 2.0 TSI 280 pk (2014 – 3e generatie)
Met 280 pk is deze derde generatie van de Leon CUPRA zonder twijfel het vlaggenschipmodel van SEAT. De technologische highlights? Dubbele injectie, variabele kleptiming, een DCC adaptief onderstel, een actief sperdifferentieel, progressieve besturing, het CUPRA Drive Profile en standaard full-LED koplampen, om er maar enkele te noemen. En een keuze uit een handgeschakelde zesbak of een soepele DSG-automaat. Voor het eerst is de Leon CUPRA leverbaar in drie carrosserievarianten: een 3-deurs SC, een 5-deurs en de ST stationwagon.

Leon CUPRA 2.0 TSI 290 pk (2016 – 3e generatie)
Met nog eens 10 pk extra en alle sportieve elementen, technologie en prestaties uit de CUPRA-lijn is de aantrekkingskracht van deze ultieme Leon groter dan ooit, als het meest krachtige model uit de geschiedenis van SEAT.

• Renault Scénic viert 20-jarig jubileum in 2016 
• Mijlpaal voor eerste compacte MPV op Europese markt
• Bijna 5 miljoen verkochte exemplaren sinds lancering in 1996
• Renault onthult vierde generatie Scénic op Autosalon Genève

Renault viert in 2016 het 20-jarig jubileum van de Scénic. Daarnaast presenteert Renault op de Autosalon van Genève in maart de vierde generatie Scénic. Een mooi moment om terug te blikken op de succesvolle drie generaties.

In 1988 ontstond het idee voor een compacte familieauto van Renault bij toenmalig Renault Design Directeur Patrick Le Quément. Zijn idee leidde tot de realisatie van het studiemodel Scénic, een afkorting voor ‘Safety Concept Embodied in a New Innovative Car’. In 1996 verscheen de eerste generatie Renault Scénic, die wordt gezien als de allereerste compacte MPV op de Europese markt.

De lancering van de Renault Scénic vormt het startpunt voor een succesvolle carrière met in 1997 meteen een bekroning tot Europese Auto van het Jaar. Sinds de introductie van het eerste model zijn al bijna 5 miljoen exemplaren verkocht. De populaire Scénic is een synoniem voor comfort, bruikbaarheid, innovatieve technologie en veiligheid. Voor de vierde generatie Scénic zal dat niet anders zijn.

Op 12 december jl. vierde Garagebedrijf Wietsma in Ten Boer haar 25-jarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan had eigenaar Rienko Wietsma, die op deze dag ook zijn 59-ste verjaardag vierde, al zijn klanten, familie en relaties een uitnodiging gestuurd, om dit heuglijke feit samen te komen vieren. Maar liefst 450 personen(!) gaven acte de présence om Garagebedrijf Wietsma te feliciteren. De eerste gasten stonden om 11.00 uur al voor de deur, toen de hapjes en drankjes nog niet eens waren uitgestald!

tekst: Evert Flapper  foto's: Garagebedrijf Wietsma

Het enthousiasme was dus niet van de lucht en Rienko werd de hele dag in het zonnetje gezet met veel boeketten en andere originele kado’s, waaronder een feestelijke chocolade-replica van de Kever cabrio, die, zoals iedere vaste bezoeker wel weet, hét gezicht is van Garagebedrijf Wietsma.

Garagebedrijf Wietsma had de complete showroom incl. werkplaats omgetoverd tot een ware feestzaal. Naast de Kever cabriolet trok ook de in de werkplaats opgestelde Peterbilt-truck van Snap-on-dealer Hans de Jong, heel veel bekijks.

Zo werd het voor de dubbele jubilaris een dag om nooit te vergeten. Voor diegenen die om wat van reden dan ook niet konden komen: er is een prachtig fotoboek gemaakt, met daarin alle plaatjes die tijdens deze onvergetelijke dag zijn geschoten. Reden genoeg om nog eens binnen te lopen bij Garagebedrijf Wietsma!

U bent dus van harte welkom, de koffie staat altijd klaar!

