Het is een hot onderwerp in de media en menig arts, instantie of organisatie buigt zich er over en heeft er dagelijks mee te maken, bewust of onbewust. Vooral dat laatste is tegenwoordig een risico. Je moet alert zijn op wat je opslaat, met welk doel en wat je er vervolgens mee doet en of je het deelt en met wie.
Daar tegenover staat de massa die denkt wat kan mij dat nu schelen…… Later blijkt dat het heel veel kan schelen. Zet je al je medische wetenswaardigheden inclusief nare ziektes op internet? Heel veel jonge mensen zetten alles op facebook of andere sociale media en zijn zich niet bewust van het feit dat verzekeraars, banken en andere organisaties zoals werkgevers internet afstruinen om mensen na te vlooien en risico’s in te schatten en vervolgens hypotheken en/of verzekeringen te weigeren of extra duur te maken.
In ons werk deden we vroeger vaak aanstellingskeuringen bij nieuwe medewerkers wat op zich een heel goed instrument was om mensen ook preventief advies te geven aan het begin van hun nieuwe baan en vaak carrière. Eind vorige eeuw is die keuring afgeschaft omdat het in feite als een niet fris onderdeel van de aanstellingsprocedure werd gezien. Nu mag het alleen nog bij risicoberoepen zoals bijvoorbeeld in de offshore industrie. Ook dan kom je in aanraking met privacy. Stel je keurt iemand af: willen de aspirant medewerker en de bedrijfsarts dat dan melden aan de werkgever of bespreek je de uitslag onderling en trekt de sollicitant zich uit de procedure terug zonder te melden dat hij afgekeurd is. Lastige dilemma’s, lastiger dan je soms op het eerste gezicht denkt.
Wat mij in de spreekkamer opvalt is dat de gemiddelde medewerker vaak zegt: “maar weet u dat dan niet?” Ze gaan er van uit dat indien ze bij de huisarts of specialist in het ziekenhuis zijn geweest wij al die informatie ook in onze (heilige) computer hebben. Ze kijken je met grote ogen aan wanneer je zegt dat we onderling niets delen tenzij er toestemming voor is. Ik leg ook vaak uit dat ik niet alles wil weten wat elders geschreven is. Het is in mijn ogen niet prettig dat iedereen alles van elkaar weet en het maakt je geen betere dokter wanneer je de kans weg neemt om zelf na te denken. Het klakkeloos doorborduren op andermans teksten in elektronische systemen geeft het risico dat je al snel zegt: “ik zie het al, het zal wel ……”. En zeg in de geneeskunst nooit nooit heb ik van mijn vader (oud huisarts) geleerd. Je kan soms 2 zeldzame aandoeningen tegelijkertijd tegenkomen dus altijd blijven nadenken als een Sherlock Holmes en dat maakt het werk ook zo leuk.
Bij wisseling van arbodienst kan je natuurlijk toestemming vragen om een dossier van de vorige dienstverlener op te vragen maar ik heb het zelden gedaan. Het is juist prettig om met een schone lei te starten en je eigen beeld te kunnen vormen van en samen met de patiënt. Misschien heeft hij vroeger wel het gedrag van een (zwart) verzuimer gehad maar heeft hij zijn leven gebeterd.
Dan blijft over het dilemma van wat vertel je nu wel en wat vertel je nu niet over een werknemer aan de werkgever indien hij je uitnodigt voor een sociaal medisch teamoverleg (SMT). Het is zo dat de werkgever van te voren verplicht is de werknemer in te lichten dat hij besproken gaat worden bij het SMT en eigenlijk moet ook aangegeven worden wat besproken gaat worden. In de praktijk lijkt het niet altijd (of zelden) te gebeuren. Wat over het algemeen wel goed gaat is dat bedrijfsartsen zich met name uitspreken over mogelijkheden, beperkingen en prognose en zich niet laten verleiden tot het noemen van diagnoses etc. Vaak weet de werkgever de diagnose al eerder dan de bedrijfsarts, immers de meeste mensen vertellen veel, soms te veel……
Het kan ook handig zijn bijvoorbeeld indien iemand een rughernia heeft en de werkgever weet dat vanuit de werknemer dan kan je makkelijker uitleggen aan de werkgever wat de mogelijkheden en beperkingen zijn. Maar het schrijven van “rugklachten” in het bericht aan de werkgever mag niet. Je mag wel schrijven dat iemand niet te lang mag zitten, regelmatig moet vertreden en/of niet zwaar mag tillen, duwen, trekken en sjorren. Dan kan de werkgever misschien wel ruiken dat het om rugklachten gaat maar het mag wel…… Ook bij het advies onder het kopje prognose zet ik bij een verwijsadvies richting psycholoog dat niet direct op papier immers de werkgever zou dan vrij snel kunnen veronderstellen dat iemand psychische klachten heeft en dat mag je niet prijsgeven. Ik schrijf dan op dat ik het advies geef een “interventie” te overwegen.
Hoe we daar over 20 jaar mee omspringen is nu niet te voorspellen maar het onderwerp is wel in beweging en de AP (Autoriteit Persoonsgegevens) heeft als taak te beoordelen of personen en organisaties de Wet bescherming persoonsgegevens naleven en heeft per 2016 als opvolger van het CBP (college bescherming persoonsgegevens) meer bevoegdheden gekregen en gaat vanuit de overheid de komende tijd strenger toezien op bedrijven. Hierbij houden ze de pet van de wet in de hand (Euro-pese Privacy Verordening ter vervanging van de Wbp= Wet bescherming persoonsgegevens) en mag de AP ook boetes gaan opleggen bij overtredingen (810.000 euro of 10% van de jaaromzet).
Wat voor werkgevers erg van belang is en wat velen van u nu zal doen schrikken is dat u geen medische informatie mag opslaan in het personeelsdossier. Dit is strikt verboden en kan bij een eventuele ontslagzaak veel wapengekletter geven indien er een slimme arbeidsrechtadvocaat naast de (bijna) ontslagen medewerker staat. Zelfs het woordje griep valt onder medische informatie (denk aan de periode met Mexicaanse griep, veel werkgevers gingen alles registeren….).
Ik wens u geen slapeloze nachten toe maar hoop dat u preventief eens naar de dossiers gaat kijken om ze op te schonen…….Bovendien, wat moet u met medische informatie, u bent geen arts en kan het niet interpreteren. Wat zou u overigens kunnen met een diagnose als “hernia inguinalis” of “cervicale discopathie”. Kunt u als werkgever daarbij geschikt aangepast werk bedenken? Daar heeft u een bedrijfsarts voor die het voor u vertaalt in mogelijkheden, beperkingen en een prognose van herstel van belastbaarheid.
Pieter van der Werff
Autominnende bedrijfsarts bij ArboNed (050-5244300 / 038-4554763)