Menu

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 18: Diagnose van een brandstofdrukstoring in een BMW 116i met motorcode N13B16A (bwj. 2012)
Eén storing, twee oorzaken!

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een brandstofdrukstoring in een BMW 116i met motorcode N13B16A van bouwjaar 2012. 

Onze opdrachtgever heeft de koppakking vervangen. Na deze ingrijpende reparatie wordt er een proefrit uitgevoerd. Tijdens de proefrit gaat het storingslampje branden en gaat de motor in noodloop met als storing "11A002 brandstof-hogedrukregeling, druk te laag". De opdrachtgever heeft al wat basiszaken gecontroleerd maar geen afwijkingen aangetroffen. Ook heeft hij de hogedruk brandstofpomp gewisseld met een andere hogedruk brandstofpomp. Dit had geen effect op de storing. 

Als we de BMW in behandeling nemen valt ons op dat de brandstofdrukstoring tijdens twee situaties optreedt; (1) af-en-toe tijdens een koude start en (2) tijdens belasting van de motor op de snelweg. Allereerst controleren we of er een software update beschikbaar is voor de motorregeleenheid. Dit blijkt niet het geval te zijn. De motorregeleenheid heeft de laatste softwarestand aan boord. Daarnaast resetten we alle adapties van de motorregeleenheid. Dit heeft geen invloed op de storing.

Om vast te stellen wat er gebeurt tijdens het optreden van de klacht meten we de signaalspanningen van de krukassensor, de inlaatnokkenas sensor, de uitlaatnokkenassensor en de hogedrukbrandstofdruksensor. Tegelijkertijd meten we de aansturing van injector 1 en 2 en de aansturing van bobine 1 en 2 om vast te stellen wat er gebeurt als de klacht optreedt. Deze meting staat weergegeven in afbeelding 1.

afbeelding1-5-voor website

Afbeelding 1

We vergelijken de meting van het krukassignaal en de beide nokkenassen met dezelfde metingen bij eenzelfde motor. Daaruit komt naar voren dat de inlaatnokkenas circa 18 krukasgraden (9 nokkenasgraden) te "laat" staat. Daarop besluiten we de timing fysiek te controleren. Als we het gereedschap op de nokkenassen plaatsen blijkt inderdaad dat de inlaatnokkenas niet op tijd staat. 
Zie afbeelding 2.

afbeelding2-5-voor website

Afbeelding 2

We zetten de distributie op tijd en maken een aantal proefritten, verdeeld over verschillende dagen. Ons valt op dat de storing niet meer optreedt bij een koude start, maar alleen nog optreedt tijdens belasting van de motor op de snelweg. Omdat we de beschikking hebben over originele fabrikantsoftware kunnen we een aantal controles uitvoeren via de diagnosesoftware van BMW. We voeren controles uit van het lagedruk brandstofgedeelte, de hogedruk brandstofdruksensor en het hogedruk brandstofgedeelte. Het resultaat van die controles is keer op keer dat de hogedruk brandstofpomp defect is. Onze opdrachtgever had de hogedruk brandstofpomp echter al een keer gewisseld met een andere hogedruk brandstofpomp en gaf aan dat dit geen effect had op de storing. Omdat we geen duidelijke afwijking in onze metingen zien tijdens het optreden van de storing en omdat de controles van de BMW  diagnosesoftware steevast de hogedruk brandstofpomp als oorzaak aanwijzen pakken we de (de)montage handleiding van de hogedruk brandstofpomp erbij. 

Uit die handleiding komt naar voren dat de hogedruk brandstofpomp op een speciale manier gemonteerd dient te worden, zie afbeelding 3. We besluiten om de pomp te demonteren en zien dan gelijk dat de as van de pomp 180 graden verdraaid ten opzichte van de voorgeschreven positie gemonteerd is. We herstellen de montage van de pomp en stellen na diverse proefritten vast dat de storing als sneeuw voor de zon verdwenen is. De BMW kan weer terug naar de eigenaar. Van storing naar gerichte reparatie!

afbeelding3-5-voor website

Afbeelding 3

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!
www.autodiagnose.eu

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 17: Diagnose ontstekingsstoring bij Ford Ka 1.2 met Fiat-motor en motorcode 169A4000 (bwj. 2016)

Vermoeden van garagist wordt bevestigd!

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een ontstekingsstoring in een Ford Ka 1.2 met een Fiat motor met motorcode 169A4000 van bouwjaar 2016 met ruim 30 duizend kilometer op de teller. De eigenaar ondervindt regelmatig vermogensverlies en onrond lopen van de motor. Het garagebedrijf dat deze auto in behandeling neemt heeft op basis van de foutcodes de bedrading en connectoren gecontroleerd en de bobine en bougies vervangen. De storing bleef na deze handelingen enkele dagen uit om daarna alsnog de kop op te steken. Omdat de garagist vermoedt dat de motorregeleenheid defect is wordt de auto bij ons aangeboden voor een eenduidige vaststelling van de oorzaak.

We lezen de Ford bij binnenkomst uit en daaruit komen de volgende foutmeldingen naar voren: 
* P0352 Bobine B primair/sekundair Onderbreking/massasluiting
* P0353 Bobine C primair/sekundair Onderbreking/massasluiting

We wissen de foutcodes en blijven de Ford gedurende enkele dagen aan de tand voelen. De storingen blijven in eerste instantie uit, maar steken dan toch 's ochtends een keer bij een koude start de kop op. Als de storing optreedt horen we de motor onrond lopen en worden de storingen P0352 en P0353 in het foutgeheugen gezet.

Om een beter beeld te krijgen bij hetgeen zich afspeelt tijdens de storing sluiten we de oscilloscoop aan. We maken er een totaal-opname van (zie afbeelding 1):
* het krusassignaal (rood 1)
* het nokkenassignaal (geel 1)
* de massaschakelingen van bobine
1, 2, 3 en 4 (groen, lichtblauw, donkerblauw en oranje)
* de voeding van de bobine (rood 2)
* de massa van de bobine (geel 2)

afbeelding1-4

Afbeelding 1-4

Daarnaast berekenen we uit het krukassignaal (rood 1) het toerental van de motor (paars). Het berekende toerental uit het  krukassignaal (paars) laat tussen 2 bobine aansturingen op een cilinder - dit staat gelijk aan 2 krukasomwentelingen - 4 toerentalversnellingen (pieken) zien als gevolg van de arbeid in cilinder 1, 3, 4 en 2.