Voor meer informatie:
Garagebedrijf Wietsma
Nijverheidsweg 4, 9791 DA Ten Boer
T 050-3021985  www.garagewietsma.nl

ŠKODA viert dit jaar het 120-jarig bedrijfsbestaan en 110 jaar autoproductie. In 1905 presenteerden de grondleggers van ŠKODA, Václav Laurin en Václav Klement (L&K), hun eerste auto: de legendarische Voiturette A. De publicatie van de eerste officiële foto’s op 29 oktober 1905 in de ‘Allgemeinen Automobil-Zeitung’ wordt gezien als de geboortedatum van deze auto en van L&K als automerk. Dezelfde foto, aangevuld met extra details, werd eind 1905 ook gepubliceerd op de voorpagina van het Tsjechische weekblad 'Sport a Hry‘ ('Sport en Spel'). Bohemen werd hiermee één van de wiegen van de automobiel.

Na de Fluwelen Revolutie in 1989 had ŠKODA behoefte aan een sterke, strategische partner. De fusie met de Volkswagen Group in 1991 markeerde een beslissende stap om het merk uit te laten groeien tot één van de grootste succesverhalen uit de recente geschiedenis van de automobiel. Het grootste en mooiste bewijs hiervan is de verzesvoudiging van de ŠKODA verkopen tussen 1991 en 2014.

1865-2015 – 150 jaar sinds de geboorte van oprichter Václav Laurin
1895-2015 – 120-jarig bestaan van het bedrijf en start van fietsproductie
1905 -2015 – 110 jaar autoproductie
2015 – meer dan 17 miljoen auto’s geproduceerd
ŠKODA AUTO: wereldmerk en één van de vier langst bestaande automerken die nog steeds auto’s produceren.

EERSTE AUTO: VOITURETTE A MET 7 PK
De constructie van de Voiturette A volgde het toen moderne bouwprincipe met een motorradiator voor de motor en een hellende stuurkolom. Een watergekoelde 7 pk (5,2 kW) tweecilinder motor met een cilinderinhoud van 1.005 cm³ zorgde voor de aandrijving, goed voor een topsnelheid van ongeveer 40 km/h. De transmissie had drie versnellingen en één achteruit, de koppeling was bekleed met leder. De Voiturette A, waarvan L&K tenminste 44 exemplaren produceerde, woog ongeveer een halve ton.

VÁCLAV LAURIN
27/09 1865 – 4/12 1935
Václav Laurin, Boheems mobiliteitspionier en één van de twee grondleggers van ŠKODA, zou op 27 september jongstleden 150 zijn geworden. Samen met zijn zakenpartner Václav Klement richtte hij in 1895 de voorganger van ŠKODA, Laurin & Klement (L&K) op. Hun slogan luidde: ”Alleen het beste is goed genoeg voor onze klanten.“ L&K bouwde aanvankelijk fietsen en motorfietsen en later, vanaf 1905, auto‘s. In 1925, - 90 jaar geleden - fuseerde L&K met ŠKODA, een motorenfabrikant uit Pilsen en destijds het grootste bedrijf in de Tsjechische republiek. Op 4 december was het 80 jaar geleden dat de beroemde Tsjechische ingenieur overleed.

WIST JE DAT...
ŠKODA in 120 jaar tijd haar logo maar zes keer veranderde?

WIST JE DAT...
ŠKODA AUTO ook succesvol was met het bouwen van vliegtuigmotoren? Het merk produceerde in de jaren 20 de L&K Lorraine Dietrich vliegtuigmotoren. Dit waren acht- en twaalfcilinders met vermogens van 400 en 450 pk. De twaalfcilinder was een meersterwerk. Deze W-motor met vier cilinders in drie rijen leverde zijn maximale vermogen al bij 1.850 toeren per minuut. De L&K vliegtuigmotoren waren onder meer te vinden in de Tsjechische vliegtuigen Letov S-12 en SB-16.

WIST JE DAT...
ŠKODA altijd werd beschouwd als een technisch innovator? Exact 80 jaar geleden presenteerde ŠKODA het revolutionaire prototype 935, waarmee het merk zijn kennis en expertise in aerodynamica toonde. De auto, uitgerust met een boxermotor vóór de achteras, bevindt zich momenteel in de laatste fase van zijn restauratie.

