Menu

Kartelvorming

Het is de afgelopen jaren wel vaker in het nieuws gekomen dat grote bedrijven kartels met elkaar vormen. Dat is wettelijk verboden en leidt tot hoge boetes. In Nederland is het bekendste voorbeeld de bouwfraude in de jaren '90. Maar ook in de automotive sector komt kartelvorming voor. Zo legde de Europese Commissie een boete van maar liefst 3,8 miljard Euro op aan een aantal grote vrachtwagenproducenten die deelnamen aan een vrachtwagenkartel tussen 1997 en 2011.

Een ander voorbeeld is de boete van 34 miljoen Euro die de Europese Commissie in 2017 oplegde aan een aantal J apanse producenten van auto-onderdelen die een aantal kartels hadden gevormd voor auto-onderdelen. In Amerika is eerder al een boete van 740 miljoen Dollar opgelegd aan Japanse toeleveranciers van auto-onderdelen aan General Motors. Eveneens voor het kunstmatig hooghouden van de prijs van aangeleverde onderdelen. Deze opgelegde boetes zijn dus enorme bedragen. Dat spreekt niet alleen tot de verbeelding, maar het leidt ook tot allerlei vragen.

Bijvoorbeeld de vraag wat kartelvorming precies is, waarom het verboden is en wat de risico's zijn die bedrijven lopen als zij een kartel vormen?

Wat is kartelvorming precies?
Het gaat het bestek van deze column te buiten hier een volledig antwoord op te geven, maar kort gezegd komt het erop neer dat twee of meer bedrijven onderling afspraken maken over hoe zij de prijs van hun producten op de markt hoog houden, dan wel hoe zij de markt onderling verdelen. Niet alle afspraken tussen bedrijven worden vanuit een juridisch perspectief als kartelvorming bestempeld. De afspraken moeten namelijk wel invloed hebben op de markt. In de kern houdt dat in dat de bedrijven een groot marktaandeel moeten hebben en gezamenlijk dus ook echt invloed uit kunnen oefenen op een aanzienlijk deel van de mark waarop zij zich begeven. Niet alle afspraken tussen bedrijven zijn dus verboden. Het doel van de deelnemers aan kartelvorming is dus het versterken van de eigen machtspositie en het gevolg is meestal dat de eindafnemer van een product daar meer voor betaalt. Zo wordt er in de media wel gesteld dat de eindafnemers van vrachtwagens ten gevolge van het vrachtwagenkartel over het algemeen 20 tot 30 procent te veel hebben betaald. In de meeste gevallen worden eindafnemers van producten dus benadeeld door een kartel ten voordele van de deelnemers aan het kartel. Dat is de reden waarom het verboden is in nationale en Europese  mededingingswetgeving. Met name de Europese Unie is erg actief in het nastreven van vrije concurrentie. Veel Europese regels zijn erop gericht om een vrije markt te garanderen en voor vrije concurrentie te zorgen. Vrije concurrentie leidt namelijk tot meer toetreders op een markt. Dat leidt weer tot innovatie van producten en productieprocessen en dat moet uiteindelijk weer leiden tot goedkopere en betere producten, althans dat is de verwachting. Als bedrijven door onderlinge afspraken het toetreden van concurrenten onmogelijk maken door misbruik te maken van hun machtspositie, staat dat haaks op het doel dat met name de Europese Unie beoogt. Een kartel ontneemt daarnaast vaak de prikkel om de concurrentie af te troeven middels betere producten. Het kartel leidt dus wel tot prijsstijging, maar betere producten komen er niet. Dat is voor de consument niet wenselijk. Vandaar dat er zeer strenge nationale en Europese regels gelden om kartelvorming te voorkomen.