Als we naar afbeelding 1 kijken, dan zien we bij de onsteking van bougie 1 (groen) en 4 (oranje) een versnelling van het toerental van de krukas (paarse lijn stijgt). Kijken we naar de ontsteking van bougie 2 (lichtblauw) en bougie 3 (donkerblauw) dan zien we dat de paarse lijn niet stijgt, maar daalt. Dit betekent dat het toerental afneemt terwijl deze toe zou moeten nemen als gevolg van de arbeidsslag. Het ontbreken van de arbeid (daling paarse lijn) is te beredeneren, zodra de motorregeleenheid P0352 en P0353 zet, staakt de motorregeleenheid de aansturing van injector 2 en 3 om te voorkomen dat onverbrande benzine de cilinderruimte verlaat om alsnog in de katalysator te verbranden.

Wat nog steeds een vraagstuk is, waarom worden de massasluiting fouten P0352 en P0353 gezet als we geen afwijkingen zien voor wat betreft de aansturing van bobine 2 en 3 zodra de storing optreedt? Ons is bekend dat massasluiting storingen worden gezet als de voeding van een actuator weg valt. In dit geval, bij "geen aansturing" van de bobine, verwacht de motorregeleenheid een spanning van 12V op de aanstuurdraad van de bobine. Uit onze metingen volgt dat voor, tijdens en na de storing de spanning van de aanstuurdraden van bobine 1, 2, 3 en 4 (groen, lichtblauw, donkerblauw en oranje in afbeelding 1) intact blijft.

Ook in de aansturing zien we op het moment van het optreden van de storing GEEN afwijking. Daarentegen zelfs, we zien dat de motorregeleenheid alle 4 de bobines correct blijft aansturen en dat er ook daarwerkelijk een vonk geproduceerd wordt op alle vier de bougies. Dit laatste is zichtbaar als we inzoomen op de massaschakelingen van bobine 1, 2, 3 en 4 in afbeelding 4. Een uitvergroting van zo'n massaschakeling staat weergegeven in afbeelding 2 met een toelichting van de toestanden.

afbeelding2

Afbeelding 2

Onze conclusie
Op basis van de informatie uit onze oscilloscoopmeting, gecombineerd met de werking van het systeem en onze expertise komen we tot de conclusie dat de storing intern de motorregeleenheid plaats heeft. We vervangen daarop de motorregeleenheid door een gebruikte motorregeleenheid. Onze conclusie wordt door de praktijk bevestigd: de Ford rijdt alweer enkele weken storingsvrij rond.

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!

Van storing naar gerichte reparatie!
www.autodiagnose.eu 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 16: Diagnose accu/dynamo-storing in een Renault Twingo 0.9 met motorcode H4B (bouwjaar 2014)

Reanimatie Twingo verloopt niet zonder kleerscheuren!

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een accu/dynamo-storing in een Renault Twingo 0.9 met motorcode H4B van bouwjaar 2014. De eigenaar heeft de auto starthulp gegeven. Dat lukte eerst niet met de starthulp vanuit een andere auto en later wel met een accubooster. Daarna liep de motor weer, maar gaf de auto een laadstoring aan. Daarop is in eerste instantie de dynamo vervangen door een garagebedrijf. Omdat dit geen oplossing bood is de auto aangeboden bij een ander garagebedrijf. Dat bedrijf heeft na enkele basiscontroles de auto bij ons aangeboden voor verder onderzoek.

Als de auto bij ons binnenkomt lezen we deze eerst uit. Daaruit komen de volgende foutmeldingen naar voren in de zekeringkast motorruimte:
-> B120F Comm met dynamo fout in datatransport;
-> B1211 Accu-scheidingsrelais kortsluiting naar massa;
-> B1211 Accu-scheidingsrelais onderbreking;
-> B1221 Stroomkring regeleenheid massa 1 kortsluiting naar massa;
-> B123A Accu interne regeleenheidfout;
-> B1266 Start-/stop-systeem fout in datatransport;
-> B1267 Start-/stop-systeem signaal ongeldig.

Alle foutcodes met uitzondering van B1221 zijn al actief op contact en kunnen niet gewist worden. Via de diagnosesoftware zetten we de regeleenheid "zekeringkast motorruimte" softwarematig terug en resetten we de interne regeleenheidsbescherming. Beide softwarematige handelingen hebben geen effect op de storingen.

We vervolgen het onderzoek vanuit de foutcode B120F. Een controle van de LIN bus communicatie laat zien dat de dynamo niet communiceert met de auto. Omdat deze, in een poging de storing te verhelpen, vervangen is, controleren we de onderdeelnummers.
Volgens Partslink dient de dynamo onderdeelnummer 231003101R te hebben
(zie afbeelding 1).

afbeelding1-4-web

Afbeelding 1

De gemonteerde dynamo heeft echter onderdeelnummer 231006007R-A. Het onderdeelnummer van de gemonteerde dynamo is echter grijs gemarkeerd in Partslink en zou dus niet op deze auto horen (zie afbeelding 2).

afbeelding2-4-web

Afbeelding 2

Navraag bij de Renault dealer en bij een onderdelenleverancier levert op dat de gemonteerde dynamo wél op deze Twingo toegepast mag worden. We besluiten om het dynamovraagstuk te parkeren en onze focus te verleggen naar de andere storingen. 

[Accu-scheidingrelais?]
Bij de omschrijving van de foutcode B1211 verwachten we bij de omschrijving "accu-scheidingsrelais" een accuklem met pyrofuse die vanuit het airbagsysteem ontkoppelt kan worden bij een aanrijding. Deze is echter niet aanwezig op dit voertuig. Uiteindelijk komen we erachter dat het diagnoseapparaat met de omschrijving "accu-scheidingsrelais" de accusensor op de minpool van de accu bedoeld (zie afbeelding 3).

afbeelding3-4-web

Afbeelding 3

Deze accusensor is middels een stekker met twee draden verbonden met de Twingo. Op een van de twee draden staat een voeding van 12V en op de andere draad communiceert de accusensor via LIN-bus met de energiemanagement regeleenheid. Als we de voeding controleren, dan is deze afwezig. Uit de bedradingsschema's volgt dat de voeding vanuit de zekeringkast onder het handschoenvakje vandaan komt. Daar blijkt de zekering gesprongen. Als we deze vervangen blijft deze heel en is er voeding aanwezig op de accusensor. 