ONTMOET DE HISTORIE
in het ŠKODA MUSEUM in Mladá Boleslav. Dit kan ook online op http://museum.ŠKODA-auto.com

Uitbreiding fabriek zorgt voor 1.300 nieuwe banen

In de ŠKODA-fabriek in Kvasiny is onlangs de 500.000ste ŠKODA Yeti van de band gerold. Het jubileumexemplaar is een sportieve ŠKODA Yeti Monte Carlo in Corrida Red. Met een productieaantal van een half miljoen is de ŠKODA Yeti één van de meest populaire SUV’s ter wereld.

“Het bereiken van het productiecijfer van 500.000 ŠKODA Yeti’s is wederom een mijlpaal voor de Kvasiny fabriek“, zegt Michael Oeljeklaus, ŠKODA bestuurslid voor Productie en Logistiek. “Sinds de introductie heeft de Yeti in Europa en op de internationale markten voor blije en tevreden klanten gezorgd. We danken dit succes niet in het minst aan ons team in Kvasiny. Het is door hun technische skills, expertise en het hoogste commitment dat zij in feite zelf de uitstekende reputatie van de fabriek hebben gevormd. De komende jaren zal het productievolume in Kvasiny aanzienlijk toenemen. De productie van SUV’s gaat hier een belangrijke rol spelen.“

ŠKODA debuteerde in 2009 in het SUV-segment met de Yeti, die al snel een van de meest succesvolle modellen in zijn klasse werd. In 2013 onderging de Yeti een grondige facelift. Sindsdien is hij verkrijgbaar als stijlvolle ŠKODA Yeti en als nog meer op avontuur gerichte ŠKODA Yeti Outdoor. Beide modellen scoren met hun expressief design, origineel ontworpen interieurs, handige Simply Clever oplossingen en hoge veelzijdigheid.

Beide versies van de Yeti zijn beschikbaar met voor- en vierwielaandrijving. De moderne 4x4-aandrijving heeft uitstekende off-road eigenschappen en geeft elk wiel maximale grip wanneer nodig.

Als aanvulling op de productie in Kvasiny, bouwt ŠKODA de Yeti ook in China en Rusland. In de Volkswagen-fabriek in Shanghai wordt de Yeti speciaal voor de Chinese markt in een verlengde versie geproduceerd. In Rusland vindt de productie plaats in de fabriek in Nizjni Novgorod. Kvasiny is één van de drie ŠKODA-fabrieken in Tsjechië.

Naast de productie van ŠKODA Yeti worden hier momenteel ook de nieuwe ŠKODA Superb en Superb Combi geproduceerd. In 2014 produceerde Kvasiny 166.200 ŠKODA’s. Op dit moment werken er ongeveer 4.500 mensen, waardoor het één van de grootste werkgevers in de regio Hradec Králové is. De autofabriek werd 81 jaar geleden opgericht en sinds 1947 worden er ŠKODA’s geproduceerd.

Momenteel ondergaat de fabriek in Kvasiny de grootste modernisering en uitbreiding ooit. De komende jaren zal de productiecapaciteit hier toenemen tot 280.000 auto’s per jaar. Dit levert zo’n 1.300 nieuwe banen op. De ŠKODA Yeti is er al vanaf € 21.990,-. Tijdens de Propvol Voordeelweken t/m 31 december profiteert de consument van € 2.200,- voordeel op de speciale ŠKODA Yeti Edition. Een unieke, rijk uitgeruste uitvoering ter gelegenheid van het 120-jarig bestaan van ŠKODA, met hetzelfde voordeel ook beschikbaar in de stoere Outdoor variant.

* In dit bericht vermelde prijzen zijn consumentenadviesprijzen inclusief BPM/BTW, exclusief afleverkosten. Lees de algemene verkoopinformatie op www.skoda.nl

ŠKODA viert dit jaar niet alleen het 120-jarig bestaan, maar ook 110 jaar autoproductie. In 1905 presenteerden de grondleggers van ŠKODA, Václav Laurin en Václav Klement (L&K) hun eerste auto: de legendarische Voiturette A. De publicatie van de eerste officiële foto’s op 29 oktober 1905 in de ‘Allgemeine Automobil-Zeitung’ wordt gezien als de geboortedatum van deze auto en van L&K als automerk.