Sancties
Kartelvorming is dus verboden, maar desondanks komt het toch geregeld voor. De risico's zijn niet mals. Hiervoor heb ik al  aangegeven dat de deelnemers aan een kartel hoge boetes opgelegd kunnen krijgen. In Amerika zijn deelnemers ook strafrechtelijk vervolgd. Daarnaast zijn er meer risico's die op de loer liggen. Zo is het mogelijk dat overeenkomsten die gesloten zijn door het kartel achteraf ongeldig blijken te zijn. Dan zijn dergelijke afspraken niet afdwingbaar. Ook is het mogelijk dat de deelnemers aan een kartel door de afnemers van hun producten aansprakelijk worden gesteld. Er is in het Nederlands Burgerlijk wetboek zelfs een specifieke afdeling genaamd "Schending van mededingingsrecht" opgenomen die de aansprakelijkheid bij schending van het mededingingsrecht, waaronder kartelvorming, regelt. De deelnemers kunnen hun schade – denk aan de teveel betaalde koopsom – terugvorderen. Het vergt weinig verbeelding om in te zien dat dat behoorlijk in de papieren kan lopen. 

Kartelvorming is dus verboden en de deelnemers lopen grote en verstrekkende risico's. Toch komt het geregeld voor dat bedrijven op kartelvorming worden betrapt. Ook in de automotive sector. Het verlangen om de bestaande markt af te schermen voor nieuwe toetreders en de wens een zo hoog mogelijke prijs te ontvangen voor de producten, wint het dan kennelijk van de vrees voor de negatieve consequenties die kartelvorming kan hebben.

De automotive sector is ook een vruchtbare bodem voor een kartel. De producenten van voertuigen en onderdelen zijn vaak al grote spelers op de markt. Als zij elkaar weten te vinden en bereid zijn de hiervoor genoemde risico's te nemen, is een kartel snel gevormd. Maar ja, ik denk dat de deelnemers aan een kartel zich het volgende goed voor ogen moeten houden:
wie het onderste uit de kan wil, krijgt uiteindelijk het deksel op de neus! 

mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193
Lees meer informatie over kartelvorming en ondernemingsrecht op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/ondernemingsrecht/

 

Lees meer...

Bestuurdersaansprakelijkheid

Het ondernemerschap brengt risico's met zich mee. Als ondernemer wilt u dat natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. De ondernemer in de autobranche vormt hierop geen uitzondering. Een mogelijkheid om dergelijke risico's te voorkomen is uw persoonlijke aansprakelijkheid als ondernemer zoveel mogelijk uitsluiten. De keuze die veel ondernemers dan maken is hun onderneming drijven middels een BV in plaats van een eenmanszaak of een vennootschap onder firma. De keuze voor een BV is vaak ingegeven door het argument dat daarmee risico's met betrekking tot aansprakelijkheid worden voorkomen. De ondernemer is in dat geval immers niet langer aansprakelijk met zijn of haar privévermogen jegens schuldeisers van de onderneming. Maar is het wel zo dat u van alle mogelijke risico's verlost bent als u uw onderneming drijft in de rechtsvorm van een BV?

De wettelijke benaming van de BV is de "Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid". In de toevoeging "beperkte aansprakelijkheid" schuilt een voordeel dat veel ondernemers doet kiezen voor de BV als rechtsvorm van hun onderneming. Wanneer de onderneming de rechtsvorm van een BV krijgt, is de ondernemer (dus de aandeelhouder en/ of de bestuurder) niet langer aansprakelijk voor schulden van de onderneming met zijn privévermogen. Wanneer een BV wordt opgericht ontstaat er namelijk naast de ondernemer een geheel andere papieren entiteit. In juridisch jargon wordt dat een "rechtspersoon" genoemd. Deze rechtspersoon heeft een eigen vermogen en kan zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer. Wanneer een klant van de ondernemer zaken doet met diens BV, kan deze klant enkel aankloppen bij de BV en dus geen verhaal halen op het privévermogen van de ondernemer. Deze bescherming van het privévermogen van de ondernemer zal voor veel ondernemers een belangrijke reden zijn om zijn of haar onderneming middels een BV te exploiteren.

Toch bestaan er mogelijkheden dat de ondernemer in privé wordt aangesproken voor aangelegenheden die betrekking hebben op zijn onderneming, ondanks dat hij de onderneming drijft middels een BV. De ondernemer is meestal de persoon die feitelijk namens de onderneming handelt. De ondernemer zal de "bestuurder" van de BV zijn en als zodanig in het handelsregister zijn ingeschreven. Als bestuurder van de BV Kan de ondernemer onder omstandigheden in privé aansprakelijk worden gehouden voor de handelingen die hij als bestuurder heeft verricht op grond van wat in het juridische jargon "bestuurdersaansprakelijkheid" wordt genoemd. Deze bestuurdersaansprakelijkheid komt in een aantal varianten voor. De meest voorkomende zal ik kort behandelen.