Als we de foutgeheugens dan weer bevragen, zijn de volgende storingen nog actief:
-> B1211 Accu-scheidingsrelais kortsluiting naar massa (*);
-> B123A Accu interne regeleenheidfout (*);
-> B1266 Start-/stop-systeem fout in datatransport (*);
-> B1267 Start-/stop-systeem signaal ongeldig (*).

De foutmeldingen:
-> B120F Comm met dynamo-fout in datatransport;
-> B1211 Accu-scheidingsrelais onderbreking;
-> B1221 Stroomkring regeleenheid massa 1 kortsluiting naar massa; 
zijn verholpen door het herstellen van de voeding van de accusensor.

Nu de accusensor weer benaderbaar is, zien we in de meetwaarden dat deze aangeeft dat deze een spanning van 15.9 Volt aangeeft en een laadstroom van 203 Ampère. Dit komt niet overeen met de werkelijkheid, de auto staat op contact en het gros van de verbruikers staat uit. Op basis van alle informatie die we hebben, vermoeden we dat de Twingo op een verkeerde wijze starthulp heeft ontvangen, waardoor de zekering van de accusensor is gesprongen, maar waardoor ook de accusensor zelf een defect heeft
opgelopen.

We besluiten om de accusensor te vervangen. Nadat deze is vervangen, is de Twingo foutcode-vrij en alles werkt weer naar behoren, zo ook de dynamo met het volgens Partslink onjuiste onderdeelnummer! De Twingo is nu al enkele maanden storingsvrij onderweg. De dealer en de onderdelen-leverancier hadden het dus bij het juiste eind: de gemonteerde dynamo kan wel toegepast worden in deze Twingo. 

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!
www.autodiagnose.eu 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 15: diagnose inlaattraject storing in een Ford Focus 1.6 TDCI bouwjaar 2013

Een storing bij forse belasting!

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een inlaattraject storing in een Ford Focus 1.6 TDCI met motorcode NGDB van bouwjaar 2013. Na het vervangen van de distributieriem heeft deze Ford een storing bij forse belasting. 

De Ford is bij het garagebedrijf aangeboden voor een grote beurt en een distributieriem vervanging. Na uitvoeren van deze werkzaamheden heeft het garagebedrijf een proefrit gemaakt. Daarbij is vastgesteld dat de Ford bij een forse belasting in noodloop gaat met de volgende storingen:
* P006A-00 Inlaatspruitstuk druk geen overeenstemming
* P1102-21 Luchtmassameter signaal te laag

Omdat een mechanische controle van de distributietiming geen afwijkingen laat zien wordt de Ford bij ons aangeboden voor nader onderzoek. Voor een eerste oriëntatie gaan we met de auto rijden waarbij we de meetwaarden via het diagnoseapparaat monitoren, om vast te stellen wat er gebeurt bij het optreden van de storing. In afbeelding 1 staat een van deze opnames. Daaruit volgt dat de registreerde drukval over het roetfilter oploopt tot 306 mbar bij circa 4000 toeren. Op dat moment schakelt de motorregeleenheid over op de noodloop en worden voornoemde twee foutcodes gezet.

afbeelding1-3

Afbeelding 1

Een afwijkende druksensor?
Om zeker te weten dat de differentiaaldruksensor de juiste waarde aangeeft, controleren we deze door met een handpompje druk op de sensor te zetten en met een aparte drukmeter vast te stellen of de geregistreerde drukwaarde in de motorregeleenheid gelijk is aan de afgelezen drukwaarde op de drukmeter. Dit is over het gehele bereik het geval dus we stellen vast dat de drukmeter  correct functioneert.

Een verstopt roetfilter?
Het garagebedrijf stuurt het roetfilter op voor een reiniging. Het reinigingsbedrijf geeft aan dat het roetfilter verstopt is en dat deze niet meer gereinigd kan worden. Er wordt een nieuw roetfilter gemonteerd. Bij een proefrit schiet de Ford echter wederom op eenzelfde manier in de noodloop als voor het vervangen van het roetfilter.

En de volgende stap?
We voeren nog enkele andere voor de hand liggende controles uit zoals controle van manipulatie van de software in de  motorregeleenheid. Omdat daar geen oorzaak voor de storing in wordt gevonden besluiten we een opname te maken van het drukbeeld van de cilinder. Hiervoor vervangen we een gloeibougie door een druksonde, waarmee we de druk in de cilinders tijdens de inlaat-, compressie-, arbeids- en uitlaatslag meten.

afbeelding2-2

Afbeelding 2

In afbeelding 2 staat 0,04 seconden weergegeven van zo'n druk-opname bij 3000 toeren waarbij de 4 slagen aangegeven staan en op de verticale as de relatieve druk in bar. Wat opvalt bij deze drukopname is dat de relatieve druk op het einde van de uitlaatslag circa 1.7 bar is. Dit is een afwijkende situatie; in de uitlaatslag gaan de uitlaatkleppen open en "ademt" de cilinder uitlaatgassen "uit" de uitlaat in. De druk in de uitlaatslag moet nagenoeg gelijk zijn aan de omgevingsdruk, uitgedrukt als relatieve druk is dit circa 0 bar. In deze motor loopt de druk in de uitlaatslag op naar 1,7 bar relatief, dus 2.7 bar absoluut.

Terwijl wij ons verdiepen in de meetresultaten om een verklaring te vinden voor de oplopende druk in de uitlaatslag besluit het garagebedrijf de cilinderkop te laten nakijken door een revisiebedrijf. Die komen tot de conclusie dat deze in orde is. Ondertussen hebben wij op basis van de meetresultaten vastgesteld dat er toch echt iets mis gaat met de timing. In overleg met het garagebedrijf wordt een nieuwe nokkenas besteld. Als die arriveert is de oorzaak van de storing meteen helder: enkele nokken zijn verdraaid op de nokkenas (zie afbeelding 3).

afbeelding3-3

Afbeelding 3

En de relatie met de distributieriemvervanging en het verstopte roetfilter?
Zeer waarschijnlijk zat het roetfilter voor de distributieriem vervanging al grotendeels verstopt als gevolg van een slechte verbranding door verdraaide nokken op de nokkenas. Dit en de storing bij forse belasting met een noodloop tot gevolg is waarschijnlijk nooit opgemerkt door de berijder omdat deze altijd laagtoerig met de auto rijdt en dus nooit in het "forse belastingsgebied" komt. Na het vervangen van de nokkenas en diverse proefritten gaat de Ford terug naar de eigenaar en kunnen wij met een voldaan gevoel een punt achter deze bijzonder interessante diagnose zetten! 