“Wij zijn trots op 110 jaar autoproductie in Mladá Boleslav“, zegt ŠKODA bestuurslid Bohdan Wojnar. “Bohemen is hiermee één van de wiegen van de automobiel. Met kennis, moed en energie, legden Laurin en Klement de basis voor het toekomstige succes van ŠKODA. Inmiddels hebben in Tsjechië gebouwde auto's een uitstekende reputatie over de hele wereld."

In 1905, tien jaar na de oprichting van de L&K fietsfabriek en zes jaar nadat de eerste L&K motorfiets werd gebouwd, maakte L&K de sprong naar de productie van auto’s met een compact 7-pk voertuig. De Franse term Voiturette betekent karretje of kleine auto. Kort nadat de eerste foto's in de Allgemeine Automobil-Zeitung waren gepubliceerd en de eerste testritten achter de rug waren, ging het model in de verkoop.

Wat in 1905 begon met de L&K Voiturette A is sindsdien als ŠKODA uitgegroeid tot een internationaal succesvolle volumefabrikant met ongeveer 40 modelvarianten. De productie en verkoop van meer dan 17 miljoen auto's sinds 1905 bewijst de kracht van het merk.

De constructie van de Voiturette A volgde het toen moderne bouwprincipe met een motorradiator voor de motor en een hellende stuurkolom. Een watergekoelde 7 pk (5,2 kW) tweecilinder motor met een cilinderinhoud van 1.005 cm³ zorgde voor de aandrijving, goed voor een topsnelheid van ongeveer 40 km/h. De transmissie had drie versnellingen en één achteruit, de koppeling was bekleed met leder. De Voiturette A, waarvan L&K tenminste 44 exemplaren produceerde, woog ongeveer een halve ton.

Met hun eerste, zelf ontwikkelde en geproduceerde auto, ging een langgekoesterde droom van Václav Laurin en Václav Klement in vervulling. Een paar jaar eerder waren de twee entrepeneurs al betrokken bij een particuliere autoproductie. In een L&K motorfiets catalogus uit 1900 valt te lezen: "Laurin & Klement – fiets-, motor- en autofabriek Slavia, Mladá Boleslav (Bohemen)". Zo introduceerde L&K in juli 1900 in Praag een zogenaamde ’quadricycle‘ - een voertuig op vier wielen, waarbij de passagier tegenover en iets lager dan de bestuurder zat. 

Op de Motor Show van Wenen in 1901, presenteerde L&K een van deze voertuigen met een stuurwiel in plaats van hendels om mee te sturen. Bedrijfsfoto's uit 1902 tonen tevens een tekening van een auto in de Mladá Boleslav fabriekshallen. Ook is er een afbeelding uit 1903 van Václav Klement die bij de fabriekspoorten aan het stuur van een auto zit.

1905: De doorbraak
In 1905 kwam de doorbraak: L&K’s eerste auto werd voorgesteld aan het publiek. In april dat jaar had het bedrijf op de Motor Show van Praag al de nodige opschudding veroorzaakt met een tweecilinder V-motor. Daarmee werd duidelijk dat de eerste auto uit Mladá Boleslav niet lang meer op zich zou laten wachten.

De eerste foto's van de nieuwe uitvinding werden gepubliceerd in de editie van 29 oktober van de Allgemeine Automobil-Zeitung. Het was ook hier dat de naam Voiturette voor het eerst verscheen. Dezelfde foto, aangevuld met extra details, werd eind 1905 ook gepubliceerd op de voorpagina van het Tsjechische weekblad 'Sport a Hry‘ ('Sport en Spel').

De Voiturette A markeerde het begin van een succesvolle autoproductie in Mladá Boleslav. 110 jaar later zijn er in Tsjechië ŠKODA-fabrieken in Mladá Boleslav, Kvasiny en Vrchlabí. Daarnaast rollen er internationaal ŠKODA’s van de band, waaronder in China, India en Rusland.

· Porsche Targa vijftig jaar jong
· Traditionele targa-beugel naast veiligheidsfeature ook uniek stijlkenmerk
· Eén op de acht 911-modellen is een Targa

Al voor de 911 in 1964 voor het eerst aan het publiek wordt getoond, staat voor Porsche vast dat er ook een open versie moet komen. Dat resulteert in 1965 in de 911 Targa. Sindsdien is één op de acht verkochte 911 modellen een Targa. Na vijftig jaar productie is hij populairder dan ooit, al helemaal sinds het model met de kenmerkende brede beugel op de plek van de B-stijl vorig jaar is gereïncarneerd.