Allereerst is het mogelijk dat de bestuurder door de BV zelf wordt aangesproken. Zoals ik hiervoor heb aangegeven, is een BV een rechtssubject dat aan het rechtsverkeer kan deelnemen. De BV kan dus ook een procedure opstarten tegen de ondernemer als zijnde haar eigen bestuurder. In de wet is daarvoor in artikel 2: 9 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een specifieke bepaling opgenomen. Om aansprakelijkheid op deze grond aan te kunnen nemen, moet de BV zelf schade hebben geleden door de handelswijze van de bestuurder. De bestuurder moet daarbij een "voldoende ernstig verwijt" van gemaakt kunnen worden.

Het is ook mogelijk dat de bestuurder met zijn privévermogen aansprakelijk wordt gesteld door een derde. Deze situatie doet zich vaker voor. Bij deze variant van bestuurdersaansprakelijkheid gaat het dus om aansprakelijkheid van de bestuurder met zijn privévermogen tegenover derden. Bij deze derden kan bijvoorbeeld gedacht worden aan schuldeisers van de BV. Hier betreft de aansprakelijkheid dus niet een interne aangelegenheid en wordt er daarom gesproken van "externe aansprakelijkheid". De wetgever heeft voor deze vorm van aansprakelijkheid geen specifieke wettelijke bepaling gemaakt. In de rechtspraak van Nederlands hoogste rechterlijke instantie, de Hoge Raad, is deze variant van bestuurdersaansprakelijkheid vormgegeven en opgehangen aan de algemene bepaling voor onrechtmatig handelen in artikel 6: 162 BW. Ook hier wordt aansprakelijkheid van de bestuurder echter niet snel aangenomen. Aan de bestuurder dient "persoonlijk een voldoende ernstig verwijt" gemaakt te kunnen worden ten aanzien van de handelswijze die schade heeft toegebracht aan de derde. Wanneer echter geconcludeerd moet worden dat de bestuurder als een "redelijk handelend bestuurder" heeft gehandeld, zal aansprakelijkheid van de bestuurder door de rechter niet aangenomen worden.

De volgende variant van bestuurdersaansprakelijkheid doet zich specifiek voor in de situatie dat de BV gefailleerd is. De wetgever heeft daarvoor een specifieke bepaling opgenomen in artikel 2: 248 BW. Het gaat om een vordering die door de curator in het faillissement van de BV tegen de bestuurder(s) ingesteld kan worden. Als aan de bestuurder "kennelijk onbehoorlijk bestuur" verweten kan worden en dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement, kan de bestuurder in privé worden aangesproken voor het tekort in het faillissement. Deze aansprakelijkheidsvariant kan dus tot zeer verstrekkende gevolgen leiden. Ook hierbij geldt echter weer dat er een "ernstig verwijt" gemaakt moet kunnen worden aan de bestuurder van zijn handelswijze, hetgeen door de rechter niet snel zal worden aangenomen. Wanneer echter niet aan de boekhoudverplichting is voldaan of de jaarrekening niet tijdig is gedeponeerd, wordt onbehoorlijk bestuur als vaststaand aangenomen en wordt eveneens vermoed dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is. In dat geval kan de bestuurder dus direct door de curator aansprakelijk worden gesteld voor het tekort in het faillissement. De bestuurder kan vervolgens proberen hier verweer tegen te voeren, maar enkel een andere oorzaak van het faillissement aanwijzen is daarvoor onvoldoende. Met name wanneer niet wordt voldaan aan de boekhoudverplichting of de verplichting de jaarrekening te deponeren zal deze aansprakelijkheidsvariant dus tot problemen voor de bestuurder van de BV kunnen leiden.