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!
www.autodiagnose.eu 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 13: enkele storingen in een BMW 320i GT (bouwjaar 2014) met motorcode N20B20

Een zoektocht naar de boosdoener...............

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van enkele storingen in een BMW 320i GT van bouwjaar 2014 met  motorcode N20B20. De auto wordt bij ons aangeboden door een garantieverzekeraar met de klachten dat de cruise-control uitvalt met de melding "Cruise Control uitval Cruise Control" op het instrumentenpaneel en in het informatiescherm, dat er geen spanning aanwezig is op de OBD poort en dat er een kenveldthermostaat storing in de motorregeleenheid opgeslagen is. 

afbeelding1-1-web

Afbeelding 1

We beginnen het onderzoek bij het ontbreken van de spanning op de OBD-poort. Als we het knieschot loshalen treffen we eerste klas broddelwerk aan.............!!! (afbeelding 1). De ETH_A datanetwerkdraad (pen 8) en de toerentalsignaaldraad (pen 9) die naar de motorregeleenheid gaat bevat beschadigingen van een Scotch blokje en de voeding (pen 16) is inderdaad spanningsloos. Er bungelt een voedingsdraad die vanuit de motorruimte het passagierscompartiment binnenkomt.

Als we die draad volgen, schieten ons de tranen helemaal in de ogen ... nog meer gepruts met Scotch blokjes en Duct tape  (afbeelding 2) maar bovenal NERGENS!!! een zekering te bekennen terwijl deze draad rechtstreeks vanaf het accuvoedingspunt in de motorruimte afgetapt is. Navraag levert op dat dit door een bedrijf in het midden van het land is uitgevoerd welke zich specialist en marktleider op het gebied van de inbouw van parkeersensoren noemt.....
I rest my case...

afbeelding2-2-web

Afbeelding 2

We zetten ons onderzoek voort. Als we het schema volgen van de voeding van de OBD poort komen we uit in de zekeringkast in de rechter A-stijl. Daar treffen we een defecte zekering aan. We vermoeden dat de gesprongen zekering ontstaan is tijdens het gepruts
bij de OBD connector. Alvast een storing verholpen. 

Vervolgens verleggen we onze focus naar de foutmeldingen: 
->1D2404 Kenveldthermostaat onderbreking
->1D2402 Kenveldthermostaat kortsluiting naar massa in de motorregeleenheid.

Deze meldingen zijn gerelateerd aan de elektrische thermostaat. Een controle van de weerstand laat zien dat het  verwarmingselement een open verbinding heeft. Om te controleren of de motorregeleenheid deze op een juiste wijze aanstuurt, plaatsen we een dummy en controleren met de oscilloscoop of er 12V voeding aanwezig is op de dummy en we controleren of de motorregeleenheid bij een actuatortest de dummy massaschakelend aanstuurt. Omdat dit het geval is, volstaan we met het  vervangen van het verwarmingselement waarna ook deze storing verholpen is.

Voor de storing van de uitval van de cruise-control leggen we de focus naar het stuurwiel. Bij binnenkomst was de storing "030410 Multifunctioneel stuurwiel sub lin-bus slave-foutmelding // ontbrekende Local Interconnect Network-slave" opgeslagen. De bediening van de cruise-control middels de toetsen links op het stuur volgt het volgende traject in het voertuig:
-> het linkerschakelaarblok (LSB, toetsen links op het stuur) van het multifunctionele stuurwiel (MFL) is via een bandkabel rechtstreeks met het rechterschakelaarblok (RSB) verbonden.
-> het RSB zendt de bediening van de toetsen digitaal via de LIN-bus naar het schakelcentrum op de stuurkolom (SZL). Het SZL op zijn beurt is de interface tussen LIN-bus en Flexray. Alle toetsbedieningen worden als boodschap naar de Flexray verzonden.

Omdat het hier voornamelijk een software-netwerksysteem betreft - toetsbedieningen worden meteen gedigitaliseerd en digitaal verzonden op het LIN bus netwerk en het Flexray netwerk – beginnen we met een proefrit en manipulatie van het systeem tijdens
de proefrit. Daarbij stellen we vast dat als we de connector van het RSB naar de SZL loshalen (afbeelding 3), voornoemde foutmelding "030410" gezet wordt en er in het instrumentenpaneel en het informatiescherm de melding "Cruise Control uitval Cruise Control" gezet wordt. De oorzaak is dus of uitval van de LIN communicatie vanuit het RSB en LSB of een breuk in de wikkelveer van het SZL. Omdat er geen meldingen opgeslagen zijn over de airbag in het stuur vermoeden we dat LIN communicatie wegvalt vanuit het RSB. 

afbeelding3-1-web

Afbeelding 3

In overleg met de garantieverzekeraar besluiten we de LSB-RSB-module te vervangen en het meten van de LIN bus tussen het RSB en het SZL te staken omdat de storing zich maar enkele malen per maand voordoet en wij na 1 week proefrijden de storing nog steeds niet meegemaakt hebben. Omdat de BMW nu al enkele maanden storingsvrij is gaan we er van uit dat uitval van de LIN communicatie in het RSB inderdaad de boosdoener is geweest.

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!
www.autodiagnose.eu 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 9: diagnose airbagstoring in een Volkswagen Polo (motorcode CGP) bouwjaar 2009

Resistance Too Low of Too High?

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een airbagstoring in een VW Polo (motorcode CGP) van bouwjaar 2009. De eigenaar heeft de auto aangeschaft in combinatie met een garantieverzekering. Enkele maanden na aanschaf licht het airbaglampje op. Er wordt een beroep gedaan op de garantieverzekeraar. Het garagebedrijf dat deze storing onderzoekt komt op basis van onderdelen met een fabrikagedatum later dan het bouwjaar van de auto en niet originele bedrading tot de conclusie dat de auto niet meer origineel is. De stuurwielairbag wordt nog uitgewisseld om te kijken of dat tot een oplossing leidt. Omdat dat niet tot een oplossing leidt verdenkt het garagebedrijf de airbagregeleenheid als mogelijke oorzaak. Zeker weten doet het garagebedrijf dat echter niet.