De 911 Targa kan niet in een hokje worden geplaatst; hij koppelt de voordelen van het open rijden aan het comfort van een gesloten auto. De geschiedenis van de Targa begint al in 1961 in Zuffenhausen. Dat jaar ontvangt de designer Ferdinand Alexander ‘Butzi ‘ Porsche de opdracht om een open versie te ontwerpen van de nieuwe 901 - later omgedoopt in 911 - die in ontwikkeling is. Porsche is er veel aan gelegen om een open versie op de markt te brengen. Ongeveer een vijfde deel van de 356-clientèle kiest voor een dakloos exemplaar; de cabriolet is met name in Amerika populair. Omdat de Amerikaanse veiligheidsvoorschriften een cabrioletversie na een offensief van veiligheidsgoeroe Ralph Nader lijken te gaan torpederen, ontwikkelt Butzi als een van de eersten ter wereld een slim en innovatief concept: een targa met rolbeugel en een afneembaar vouwdak. De auto is afgeleid van de 911 Coupé en voldoet aan de grote vraag naar een open variant van de ‘Elfer’.

Uniek stijlkenmerk
Butzi Porsche construeert in 1963 zes voorstellen voor de nieuwe Targa. Uiteindelijk valt de keuze op het model met de stijlbepalende rvs targa-beugel met drie sleuven en het inmiddels wereldberoemde ‘targa’-logo. Omdat de dreiging van een Amerikaanse cabrioletboycot inmiddels is bezworen, gaat het niet meer over het veiligheidsaspect alléén, maar ook over het design. De beugel die in 1965 wordt gepatenteerd is een uniek stijlkenmerk dat door het publiek wordt omarmd.

De Targa is de star of the show tijdens de IAA in september 1965; het eerste exemplaar van de ‘Sicherheits-Cabriolets’ loopt pas in december 1966 van de band en staat vanaf 1967 in de showroom. Het vouwdak van aluminium en kunstleder is makkelijk uitneembaar en voorin de kofferruimte op te bergen. De kunststof achterruit is volledig los te ritsen om het cabrioletgevoel nog dichter te benaderen.

Opnieuw ingegeven door de Amerikaanse regelgeving ontwikkelt Porsche in 1968 een achterruit van veiligheidsglas; in eerste instantie als optie maar vanaf 1969 is deze verwarmbare ruit standaard uitrusting.

De Targa is een schot in de roos. Porsche fabriceert tot 1973 op basis van de ‘Urelfer’ liefst 23.358 modellen van de 911 Targa en 2.562 exemplaren van de viercilinder 912 Targa.

Ronduit spectaculair
Als Porsche in 1973 het zogeheten G-model introduceert als opvolger van de ur-911, blijft de Targa een belangrijke plek innemen in het gamma. Uiterlijke wijzigingen zijn er niet of nauwelijks; de kenmerkende zilverkleurige targa-beugel is bij het topmodel Carrera Targa vanaf 1975 matzwart; vanaf 1979 hebben alle Targa’s die zwarte beugel standaard en verdwijnt de zilverkleurige beugel uit het programma.

Ronduit spectaculair is de 911 Turbo Targa die Porsche in het modeljaar 1986 introduceert. Van deze topversie met z’n 3,3-liter turbomotor met 300 pk produceert Porsche tot 1989 slechts 298 exemplaren. Ondanks het feit dat Porsche in 1982 een cabriolet in productie heeft genomen, blijft een groot deel van de klanten het Targa-concept trouw, hoewel dat aantal slinkt ten faveure van de cabriolet. Toch kiest 29,2 procent van de 196.932 kopers van het G-model nog voor de Targa (57.349 stuks).

Laatste luchtgekoelde Targa
Porsche introduceert in 1989 de nieuwe 964. Het model is onmiskenbaar een 911, maar toch is 85 procent van de onderdelen nieuw of vernieuwd. Voor het eerst in de geschiedenis van de 911 is de Targa ook leverbaar met permanente vierwielaandrijving, Tiptronic, stuurbekrachtiging en ABS.