Tenslotte is er nog een specifieke variant van bestuurdersaansprakelijkheid die de wetgever heeft opgenomen in de zogenaamde "Misbruikwetgeving". Hierbij gaat het om persoonlijk aansprakelijkheid van een bestuurder voor kort gezegd de verschuldigde belasting en (pensioen)premies die de BV moet afdragen. De Belastingdienst of het Bedrijfspensioenfonds kan de bestuurder dan persoonlijk aansprakelijk stellen. Hierbij wordt eveneens "onbehoorlijk bestuur" van de bestuurder vereist, hetgeen evenmin snel zal worden aangenomen. Indien de bestuurder echter voorziet dat de belasting en (pensioen)premies niet langer betaald kunnen worden en deze "betalingsonmacht" niet meldt, wordt wettelijk vermoed dat het niet betalen van de belasting en (pensioen)premies aan een bestuurder te wijten is. Aansprakelijkheid wordt dan aangenomen. Betalingsonmacht moet dus tijdig worden gemeld om problemen te voorkomen.

In het voorgaande is reeds aangegeven dat voor alle voornoemde vormen van aansprakelijkheid geldt dat aansprakelijkheid door de rechter niet te snel aangenomen wordt. Bij alle aansprakelijkheidsvarianten wordt verlangd dat aan de bestuurder een "ernstig verwijt" gemaakt moet kunnen worden van de aan hem verweten gedraging of wordt een daarmee te vergelijken verwijtbaarheidsmaatstaf aangelegd. De bestuurder zal het dus behoorlijk bont moeten maken alvorens hij of zij op grond van bestuurdersaansprakelijkheid aangesproken kan worden. Desondanks is het als bestuurder wel goed dat u zich realiseert dat het in bepaalde situaties mogelijk is dat u in privé wordt aangesproken op uw handelswijze als bestuurder. Indien echter gehandeld wordt als een redelijk handelend bestuurder, is de kans dat het zover komt niet groot.

Deze column werd geschreven door advocaat Mr. T. (Tjerk) Binnema van De Haan Advocaten & Notarissen Groningen. Mocht u zelf met een juridische vraag zitten of een interessant onderwerp voor een volgende rubriek weten, schroom dan niet en laat het hem weten, input vanuit het veld is altijd welkom!

mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193


Lees meer informatie over bestuurdersaansprakelijkheid op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/bestuurdersaansprakelijkheid/

 

Lees meer...

Een kijkje in de keuken van de advocaat

Rubriek Auto en Recht 

In mijn vorige columns stond ik stil bij een juridisch onderwerp dat veel speelt in de autobranche. Ik ben ingegaan op de positie die uw klant als consument tegenover u inneemt bij de aan- en verkoop van een occasion. De conclusie was dat consumenten in Nederland door de wetgever worden beschermd en dat dit voor u als ondernemer soms tot een vervelende situatie kan leiden. In een dergelijke situatie bent u wellicht al eens met een advocaat in aanraking gekomen en anders is de kans aanwezig dat dit in de toekomst zal gebeuren. Het lijkt me daarom goed nu eens stil te staan bij mijn beroep en u iets te vertellen over wat het beroep van advocaat inhoudt.

Ik begin met een stukje geschiedenis. Het beroep van advocaat is een zeer oud beroep. Bij de Romeinen en ook al bij oude Germaanse stammen waren raadsmannen actief die met de hedendaagse advocaten zijn te vergelijken. Eigenlijk bestaat het beroep van advocaat al zo lang de mensheid het recht van de sterkste achter zich heeft gelaten en problemen middels een dialoog probeert op te lossen. De ene mens kan zich verbaal echter beter verdedigen dan de ander. Daarom laten mensen zich bij geschillen verdedigen door een gebekte raadsman en zo ontstond het beroep van advocaat. Zo is de advocaat ook aan zijn naam gekomen. Het woord advocaat is namelijk afgeleid van het Latijnse werkwoord  “ad vocare”, hetgeen betekent “erbij roepen”. De advocaat is dus sinds jaar en dag de persoon die bij een probleem wordt geroepen.