Uiteindelijk wordt de auto bij ons aangeboden voor een diagnose. Uit de intake met de eigenaar van de auto volgt dat de auto van o origine niet uitgerust was met een cruise control maar dat die voor aflevering wel geplaatst is. Daarmee is in een keer de fabrikagedatum van na het bouwjaar van de auto van sommige onderdelen en de niet originele bedrading verklaard. Als deze auto namelijk achteraf voorzien wordt van cruise control dient er onder andere een andere stuurkolomregeleenheid ingebouwd te worden en dient er een extra draad naar de motorregeleenheid aangelegd te worden vanaf de stuurkolomregeleenheid. 

We starten het onderzoek met het uitlezen van de airbagregeleenheid. Hierin staat de volgende storing opgeslagen: "9437210 - Igniter for Driver's Airbag B1000 1A [137] - Resistance Too Low". Deze storing geeft aan dat de weerstand van de stuurwielairbag te laag is, met andere woorden, er is zeer waarschijnlijk sprake van een sluiting. De storing is statisch en is niet te wissen. Als we het schema bestuderen (zie afbeelding 1) zien we dat de stuurwielairbag (A35.1) aangesloten is op de wikkelveer (E10), vervolgens aangesloten op de stuurkolomregeleenheid (A6.45) en uiteindelijk aangesloten op de airbagregeleenheid (A4.1).

afbeelding1-2

Afbeelding 1

We beginnen met het demonteren van de stuurwielairbag. Als deze afgekoppeld is en we bevragen opnieuw het foutgeheugen dan blijft de foutmelding ongewijzigd; "resistance too low". Dat is erg opmerkelijk. Met een afgekoppelde airbag ontstaat er aan de kabelboomzijde een open verbinding en aan de airbagzijde een gesloten verbinding (kortsluitbrug die de aansluitpennen van de airbag kortsluit om ontsteking door o.a. statische elektriciteit op een van de aansluitpennen te voorkomen. Een open verbinding zou moeten leiden tot een verandering van de foutmelding, namelijk "resistance too high".

Ons vermoeden is nu dat er ergens tussen de airbagregeleenheid en de airbagconnector een sluiting aanwezig is. Omdat er nog een tweetal componenten tussen de airbagregeleenheid en de airbagconnector zitten, ontkoppelen we de verbinding op connectors E-7 en E-8 van de stuurkolomregeleenheid (A6.45 in afbeelding 1). 

Hierna lezen we het foutgeheugen opnieuw uit. Daarin staat dan opeens de foutmelding "resistance too high". Dit is exact de foutmelding die we zouden verwachten. Dit betekent ook dat de vermoedelijke sluiting aanwezig moet zijn tussen de connectors E-7
en E-8 van de stuurkolomregeleenheid (A6.45) en de connectors 3 en 4 van de wikkelveer (E10). Nu viel tijdens demontage van de plug met connector E-7 en E-8 op dat deze niet helemaal recht zat. Als we deze aansluiting nog een beter bekijken zit bij die twee connectors ook een kortsluitbrug aan de stuurkolomregeleenheid-zijde (A6.45), zie ook afbeelding 2.

afbeelding2

Afbeelding 2

Als we de plug met connector E-7 en E-8 weer opsteken en dan exact recht, dan valt op dat de kortsluitbrug net via het randje van de stekker ontkoppeld wordt, zie ook afbeelding 3. Als we de storing nu uitlezen – alleen de stuurwielairbag is dan nog afgekoppeld – dan blijft de storing "resistance too high" aanwezig. Het lijkt er dus op dat de sluiting verdwenen is. Vermoedelijk is de storing dus
veroorzaakt door de plug met connector E-7 en E-8 niet helemaal recht opgestoken was en in de maanden na de aanschaf dusdanig verschoven is dat de kortsluitbrug in werking is getreden. We hebben vervolgens alles weer gemonteerd en de storing gewist welke nu, weken later, nog steeds uitblijft. 

afbeelding3-1

Afbeelding 3

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!

 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 8: storingsdiagnose bij een Citroën C4 Cactus 1.6 hdi van bouwjaar 2015

PREVENTIEF VERVANGEN VERDACHTEN ONDERDELEN

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een storing in een Citroen C4 Cactus 1.6 hdi (motorcode BHY // DV6F) van bouwjaar 2015. De auto heeft als klacht dat de eigenaar meerdere malen een melding op het multifunctionele display heeft gehad met de tekst: "Storing emissieregeling starten niet mogelijk over xxx km." Voordat de auto bij ons is aangeboden is deze al verscheidene malen uitgelezen en gereset waarbij de storing telkens na enkele weken terugkwam.

Bij binnenkomst heeft de auto de storing "P20F6 NOx-systeem lekkage vastgesteld" in het foutgeheugen van de EDC 17C60 motorregeleenheid staan. Dit betreft een storing in het AdBlue (ureum) systeem welke voor een reductie van de NOx-uitstoot zorgt. Op hoofdlijnen beschouwd is dit een mooi voorbeeld van hoe de Euro-6-emissienormen in praktijk uitpakken. Om aan de emissie eisen te voldoen is deze motor uitgerust met een uitlaatgas-nabewerking waar menige fabriek jaloers op zou zijn; een EGR-systeem, een roetfiltersysteem en een AdBlue systeem!

Om het AdBlue systeem te doorgronden raadplegen we de technische documentatie van Citroen. De werking van het systeem is het beste uit te leggen aan de hand van een schematische afbeelding van het systeem (afbeelding 1). "A" zijn de onbewerkte uitlaatgassen afkomstig van de motor. Eventuele onverbrande koolwaterstoffen worden middels de voorkatalysator (8) verbrandt. In de uitlaatgasstroom zonder onverbrande koolwaterstoffen (B) wordt met een ureumverstuiver (6) ureum ingespoten. In de deNOx katalysator inclusief roetfilter (5) wordt NOx in combinatie met ureum en warmte gereduceerd tot stikstof (N2) en water (H2O).

Autodiagnose.eu-afbeelding1-1

Afbeelding 1

Het systeem voor injectie van ureum in de uitlaatgassen bestaat uit 4 onderdelen; De ureumoplossing wordt opgeslagen in het ureumreservoir (onderdeel 1). In het ureumreservoir is naast een verwarmingselement (ureum bevriest onder de -11 (min elf) graden Celcius) een pomp met de nodige elektonica aangebracht (onderdeel 2, afbeelding 2) die onlosmakelijk met het reservoir verbonden is. Omdat het reservoir (circa 15 liter inhoud) tussen de brandstoftank en de achterbumper geplaatst is, is er voor het transport van achter naar voren nog een verwarmde (tracing) ureumleiding (onderdeel 3) aangebracht. Deze ureumleiding is vervolgens voor bij de uitlaat verbonden met een ureum-verstuiver (onderdeel 4).