De allerlaatste luchtgekoelde Targa met de karakteristieke targa-beugel en een klassiek opvouwbaar dak dat voorin is weg te bergen, loopt in 1993 van de band.

De Targa-versie van de 964 is zeer exclusief: nog maar vijf procent van de 911-klanten kiest in het laatste jaar voor het concept. Porsche heeft 3.534 exemplaren van de Carrera 4 Targa en 1.329 van de Carrera 2 Targa gebouwd.

Laatste luchtgekoelde serie
De nieuwe 993 Targa staat in september 1994 op de IAA. De targa-beugel heeft bij deze 911 voor het eerst plaats gemaakt voor een innovatief glazen panoramadak dat door schuifdakspecialist Webasto ‘just in time’ in Stuttgart wordt aangeleverd. Het glazen dak is met een druk op de knop elektrisch open te schuiven waarbij het middendeel onder de achterruit verdwijnt.

Het nieuwe concept komt met name het geluidsniveau in het interieur ten goede. Tot 1997 bouwt Porsche 4.583 exemplaren van de 993 Targa. Het is de laatste luchtgekoelde serie die in Zuffenhausen van de band loopt.

Voortaan watergekoeld
De nieuwe 996 Targa – door z’n waterkoeling een revolutie in de motorentechniek van de 911 - komt voor het modeljaar 2002 op de markt. Net als bij de 993 Targa is hij voorzien van een 1,54 m² groot glazen dak waarvan het middendeel binnen zeven seconden open kan schuiven.

Hierdoor ontstaat een opening van 0,45 m² boven het passagierscompartiment. De 996 Targa is de eerste Porsche 911 met een achterruit die open is te klappen zodat de bagageruimte achterin goed toegankelijk is. Het is een idee dat Butzi Porsche dertig jaar eerder heeft bedacht, toen is afgeserveerd, maar nu wordt gehonoreerd. Het Targa-gamma blijft beperkt tot achterwielaangedreven modellen.

Hoogste designonderscheiding
Dat verandert met de introductie van de 997 in november 2006. Voor het eerst is de Targa alleen met vierwielaandrijving met een visco-lamellenkoppeling leverbaar. Porsche biedt een keuze tussen de Targa 4 met 325 pk en Targa 4S met 355 pk. Optisch is de 997 Targa herkenbaar aan de 44 millimeter bredere achterschermen en de aluminium sierlijsten boven de zijruiten die het onmiskenbare 911-silhouet nog eens extra onderstrepen. In vergelijking met z’n voorganger is het glazen dak 1,9 kilo lichter. Een elektrisch bedienbaar zonnescherm verhindert de opwarming van het interieur door al te sterk zonlicht en houdt winterkou juist weer buiten. Porsche oogst lof met het geslaagde design van de 997 Targa en ontvangt daarvoor onder meer de prestigieuze Red Dot Award, de hoogste designonderscheiding die een fabrikant kan verkrijgen.

De facelift van de 997 Targa in 2008 brengt twee nieuwe krachtbronnen met directe brandstofinjectie met zich mee. Ze verbeteren de prestaties en beperken het brandstofverbruik van het nieuwe model. Nieuw is ook de snelschakelende Porsche-Doppelkupplung (PDK). Deze versnellingsbak met dubbele koppeling vervangt de optionele Tiptronic S-transmissie; in de nieuwe 911 Targa vervangt het elektronisch gestuurde Porsche Traction Management (PTM) de vierwielaandrijving met visco-lamellenkoppeling.

991 Targa: innovatieve daktechniek
De nieuwe 991 Targa beleeft in 2014 zijn wereldpremière op de North American International Auto Show (NAIAS) in Detroit. Porsche combineert voor het eerst het klassieke 911 Targa-idee met een uiterst moderne dakconstructie. Net als het ‘origineel’ uit 1965 heeft ook het nieuwe model de kenmerkende brede beugel op de plek van de B-stijl, een beweegbaar dakpaneel boven de voorstoelen en een om de hoeken doorlopende achterruit, waarbij de C-stijlen ontbreken.