Tjerk Binnema De Haan AGWHet beroep van advocaat is dus al duizenden jaren oud en de beroepsgroep heeft zich daardoor sterk ontwikkeld. Zo zijn er voor de advocatuur speciale strenge gedragsregels geschreven. Aan deze regels moeten advocaten zich strikt houden en anders mogen ze hun beroep niet langer uitoefenen. Het bekendste landelijke voorbeeld waarin sprake was van vermeende overtreding van deze strenge regels is het proces van mr. Bram Moszkowicz dat voor hem leidde tot een verbod om nog langer als advocaat te werken. De vraag of hij zich wel of niet schuldig maakte aan overtreding van de gedragsregels, laat ik in hier in het midden, maar het is wel een duidelijk voorbeeld dat de advocatuur gebonden is aan strenge regels. Het zijn ook deze regels waarmee advocaten zich onderscheiden van andere juristen. Zoals bijvoorbeeld van juristen van rechtsbijstandverzekeraars. Dergelijke juristen zijn niet gebonden aan deze regels en daardoor zijn er ook minder waarborgen voor de kwaliteit van de werkzaamheden. Zo heeft een advocaat een beroepsgeheim en mag hij enkel het belang van zijn cliënt dienen. Zodoende is een cliënt er altijd van verzekerd dat zijn advocaat enkel zijn belang behartigt en zijn handelen niet door andere belangen laat bepalen. Met name in lastige situaties, waarin een advocaat er veelal bijgeroepen wordt, is dit een geruststellende gedachte voor cliënten.

Dat het beroep van advocaat al erg oud is, betekent niet dat er in de advocatuur geen ontwikkelingen plaatsvinden. Ook de advocaat moet zich aanpassen aan ontwikkelingen in onze samenleving en bijvoorbeeld de toenemende digitalisering. Onze samenleving is daarnaast de afgelopen decennia sterk verjuridiseerd. Waar een ondernemer vroeger slechts bij hoog oplopende problemen een advocaat raadpleegde, heeft een hedendaagse ondernemer veel vaker juridische vragen. Het is dus ook niet zo dat een advocaat alleen nog maar bij reeds ontstane problemen wordt ingeschakeld. De advocaat is daardoor niet langer alleen een proces-tijger die in een procedure voor zijn cliënt opkomt, maar ontwikkelt zich steeds meer naar een vertrouwde adviseur die een ondernemer ook in rustige tijden adviseert om op voorhand problemen te voorkomen.

Dit is een ontwikkeling die steeds verder zal plaatsvinden. Met name grote bedrijven beschikken inmiddels over eigen juristen die ook advocaat zijn. Deze advocaten adviseren deze grote bedrijven om mogelijke juridische problemen te voorkomen en staan de bedrijven bij zodra er zich daadwerkelijk problemen voordoen. Voor ondernemers in het MKB is het echter niet mogelijk een advocaat vast in dienst te nemen. De hoeveelheid werk is daarvoor te gering en de kosten te hoog. Toch bestaat er wel vraag naar een advocaat die niet alleen bij ontstane geschillen kan helpen, maar ook tussentijds de rol van vertrouwde adviseur kan vervullen. Het is nu de taak voor de advocatuur om op deze ontwikkeling in te spelen. Het kantoor waar ik werkzaam voor ben, speelt hier op in door een abonnementenservice aan ZZP-ers en MKB-ers aan te bieden, waardoor zij voor een gering maandelijks bedrag de beschikking hebben over hun eigen advocaat als vertrouwde juridisch adviseur. Ook voor kleine vragen is het dan mogelijk met een advocaat te bellen, zonder dat daar direct een factuur achter weg komt.

In dit artikel dus geen specifiek onderwerp over het raakvlak tussen auto’s en recht. Het is echter goed om in het algemeen iets over het beroep van advocaat te vertellen en daarmee voor u als ondernemer ook een wat beter beeld te geven van wat de advocaat nu precies doet. U heeft misschien al eens contact gehad met een advocaat en anders is de kans aanwezig dat dit in de toekomst zal gebeuren. Het is in dat geval goed om alvast te weten met wie u dan zaken doet.


mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193

Lees meer informatie over het werk van een advocaat op https://binnema-advocatuur.nl/contact-advocaat-leeuwarden/

 

 

Lees meer...