Autodiagnose.eu-afbeelding2

Afbeelding 2

Terug naar de storing. Het AdBlue systeem maakt melding van een lekkage. Om te doorgronden wat daar de oorzaak van is sluiten we tussen de koppeling van de verwarmde ureumleiding en de ureumverstuiver een externe elektronische drukmeting aan. Daarnaast voeren we metingen uit aan de voedingsvoorziening en aansturing van de ureumverstuiver.

Autodiagnose.eu-afbeelding3

Afbeelding 3

Allereerst zijn we zijn gestart met het uitvoeren van enkele basiscontroles zoals het meten van de opbrengst van de pomp/injector in een bepaalde tijdsduur en de houddruk van het systeem. Omdat hieruit geen afwijkingen naar voren kwamen is zijn we gaan proefrijden met het aangesloten meetsysteem. In afbeelding 3 staan 4 seconden van zo'n meting. De druk in het systeem is weergegeven als rode lijn (kPa). De voeding van de ureumverstuiver als gele lijn (spannig) en de aansturing van de ureumverstuiver als groene lijn (spanning). Met deze opstelling hebben we in enkele dagen onder verschillende omstandigheden 497 kilometer storingsvrij gereden. Omdat we continue de druk en aansturing gemeten hebben, konden we ook zien of er een "hikje" in de druk van het systeem zat terwijl er geen aansturing van de injector was. Dit bleek niet het geval te zijn. Het systeem funktioneerde perfect en gaf geen krimp.

Omdat de storing zich bij ons gedurende 497 km is uitgebleven en er ook uit de basiscontroles geen zaken naar voren zijn gekomen die een afwijking lieten zien hebben we overleg gehad met de opdrachtgever om vast te stellen welke route voor een eventueel vervolg de voorkeur had;
[route 1] het preventief vervangen van verdachte onderdelen, in dit geval de pomp (deze zou sporadisch namelijk kunnen haperen in zijn drukaansturing (accumulator)) of de ureumverstuiver (deze zou sporadisch open kunnen blijven staan).
[route 2] blijven proefrijden tot de storing zich voordoet.

Uiteindelijk heeft de opdrachtgever besloten om over te gaan op preventieve vervanging van de pomp en de ureumverstuiver op basis van hun functie in relatie tot de storing. Na het vervangen van deze twee onderdelen zijn inmiddels 2 maanden verstreken en heeft de auto inmiddels al bijna 7000 km storingsvrij gereden.

 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 7: storingsdiagnose bij een Mini Cooper Clubvan (R55) uit 2012

.......met een onverwachte ontknoping!

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een storing in een Mini Cooper Clubvan (R55) uit 2012 met een N16B16A motor. Deze auto is onderweg gestrand. De pechhulp vult koelvloeistof bij en vervangt een bobine. Omdat de auto een verbrandingsprobleem aan blijft geven wordt deze aangeboden bij een garagebedrijf. Het garagebedrijf gaat aan de slag met het verbrandingsprobleem. Om snel e.e.a. uit te sluiten worden injectoren en bobines onderling tussen de cilinders uitgewisseld. Daarbij verhuizen de verbrandingsproblemen niet eenduidig mee. Als geroepen komt er toevallig een vertegenwoordiger langs die ook reinigingsproducten in zijn assortiment heeft. Deze beveelt aan om het inlaattraject te reinigen en geeft aan absoluut zeker te weten dat het probleem dan verholpen is. Helaas leidt een intensieve reiniging niet tot het gewenste resultaat. De motorregeleenheid blijft verbrandingsproblemen aangeven. Omdat een compressiemeting ook geen aanwijsbare oorzaak voor het verbrandingsprobleem oplevert wordt de Mini bij ons aangeboden voor een eenduidige diagnose van de storing.

Autodiagnose.eu-Mini-Cooper-02

Afbeelding 1

We beginnen met het uitlezen van het foutgeheugen van de motorregeleenheid. Daarin staan de volgende storingen opgeslagen:
-> 27BA Herkenning overslaan motor verschillende cilinders
-> 27BC Ontstekingsstoring herkenning cilinder 2
-> 2781 Verbrandingsstoring bij meerdere cilinders brandstofuitschakeling geactiveerd
->277D Overslagherkenning cilinder 2 brandstofuitschakeling geactiveerd
-> 27BE Onstekingsstoring herkenning cilinder 4 herkend
-> 27BD Onstekingsstoring herkenning cilinder 3 herkend
-> 2775 Overslagherkenning cilinder 3 brandstofuitschakeling geactiveerd

Samengevat; verbrandingsproblemen op meerdere cilinders. Omdat bobines en verstuivers als mogelijke oorzaken reeds door het garagebedrijf uitgesloten zijn beginnen we met een meting van het krukassignaal en de beide nokkenassignalen in combinatie met de aansturing van bobine 1. Deze meting, weergegeven in afbeelding 1, geeft ons een heleboel informatie.
-> Door het markeerpunt in het krukassignaal te vergelijken met de markeerpunten van de beide nokkenassen kunnen we vaststellen of [1] de distributie op tijd staat en [2] of de ketting opgerekt is door deze meting te vergelijken met een archiefmeting van eenzelfde motor waarbij we zeker weten dat de distributietiming in orde is. (zie afbeelding 1, punt [F])
-> Door het toerental van de krukas a.d.h.v. het krukassignaal te berekenen kunnen wordt de versnelling van de krukas als gevolg van iedere individuele verbrandingsslag zichtbaar (paarse lijn in afbeelding 1, punt [A], [B], [C] en [D]). In combinatie met de aansturing van, in dit geval bobine cilinder 1 (zie afbeelding 1, punt [E]), is het mogelijk de krukasversnellingen te matchen aan de individuele cilinders. Uit deze meting en berekening volgt dat de krukasversnelling in cilinder 4 slecht (hoogte tussen dal en piek ter hoogte van de twee pijlen bij punt [C] in afbeelding 1) die van cilinder 3 iets beter is en die van cilinder 2 en 1 significant hoger zijn dan die van 3 en 4.