Maar anders dan het dak van de klassieke Targa modellen is het dak nu met een knopdruk te openen. Het dakpaneel glijdt dan volledig automatisch achter de achterzittingen weg. Porsche levert de nieuwe 991 Targa – net als z’n voorganger 997– in twee uitvoeringen en uitsluitend met vierwielaandrijving. De 911 Targa 4 heeft een 3,4-liter zescilinder boxermotor met 350 pk; de topuitvoering Targa 4S heeft een 3,8-liter motor met 400 pk.

De 911 Targa heeft een fascinerend vervolg gekregen. Met de wedergeboorte van de iconische targa-beugel, met innovatieve daktechniek, met het fascinerende gevoel van open rijden en een bijzonder hoge mate van comfort.

Witte muizen
De Nederlandse Verkeerspolitie neemt halverwege de jaren zestig de eerste Porsche Targa in gebruik, na sinds 1960 in de Porsche 356 Cabriolet het rijkswegennet te hebben beveiligd. Het is een 912, omdat de 911 volgens rijksinkopers te veel geld kost. De dienders halen de auto hoogstpersoonlijk op in Stuttgart. De ‘witte muizen’ uit Driebergen zijn wereldwijd de grootste fleetowner die Porsche ooit heeft gehad. Als de AVD in 1996 als gevolg van rijksbezuinigingen stopt met de inzet van het merk, heeft importeur Pon maar liefst 507 surveillance Porsches geleverd.

Oorsprong
Porsche deponeert in 1965 de naam ‘Targa’ bij een merkenbureau. Het is tot op de dag van vandaag een registered trademark van Porsche AG. De naam verwijst naar de beroemde stratenrace Targa Florio op Sicilië. Porsche sleepte daar meer overwinningen in de wacht dan welke fabrikant ook. Onder meer met de Nederlandse racelegende Gijs van Lennep achter het stuur.

De eerste schetsen
De eerste schetsen van de Targa stammen uit juli 1963. Designer Ferdinand Alexander Porsche - zoon van - is in eerste instantie maar matig enthousiast over zijn eigen ontwerp. Wat hem betreft past de achterzijde niet bij het vloeiende design van de coupé. Maar omdat de portieren, de achterschermen en het motordeksel één op één kunnen worden overgenomen van de Coupé, besluit Porsche voor de Targa te gaan zoals wij hem nu kennen.

‘Het is geen coupé en het is geen cabriolet. En er is ook nog eens geen naam voor’. Bij een voorpremière van het nieuwe concept in 1964 is niet elke dealer enthousiast over de verkoopkansen. Harald Wagner, Porsche-verkoopleider voor de Duitse markt, bedenkt de naam Targa tijdens een brainstormsessie. Nadat vele circuits als naam voorbij zijn gekomen - Sebring, Daytona, Le Mans en Monza vallen af – blijft de naam Targa zonder Florio hangen. Zowel de naam als het concept blijken een schot in de roos te zijn.

Prominente Targa-rijder: stripheld Rik Ringers
Misschien wel de meest bijzondere fan van de 911 Targa is stripheld Rik Ringers. De detective maakte in veel avonturen gebruik van een gele 911 met de bijzondere dakconstructie. Ter ere van 50 jaar 911 Targa heeft Porsche het Rik Ringers-avontuur ‘Spoken in de nacht’ opnieuw uitgebracht. Het fraaie, gebonden album is een echt collectors item omdat het in een oplage van 1.991 exemplaren is gedrukt en omdat het wordt geleverd inclusief een tekening waarbij Rik Ringers tussen de eerste en de meest recente 911 Targa staat. De exclusieve heruitgave van ‘Spoken in de nacht’ is uitsluitend verkrijgbaar via de Porsche Webshop: www.porsche.nl/webshop. De prijs bedraagt € 19,95.

Michelin voegt zich bij de DS-fans om de 60e verjaardag van de DS te vieren en blijft betrokken door samen met de teams van Citroën verder te werken aan de uitrusting van alle DS-modellen die ooit in Europa op de markt zijn gebracht.

Enkele historische mijlpalen
Michelin heeft altijd, al sinds de oprichting van Citroën in 1919, zeer nauwe banden met deze automobielconstructeur onderhouden. De Groep werd in 1934 meerderheidsaandeelhouder in Citroën. In 1974 vond de overdracht aan PSA plaats.