Inruilauto’s en gebreken

Rubriek Auto en Recht 

In mijn vorige column kwam ik met een duidelijke boodschap: consumenten genieten in Nederland veel bescherming. Als ondernemer is het goed u daarvan bewust te zijn en altijd duidelijk te zijn over wat u verkoopt. Bij de verkoop van een tweedehands auto rust erop de verkoper een vergaande mededelingsplicht ten aanzien van gebreken. Naar aanleiding van mijn column kreeg ik de vraag of dit alleen voor de verkoper geldt of dat dit ook geldt voor een particulier die een auto inruilt. Het komt namelijk nogal eens voor dat iemand een auto inruilt waar het nodige aan mankeert. De ondernemer zal zich daar niet altijd van bewust zijn en kan zo met een behoorlijke kostenpost blijven zitten.

Tjerk Binnema De Haan AGWDe bescherming van consumenten is gebaseerd op Europese regelgeving. Europa is sterk gefocust op consumentenbescherming en heeft de bescherming van professionele ondernemers minder hoog in het vaandel staan. Om te kijken of een ondernemer een zaak kan hebben tegen de consument die een auto met allerlei gebreken inruilt, moet dus worden teruggevallen op onze eigen nationale wetgeving. Toen ik de bovengenoemde vraag gesteld kreeg, dacht ik direct aan een vrij recente uitspraak van een rechtbank in Oost Nederland. In deze zaak had een particulier een auto ingeruild die tamelijk veel olie verbruikte. Het olieverbruik was zo hoog, dat er na elke rit enorm veel olie bijgevuld moest worden. Het kon dus niet anders dan dat de particulier hiermee bekend moest zijn. Het autobedrijf voelde zich bedonderd en probeerde verhaal te halen bij de particulier. Deze gaf niet thuis en het draaide uit op een rechtszaak. Het oordeel van de rechter over de vraag of op een particulier ook een mededelingsplicht rust beantwoordde de rechter als volgt:

Een mededelingsplicht van een leek ten opzichte van een professional, zoals hier het geval, kan naar het oordeel van de kantonrechter niet snel worden aangenomen”.

Waar op een professionele ondernemer dus een verstrekkende mededelingsplicht rust, wordt van een particulier in beginsel niet verwacht dat hij mededelingen hoeft te doen. In de zaak liep het voor het autobedrijf vervolgens niet goed af omdat niet bewezen kon worden dat het hoge olieverbruik ook aanwezig was ten tijde van inruil van de auto. Een vervelende uitkomst voor het autobedrijf, maar wel een duidelijke uitspraak van de rechter. Particulieren trekken dus meestal aan het langste eind en de les voor een autobedrijf is dus dat inruilauto’s altijd goed gecontroleerd moeten worden.

Wanneer een particulier een auto dus inruilt, zal een autobedrijf veelal geen verhaal kunnen halen wanneer het blijkt om een auto te gaan die behept is met allerlei gebreken. Dit zal slechts anders zijn wanneer bewezen kan worden dat de particulier hier mededelingen over had moeten doen. Ik kan u hierbij al aangeven dat dit in een procedure een moeilijk punt is.

Consumenten worden dus niet alleen beschermd wanneer ze iets kopen, maar ook wanneer ze iets inruilen. Hieraan kan niets worden veranderd en daarom is goed om daar als ondernemer bewust van te zijn. De tip die ik u dus mee wil geven is de volgende: wordt er iets ingeruild, controleer dan goed wat u aankoopt. Wanneer achteraf namelijk blijkt dat u een barrel heeft ingeruild, zult u daar helaas toch mee blijven zitten.

Tjerk Binnema

mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193

Lees meer informatie over het kopen en inruilen van een auto op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/overeenkomsten-contracten/

 

Lees meer...

Consumentenbescherming op de tweedehands automarkt

Rubriek Auto en Recht 

Bij de combinatie auto en recht denken veel mensen aan mr. Bram Moszkowicz die in zijn Aston Martin Vanquish met Eva Jinek naast zich door de PC Hooftstraat cruiset. Dat beeld is echter niet juist en achterhaald. Mr. Bram Moszkowicz is inmiddels geen advocaat meer en zijn relatie met Eva Jinek is al geruime tijd verbroken. Bovenal is het lang niet voor alle advocaten weggelegd om in een Aston Martin te rijden. Dat neemt echter niet weg dat er ook andere advocaten zijn met een groot autohart. Dat geldt zeker voor de schrijver van deze rubriek. Al op jonge leeftijd ben ik getroffen door het ‘Alfa virus’, toen ik mijn eerste Alfa Romeo kocht. Dit virus leidde tot een voorliefde voor Italiaanse auto’s. In de loop der jaren ben ik met name een Lancia liefhebber geworden, maar ik heb mijn eerste Alfa nog steeds in de stalling staan.

