Samenwerking in de autobranche
- Gepubliceerd in Columnisten PRO
- Lees 2405 keer
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
- E-mailadres
Ondernemers werken graag samen. Ondernemers in de autobranche vormen daarop geen uitzondering. Samenwerking zie je op alle fronten voorkomen. Op hele grote schaal, denk maar aan de grote autofabrikanten die elkaar in het verleden veelvuldig overnamen om door die wijze van samenwerking hun marktaandeel te vergroten. Maar ook de garage op de hoek werkt samen met andere ondernemers. Denk maar eens aan het gezamenlijk opkopen van een partij auto's of bijvoorbeeld de langdurige relatie die is opgebouwd met een onderdelenleverancier. Samen sta je sterk! Dat geldt ook bij ondernemen en elke ondernemer zal daarom samenwerken met anderen. Toch is het goed eens stil te staan bij de juridische kant van de zaak. Samenwerking is vanuit commercieel oogpunt interessant, maar het moet juridisch wel goed zijn afgedicht om risico's te voorkomen.
De meest vergaande vorm van samenwerking doet zich voor wanneer twee bedrijven juridisch één bedrijf worden. Bijvoorbeeld als gevolg van een fusie of overname. In zo'n situatie zal één van beide bedrijven opgaan in het andere bedrijf. Als het verdwijnende
bedrijf een eenmanszaak is, zal daaraan een zogenaamde "activa passiva transactie" ten grondslag liggen. Kort gezegd, neemt het ene bedrijf dan de vermogensbestanddelen van het andere bedrijf over op basis van een overeenkomst.
Als het om rechtspersonen gaat, meestal een BV, kan er ook gekozen worden voor een juridische fusie. In zo'n geval gaat het gehele vermogen door de fusie over. Eén van de twee rechtspersonen houdt daardoor op te bestaan. In beide gevallen moet er echter voor gezorgd worden dat de overnemende partij goed onderzoekt wat hij overneemt, het zogenaamde "due diligence–onderzoek". Zodoende wordt voorkomen dat men een kat in de zak koopt en er later lijken uit de kast komen. Ondernemers kunnen er natuurlijk ook voor kiezen naast hun bestaande bedrijf een nieuw bedrijf op te richten. Dat kan bijv. door gezamenlijk een BV op
te richten waar iedere samenwerkingspartner dan aandelen in heeft. Vanuit fiscaal oogpunt wordt er ook wel eens voor gekozen om te gaan samenwerken in een vennootschap onder firma, beter bekend als de "v.o.f.". Fiscaal biedt dat voordelen, maar de deelnemers in een v.o.f. zijn wel hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de v.o.f.
Als er gekozen wordt voor een BV speelt dat risico, behoudens bestuurdersaansprakelijkheid – waar ik in een eerdere column al eens over schreef –, niet. Dat kan dus reden zijn om voor een BV te kiezen. Bij voornoemde vormen van samenwerking gaan de samenwerkende partners echt samen een bedrijf vormen. Samenwerking komt echter veel vaker voor in een losser verband. Denk aan de afspraken die ondernemers maken over inkoop van onderdelen. Of bijvoorbeeld afspraken die je maakt met andere bedrijven over de inkoop van auto's of wanneer een bedrijf reparaties op bestendige basis uitbesteedt aan een ander bedrijf. Vaak zal het gaan om afspraken die ad hoc gemaakt worden, maar wel een terugkerend karakter kunnen hebben. Soms wordt die samenwerking zo sterk dat het dan nodig is om een meer omvattende en soort overkoepelende overeenkomst te sluiten. Het meest bekende
voorbeeld in de autobranche hiervan is denk ik wel het dealercontract dat veel dealers sluiten. Dit is bij uitstek een vorm van samenwerking. Bij deze vorm van samenwerking wordt een keten gevormd, waarbij de producent de auto's maakt, de dealerbedrijven verkopen en daar tussenin zit dan nog een distributeur. Al deze bedrijven werken samen met het doel hetzelfde product uiteindelijk aan de man te brengen. Allemaal op basis van overeenkomsten, waarin vanzelfsprekend goede afspraken moeten
worden gemaakt. Met name bij deze "contractuele" vorm van samenwerken liggen gevaren op de loer. Wat als bijvoorbeeld de samenwerking plotseling eenzijdig beëindigd wordt? Bij samenwerking kan één van beide partijen afhankelijk worden van de andere partij. Met name als de éne partij veel groter of machtiger is dan de andere partij. Denk aan de klassieke verhouding tussen enerzijds merkdealers en anderzijds distributeurs en producenten. Als de samenwerking dan stopt, zal dat drastische gevolgen hebben voor de zwakkere en afhankelijke partij. Daarom is dat een onderwerp om in contractsonderhandelingen zeer zeker rekening mee te houden. Dit is in ieder geval een probleem dat ik bij contractuele samenwerkingsvormen vaak terug zie komen. Ook komt het geregeld voor dat de samenwerking een florerende start maakt, maar de liefde uiteindelijk toch bekoelt. Vaak doordat de in beginsel hoge verwachtingen van de aanstaande samenwerking uiteindelijk toch niet uitkomen. Als op zo'n situatie niet wordt geanticipeerd in het contract, kan dit tot slepende conflicten leiden, waarbij over en weer verwijten worden gemaakt. Het gevolg daarvan zal zijn een weinig productieve, kostbare en nare situatie die veelal uitmondt in een gerechtelijke procedure.
Kortom: als je kiest voor een samenwerking met een ander bedrijf, zorg dan dat alles wel goed vastligt. Doe goed onderzoek voordat je een ander bedrijf overneemt. Voorkom dat je een kat in de zak koopt of gaat samenwerken met een partner die achteraf tegenvalt. Als de samenwerking minder vergaand is, neemt dat niet weg dat ook bij zo'n contractuele samenwerking aandacht besteed moet worden aan de mogelijke gevolgen daarvan. Voor nu, maar misschien nog wel meer voor de toekomst wanneer de samenwerking achteraf toch niet zo'n goed idee blijkt te zijn!
mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193
Lees meer informatie over samenwerking op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/ondernemingsrecht/