Autodiagnose.eu-Mini-Cooper-03

Afbeelding 2

Op basis van het resultaat van de meting in afbeelding 1 besluiten we om de het drukbeeld per cilinder vast te leggen. Hiertoe vervangen we de bougie door een drukmeter waarvan we de druk, als spanning, elektronisch meten. Vervolgens laten we de motor stationair draaien en meten het verloop van het drukbeeld van een cilinder waarbij er geen verbranding plaats heeft. Een interpretatie van het drukbeeld per slag (inlaat-, compressie-, arbeids- en uitlaatslag) geeft inzicht in de toestand van de ademhaling van de motor (obstructies in- en uitlaat, in- en uitlaatkleppen en zuigerveren). In afbeelding 2 staat de drukmeting van cilinder 1.

Autodiagnose.eu-Mini-Cooper-04

Afbeelding 3

De drukmeting van cilinder 4 laat een heel apart beeld zien (zie afbeelding 3). Tussen de uit- en inlaatslag is een drukpiek zichtbaar. Tijd voor een visuele inspectie; met een endoscoop is geen visuele schade zichtbaar in de cilinder. Wel valt op dat de uitlaatkleppen NIET open gaan; een verklaring voor de drukpiek tussen de in- en uitlaatslag. Als we het kleppendeksel loshalen is de oorzaak van het ontbreken van mechanische aansturing van de uitlaatkleppen in een keer zichtbaar, de tuimelaars liggen los (zie afbeelding 4).

Autodiagnose.eu-Mini-Cooper-01

Afbeelding 4

Op basis van die bevinding adviseren we verder mechanisch onderzoek om de oorzaak van het los-slaan van de tuimelaars te achterhalen. Na mechanisch onderzoek heeft de eigenaar besloten een ruilmotor te laten plaatsen.

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 6: storingsdiagnose bij een Mitsubishi Outlander PHEV 4WD uit 2011

De kracht van de software!

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een storing in een Mitsubishi Outlander PHEV 4WD uit 2011. De klacht van deze auto is dat motor af en toe last heeft van misfires, vaak in cilinder 2, maar ook in de andere cilinders. Vaak gaat die storing gepaard met het branden van het EV-lampje.

Omdat de auto is uitgerust met een LPG installatie is de cilinderkop bij 115 dkm gereviseerd waarbij LPG zittingen zijn aangebracht en alle uitlaatkleppen vervangen zijn. Enige tijd daar steekt de storing toch de kop weer op. Er worden verschillende pogingen ondernomen om de oorzaakt te achterhalen, helaas zonder succes. We krijg de Outlander daarop bij een kilometerstand van 150 dkm aangeboden voor onderzoek omdat men vermoedt dat er sprake is van een elektronische storing.

We beginnen met het bevragen van de regeleenheden. In de motorregelenheid treffen we de melding "P0300 Verschillende cilinders onsteekonderdrukking herkend" aan en in de hybridesturing een foutcode zonder omschrijving, P0504, en de melding "P10D1 Hybridesysteem: vraag door fout categorie 1".

De storing komt af en toe voor en is niet continue. Om een "gevoel" te krijgen voor de storing laten we de motor vanaf een koude start warm draaien waarbij we continue de uitlaatgassamenstelling meten en de sensordata en aansturing van de actuatoren monitoren. Uit de uitlaatgassamenstelling metingen valt op dat:
• het CO2 gehalte fluctueert tussen de 14.8 en 15.3 vol%,
• het HC gehalte fluctueert en erg hoog is; 96-500 ppm en
• het zuurstofgehalte een tikkeltje te hoog is 0.30 – 0.64 vol%.
In de sensordata zien we fluctuerende waarden van de aangezogen lucht en continue een verandering van de aansturing van de gasklep. Daarnaast valt op dat de motor "rauw" en "onregelmatig" loopt. Het lijkt erop dat de motorregeleenheid continue de stationairregeling aan het bijstellen is zonder een evenwicht te bereiken.

Om dichter bij de kern van het veronderstelde regelprobleem te komen besluiten we de "oren en ogen" zoals de rest-zuurstofgehaltemetingen in de uitlaatgassen (lambdasondes) van de motorregeleenheid zoveel mogelijk af te koppelen. Als we vervolgens de uitlaatgassamenstelling meten valt op dat de motor veel te rijk loopt; geen rest-zuurstof en nog 400 ppm onverbrande brandstof. Het CO gehalte is bijna 7% en de lambdawaarde is 0.8. Een motorregeleenheid bij een voertuig van dit bouwjaar laat een motor meestal op lambda 1 draaien met "normale" uitlaatgassamenstellingswaarden. Dit resultaat is dan ook aanleiding om een "mechanisch" probleem te veronderstellen.

We besluiten daarop een drukmeting uit te voeren per cilinder. Daarvoor laten we de motor op 3 cilinders laten draaien waarbij we een drukmeting uitvoeren in de cilinder die onklaar is gemaakt. In afbeelding 1 staat zo'n drukmeting waarbij het drukverloop van alle vier de slagen zichtbaar is. Als we de metingen van alle 4 de cilinders naast elkaar leggen zien we duidelijke verschillen in de bandbreedte van de druk in de uitlaatslag tot wel 100 mbar en in de bandbreedte van de druk in de inlaatslag tot eveneens 100 mbar.

afbeelding1

Op basis van de drukmetingen beginnen met we met het controleren van de klepspeling (zie afbeelding 2). Voor de uitlaatkleppen dient deze tussen de 0.27 en 0.33 mm te zijn bij een koude meting. We treffen achtereenvolgens aan:
• cilinder 1: 0.10 // 0.15
• cilinder 2: 0.05 // 0.05
• cilinder 3: 0.25 // 0.10
• cilinder 4: 0.10 // 0.10
Voor de inlaatkleppen staat voor een koude meting 0.17 tot 0.23 mm voorgeschreven. Hierbij treffen we achtereenvolgens aan:
• cilinder 1: <0.05 // <0.05
• cilinder 2: 0.05 // 0.10
• cilinder 3: 0.05 // 0.10
• cilinder 4: 0.05 // 0.05

Met deze afwijkingen is het logisch dat de motor last heeft van misfires. De Mitsubishi gaat dan ook terug met als reparatieadvies om de kleppen te stellen. Enige tijd later bericht de eigenaar ons dat de storing, nadat de kleppen zijn gesteld en er een paar fikse ritten van enkele honderden kilometers zijn gereden, uitblijft. Een mooi voorbeeld van de kracht van software om een mechanisch defect te camoufleren en de motor toch nog redelijk te laten draaien.

Autodiagnose eu logo 

Lees meer...