Gedurende deze periode zagen zeer originele voertuigen het daglicht. Het werden cult
objecten voor verzamelaars, zoals het revolutionaire TUB utility voertuig in 1939, de
populaire 2CV in 1948, en de innovatieve DS in 1955. Een automobielconstructeur zou nooit het risico durven te nemen om zulke voertuigen in een grote serie te gaan produceren zonder de beroemde innovatiegeest van Michelin achter zich te hebben. De toenmalige directieleden (Pierre Michelin van 1935 tot 1937, Pierre Boulanger van 1938 tot 1950, Robert Pusieux van 1950 tot 1958 en daarna François Michelin) hadden allemaal een passie voor auto’s en waren persoonlijk betrokken bij het definiëren en ontwikkelen van de voertuigen. Ze stimuleerden niet-doorsnee ingenieurs om originele oplossingen te bedenken die een revolutie zouden betekenen voor het ontwerp en het gebruik van auto’s.

De DS, zoals in 1955 op de markt gebracht, kwam voort uit de inspiratie van Robert Puiseux die zocht naar de auto van zijn dromen: een ruime, comfortabele en veilige wagen. Hij nam de risico’s die gepaard gingen met het realiseren van zo een ambitieuze doelstelling. Door de introductie van nieuwe technologie op een in serie geproduceerde auto, moesten automobilisten opnieuw leren rijden en garagemonteurs speciaal opgeleid worden voor het onderhoud en de reparatie. Dat was een enorm riskante uitdaging. Maar hiermee werden de normen voor een comfortabele en veilige auto compleet geherdefinieerd.

De DS was de eerste auto met een voor de radiaalband ontwikkeld ophangsysteem. Daardoor kon hij uitstekende prestaties leveren. De combinatie van Citroën technologieën met Michelin technologieën leidde tot een voor die tijd zeer bijzonder voertuig. De DS werd altijd voorzien van Michelin banden. Hij reed op de opeenvolgende generaties X- en XASbanden.

De eerste versies van de DS hadden bovendien een Michelin wiel met centraal
bevestigingspunt, wat een bandenwissel bij pech makkelijker maakte. Michelin en de DS hadden drie belangrijke karaktertrekken met elkaar gemeen:
• Gewaagde technologie.
• Deelname aan de competitie; vanaf de originele DS tot aan de DS3 WRC met de legendarische rallyrijder Sébastien LOEB die meerdere wereldkampioenschappen won.
• Research & Development: de verstelbare ophanging van de DS bood de mogelijkheid om zeer nauwkeurige testen met het systeem uit te voeren en Michelin heeft er heel wat aan getransformeerd. De Mille Pattes (duizendpoot) was bedoeld om bedrijfswagenbanden bij hoge snelheden uit te testen. Hij weerspiegelt de creatieve geest en is nog te zien op de tentoonstelling L’Aventure Michelin (Clermont-Ferrand). http://www.laventuremichelin.com/

Productie van banden voortgezet voor de gelukkige eigenaren van oude DS-modellen Michelin zet al enkele decennia lang de productie en verkoop van banden voor de DS voort. De voor- en achterbanden kunnen verschillen al naar gelang de maand waarin de auto werd geproduceerd en het land van bestemming. Het Classic aanbod is beschikbaar in 18 landen ter wereld.

In de volgende afmetingen zijn alle banden voor de tussen 1955 en 1975 geproduceerde DS’en beschikbaar:
165 R 400 X
155 R 400 X
180 HR 15 XAS
185 HR 15 XVS-P
155 HR 15 XAS
165 HR 15 XAS

Een speciale website biedt de verzamelaar de mogelijkheid om de juiste banden te vinden: http://www.michelinclassic.com/fr/tireselector/search

Michelin nog steeds de belangrijkste leverancier van het DS-gamma
Ook nu worden nog vrijwel alle DS’en uitgerust op Michelin banden: van de DS3 en de DS5 (met uitzondering van de 19-inch banden, dus zo een 7 % van het DS5-aanbod) tot aan de DS3 Cabrio en de DS4. De ingenieurs van de bandenfabrikant uit Clermont Ferrand werken nauw samen met de teams van PSA om banden te ontwikkelen die steeds beter aansluiten bij de verwachtingen van de automobielconstructeur en de automobilisten.