Omdat deze rubriek gaat over auto en recht, is het natuurlijk van belang ook stil te staan bij dat laatste aspect: het recht. In elke column zal ik een juridisch onderwerp behandelen dat voor u interessant kan zijn. Ditmaal is dat de bescherming van consumenten bij het kopen van een occasion. Consumenten hebben namelijk meer bescherming dan veel ondernemers denken. Door op de factuur te schrijven dat de auto wordt gekocht “zoals gezien en gereden” wordt deze bescherming niet beperkt. Ook wanneer u een auto verkoopt zonder garantie, kan de koper soms toch aanspraak maken op herstel of schadevergoeding in geval van gebreken.

Tjerk Binnema De Haan AGWDe consument heeft in Nederland namelijk erg veel bescherming. In het kort komt dit erop neer dat een koper er in beginsel altijd vanuit mag gaan dat de gekochte auto op een normale en veilige wijze als auto gebruikt kan worden. Wanneer een gebrek zich binnen zes maanden na aankoop voordoet, wordt volgens de wet vermoed dat het gebrek ten tijde van de koop aanwezig was. De koper staat dan met 1-0 voor en u zult als verkoper moeten aantonen dat het gebrek pas na levering is ontstaan.

Als de motor na een dag rijden kapot gaat of de remmen het begeven, zal de koper daarna bij de verkoper aan kunnen kloppen. Dit is alleen dan anders wanneer u als verkoper de koper al eerder op deze gebreken hebt gewezen. Het gaat hier om een minimale bescherming. De verwachtingen die een koper mag hebben worden verder bepaald door de prijs van de auto, het merk en type auto, het bedrijf waar de auto wordt gekocht en de mededelingen van de verkoper.

Zo mag iemand die een oude Mercedes 190d uit 1985 met meer dan 6 ton op de teller koopt bij de lokale dorpsgarage minder verwachtingen hebben van zijn ‘Mercedes’, dan iemand die een Mercedes C-klasse van slechts een paar jaar oud met bijna geen kilometers op de teller koopt bij de dealer. Welke bescherming een consument in een specifiek geval heeft, is dus afhankelijk van alle omstandigheden die bij de koop spelen. Als verkoper is het goed hier bij stil te staan en er rekening mee te houden bij de verkoop van tweedehands auto’s.
Wanneer het bekend is dat een auto een bepaald mankement heeft, doet u er goed aan dat aan de koper te melden. Het is dan ook aan te raden om dit bij een koop uitdrukkelijk vast te leggen. Als het dan nodig is, kunt u bewijzen dat u de koper voldoende heeft geïnformeerd en de koper kan daar dan later niet op terug komen. Het is beter om dit soort problemen te voorkomen dan te genezen!

mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193

Lees meer informatie over consumentenkoop en gebreken aan auto's op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/consumenten-geschillen/

 

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Columnisten Pro

Autodiagnose.eu

april 24, 2022

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 22: Diagnose van een Toyota FJ Cruiser van bouwjaar 2007 Onregelmatige hartslag.... ...

DE NIEUWE WET FRANCHISE

november 15, 2021

DE NIEUWE WET FRANCHISE

In veel branches komt franchising voor. Zo ook in de autobranche. Franchiseorganisaties cr...

Autodiagnose.eu

november 15, 2021

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 21: Diagnose van een Mercedes-Benz E200 van bouwjaar 2006Adem in, adem uit...............

AUTODIAGNOSE.EU

juli 07, 2021

AUTODIAGNOSE.EU

Praktijkgeval 20: Diagnose van een Mazda MX5 met motorcode B6D van bouwjaar 2001 Een simpel systeem...

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

juli 07, 2021

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

Het is iets waar elke ondernemer in de autobranche vast wel eens tegen aan is gelopen: een auto...

Gevaccineerd en nu?

maart 16, 2021

Gevaccineerd en nu?

Wie gevaccineerd is met een coronavaccin, kan toch nog Corona krijgen.. Een verpleger in Amerik...