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 5: storingsdiagnose bij een Mercedes 220 CDI (W204) uit 2011

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een storing in Mercedes 220 CDI (W204) met een OM 651.911 motor uit 2011. De klacht van deze auto is dat deze bij stationair bedrijf af en toe last heeft van een schuddend motorblok. De motorregeleenheid laat geen foutmeldingen zien. In een poging de storing te verhelpen heeft het garagebedrijf vier nieuwe verstuivers geplaatst. Helaas zonder gewenst resultaat. Daarop is de auto bij ons aangeboden voor onderzoek.

Omdat tijdens het schudden de raildruk in een resonantie komt, ligt de focus op het brandstofsysteem. Het brandstofsysteem bestaat uit een opvoerpomp in de tank die diesel aanvoert naar de hogedrukpomp op een druk van circa 4 bar. De hogedrukpomp brengt via twee regelkleppen de dieseldruk naar 300 tot 2000 bar afhankelijk van de belastingsvraag van de motor. De twee regelkleppen waarmee de hogedrukpomp de druk opvoert betreffen:

-> een brandstofhoeveelheidsregelklep die op de hogedrukpomp zit
-> een brandstofdrukregelklep die op de brandstofrail zit.

Om deze storing te diagnosticeren is het noodzakelijk om de werking en achtergrond van het systeem te doorgronden. In een notendop; vanaf de motorstart tot en met dertig seconden daarna en bij een brandstoftemperatuur van lager dan 20 graden Celcius geschiedt de hogedrukregeling via de brandstofdrukregelklep op de brandstofrail. De brandstofhoeveelheidsregelklep op de hogedrukpomp staat dan volledig open. Voornaamste doel is een snelle verwarming van de brandstof. Dertig seconden na de motorstart wordt de drukregeling overgenomen door de brandstofhoeveelheidsregelklep. De brandstofdrukregelklep wordt dan gesloten. Voordeel hiervan is dat de drukregeling via de brandstofhoeveelheidsregelklep efficiënter is dan een drukregeling aan de hoge druk zijde (brandstofdrukregelklep) waardoor het brandstofverbruik wordt verlaagd.

In afbeelding 1 staat een van de metingen die we met een oscilloscoop rechtstreeks uitgevoerd hebben aan de sensoren en actuatoren tijdens het optreden van de storing. In de afbeelding is te zien:
- de duty-cycle aansturing van de brandstofhoeveelheidsregelklep (ROOD)
- de spanning van de raildruksensor (GEEL)
- de aansturing van de brandstofdrukregelklep (GROEN)
- de spanning van de lagedrukbrandstofdruksensor (BLAUW)

In de afbeelding is zichtbaar dat de raildruk (geel) in het begin van de meting een beetje wegzakt (zie opmerking [1] bij de afbeelding). Als de raildruk gezakt is naar circa 1.2 Volt grijpt de regeling van de brandstofhoeveelheidsregelklep in, dit is de rode lijn (zie opmerking [2] bij de afbeelding). Gevolg daarvan is dat de raildruk in circa 0,25 seconden behoorlijk oploopt. De motorregeleenheid "ziet" dit en laat de brandstofdrukregelklep (groen) ingrijpen om de raildruk weer omlaag te brengen (zie opmerking [3] bij de afbeelding). Wat er vervolgens gebeurt is dat de regeling van de brandstofhoeveelheidsregelklep (rood) en brandstofdrukregelklep (groen) aan de haal gaan en in een regel-loop terechtkomen. Dit is het schudden van de motor dat als klacht omschreven wordt.

afbeelding1-1

Analyse van de meting laat zien dat de brandstofhoeveelheidsregelklep (rood) te traag regelt om de wegzakkende raildruk (opmerking [1] bij de afbeelding) te corrigeren. Dit te traag reageren resulteert in het te hoog oplopen van de raildruk (opmerking [2] en [3] bij de afbeelding). Dit is buiten-specificatie gedrag van de brandstofhoeveelheidsregelklep. Om die reden dient deze vervangen te worden.

Ondanks dat de oorzaak van de storing eenduidig vastgesteld is, is de wegzakkende raildruk (opmerking [1] bij de afbeelding) die voorafgaat aan de storing en die ingrijpen van de brandstofhoeveelheidsregelklep initieert, interessant. Als de raildruk wegzakt, is er nog geen sprake van schudden. Omdat de raildruk bij een constante aansturing van de brandstofhoeveelheidsregelklep en brandstofdrukregelklep en constant toerental gelijk hoort te blijven is dit een afwijkende situatie. De vraag die rijst is of deze wegzakkende raildruk het gevolg is van:
[1] lekkage in de brandstofhoeveelheidsregelklep die sowieso al niet meer goed functioneert of
[2] lekkage in de brandstofdrukregelklep
Dat is pas vast te stellen nadat de brandstofhoeveelheidsregelklep vervangen is. Het vermoeden is echter dat er sprake is van [1] en dat er geen sprake is van [2] omdat de brandstofdrukregelklep bij de startfase en tijdens deel- en vollastbereik naar behoren functioneert en de brandstofhoeveelheidsregelklep al een mechanisch mankement (te traag regelen) vertoont.

De Mercedes gaat terug naar het garagebedrijf met als reparatieadvies om de brandstofhoeveelheidsregelklep te vervangen. Nadat deze vervangen is, funktioneert de Mercedes weer naar behoren en is er weer een puzzel opgelost!

Logo Autodiagnose eu

 

 

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Columnisten Pro

Autodiagnose.eu

april 24, 2022

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 22: Diagnose van een Toyota FJ Cruiser van bouwjaar 2007 Onregelmatige hartslag.... ...

DE NIEUWE WET FRANCHISE

november 15, 2021

DE NIEUWE WET FRANCHISE

In veel branches komt franchising voor. Zo ook in de autobranche. Franchiseorganisaties cr...

Autodiagnose.eu

november 15, 2021

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 21: Diagnose van een Mercedes-Benz E200 van bouwjaar 2006Adem in, adem uit...............

AUTODIAGNOSE.EU

juli 07, 2021

AUTODIAGNOSE.EU

Praktijkgeval 20: Diagnose van een Mazda MX5 met motorcode B6D van bouwjaar 2001 Een simpel systeem...

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

juli 07, 2021

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

Het is iets waar elke ondernemer in de autobranche vast wel eens tegen aan is gelopen: een auto...

Gevaccineerd en nu?

maart 16, 2021

Gevaccineerd en nu?

Wie gevaccineerd is met een coronavaccin, kan toch nog Corona krijgen.. Een verpleger in Amerik...