50 jaar Polo: van Audi-kloon tot compact icoon
- Gepubliceerd in Volkswagen
Al vijftig jaar bewijst de Volkswagen Polo dat compact en karaktervol prima samengaan. Van je eerste auto tot liefhebbersobject, van zuinig stadsmaatje tot onverwacht sportief – de Polo heeft vele kanten. Je ziet hem in elke straat, op elke oprit en in iedere parkeergarage. In deze serie zetten we de jarige Polo in de spotlights. We trappen af met de ontstaansgeschiedenis van de meest voorkomende auto in het Nederlandse wagenpark.
Wat begon als een Audi 50, groeide uit tot een van Volkswagens belangrijkste modellen: de Polo. Een slimme zet, die Volkswagen op de kaart zette in het compacte segment. Ook in ons land werd de Polo al snel een begrip als betaalbare, praktische auto die iedereen past.
De nieuwe standaard
Eind jaren zestig liep het succes van Volkswagens luchtgekoelde modellen terug, terwijl compacte voorwielaandrijvers zoals de Fiat 127, Renault 5 en Austin Mini oprukten. Volkswagen had nog altijd de Kever – een ontwerp uit de jaren dertig van Ferdinand Porsche – en de grotere Typ 3 en Typ 4, maar geen moderne voorwielaandrijvers. De oplossing kwam uit Ingolstadt, waar Volkswagen sinds 1964 eigenaar was van Auto Union. Dit bracht de nodige expertise in voorwielaandrijving mee. In 1969 volgde NSU, inclusief de kant-en-klare K70 die Volkswagen claimde en van zijn eigen badges voorzag. Het was de eerste Volkswagen met een watergekoelde motor en voorwielaandrijving, een concept dat later de standaard zou worden. De echte omslag kwam in 1973 met de Passat B1, gevolgd door de Golf en een nog compactere auto onder de Golf: de Polo, waarvoor Audi wederom de basis leverde.
Typ 86
Audi was eind 1972 gestart met de ontwikkeling van een voorwielaangedreven opvolger van de NSU Prinz. Ludwig Kraus, de man achter de Audi 80 en de iconische NSU Ro 80, leidde het project, terwijl Marcello Gandini van Bertone (die van de Lamborghini Countach en Miura) het design verzorgde. Hij gaf de Audi 50 een strakke, moderne uitstraling met een schuingeplaatste achterruit en een oplopende zijlijn; vierkante koplampen waren te duur en maakten plaats voor ronde exemplaren. Het eindresultaat was een 3,49 meter lange hatchback met een modern onderstel, schijfremmen vóór en een 1.1-liter motor met 50 of 60 pk. Op de Autosalon van Parijs in 1974 presenteerde Audi de 50 LS als compacte premium hatchback met een bijbehorende premium prijs. Die was zelfs vergelijkbaar met een Volkswagen Golf I met dezelfde motor. Volkswagen zag snel potentie in een goedkopere variant van de Audi 50. Rudolf Leiding, van 1971 tot 1975 Vorstandsvorsitzender der Volkswagenwerk AG, speelde daarbij een sleutelrol. Op de Autosalon van Genève in maart 1975 presenteerde Volkswagen de Polo, intern Typ 86 genoemd. Met een bescheiden 0,9-liter motor van 40 pk en trommelremmen rondom was de Polo duidelijk de budgetversie van de Audi 50. De eerste jaren was er maar één model leverbaar in twee uitvoeringen: de ultra-kale Polo N als instapper en de Polo L als iets luxere variant, herkenbaar aan een enkele sierlijst. Elke Polo was in vergelijking met zijn Audi-tweelingbroer kaal. De Polo N moest het zelfs zonder brandstofmeter doen en had enkel een waarschuwingslampje als het 36 litertankje leeg dreigde te raken. Luxe tapijt, een afsluitbare tankdop en chroomlijsten ontbraken eveneens. Maar dat was juist de gouden zet: de Polo sloeg door zijn no-nonsense-eenvoud veel beter aan bij het publiek.
De Volkswagen-kloon verscheen in opvallende, vrolijke tinten zoals Marinogelb, Florida Blau en Korallrot, die perfect pasten bij de kleurrijke jaren '70. De Audi 50 mocht dan het vertrekpunt zijn, hij werd uiteindelijk links en rechts ingehaald door zijn eigen stalgenoot. Terwijl de Polo doorstoomde, bleef de Audi 50 een nichemodel. Audi beëindigde na zo'n 181.000 exemplaren in juli 1978 de productie. Het merk besloot zich exclusief op grotere, luxere modellen te gaan richten. Pas in 1999 keerde Audi terug in het compacte segment met de aluminium A2. De Polo daarentegen groeide uit tot een vaste waarde in het gamma van Volkswagen.
Polo-met-kont
De sedanversie van de Polo verscheen in 1977 als Derby en was technisch nauw verwant aan de Audi 50. Met zijn conventionele kofferbak wist hij in Duitsland redelijk wat kopers te overtuigen, maar in Nederland viel de Polo-met-kont nauwelijks in de smaak en was hij zeldzamer dan een olifant op naaldhakken in de Kalverstraat. We gaven de voorkeur aan hatchbacks vanwege hun praktische bruikbaarheid en flexibele laadruimte. Een compacte sedan had hier simpelweg minder aantrekkingskracht, terwijl in die Heimat sedans traditioneel als volwassen en stabiel golden. De Polo I kreeg in 1979 een facelift, net als de Derby. Met dikkere bumpers en een vernieuwde grille ging de Polo de jaren tachtig in, tot in 1981 de volledig nieuwe Typ 86C verscheen. De naam Derby verdween uiteindelijk, waarna latere sedanversies als Polo Classic door het leven gingen.
Blijvend icoon
Volkswagen produceerde tussen 1975 en 1981 meer dan een half miljoen exemplaren van de eerste generatie Polo. Maar weinig exemplaren overleefden; de Polo I stond niet bepaald bekend om zijn roestbestendigheid. Latere generaties hadden dat probleem niet meer, waardoor de Polo uitgroeide tot een betrouwbare en duurzame keuze. De eerste Polo groeide uit tot een van de succesvolste compacte auto's van zijn tijd. Het model belichaamde Volkswagens visie op een toegankelijke, betrouwbare en praktische auto in de compacte klasse. De Polo begon als een compacte stadsauto en groeide per generatie gestaag mee met de tijd. De huidige Polo is zelfs groter dan de Golf I – een treffend bewijs van vijftig jaar evolutie. Niet alleen in formaat, maar ook in technologie heeft de Polo grote stappen gezet. Waar de eerste generatie uitblonk in eenvoud en betrouwbaarheid, biedt de nieuwste Polo geavanceerde rijhulpsystemen, uitgebreide connectiviteitsopties en een veiligheidsniveau dat ooit was voorbehouden aan veel grotere modellen.
De Polo I is Volkswagens beste copy-paste ooit. Wat als een slimme herinterpretatie van de Audi 50 begon, groeide in zes generaties uit tot een internationale bestseller met meer dan 20 miljoen verkochte exemplaren. De start was bescheiden, maar de impact was groot.