Autodiagnose.eu
- Gepubliceerd in Columnisten PRO
- Lees 2885 keer
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
- E-mailadres
Praktijkgeval 11: diagnose van een roetfilterstoring bij een Ford Focus 1.6 TDCI ECO (bouwjaar 2012)
Leverancier blijft vasthouden aan z'n eigen gelijk.......!!!
In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een roetfilterstoring in een Ford Focus 1.6 TDCI ECO (motorcode NGDA/NGDB) van bouwjaar 2012. Dit voertuig heeft een storing op het roetfilter, dat al voor de tweede keer is vervangen.
In de motorregeleenheid diesel EDC17C10 5.21 staan de volgende storingen:
* P246300 Roetgehalte roetfilter roetmassa te groot
* P246C00 Reductie motorkoppel door dieselroetfilter gedwongen vermogensbeperking
* P244C Katalysatortemperatuur te laag tijdens regeneratie
Bij een visuele inspectie van de motor komt naar voren dat de uitlaatklem die de turbo met het roetfilter verbindt extreem verkleurd en zelfs losgeschoten is. Het gevolg van het extreem oplopen van druk en temperatuur als gevolg van een obstructie in het roetfilter. Allereerst wordt een nieuw roetfilter geplaatst omdat het gemonteerde roetfilter verstopt is.
<---------------------------->
Dit roetfiltersysteem is in tegenstelling tot de gebruikelijke roetfiltersystemen uitgerust met een brandstofverdamper. In afbeelding 1 staat een schematische weergave van het roetfiltersysteem. Als de uitlaatgastemperatuur (temperatuuropnemer E1) circa 250 graden Celcius is start de motorregeleenheid met de injectie van diesel via de verwarmde brandstofverdamper (rode gedeelte in afbeelding 1). De geïnjecteerde diesel wordt katalytisch verbrand in de katalysator (geel in afbeelding 1). Na de katalytische verbranding is de temperatuur van het gasmengsel bij het verlaten van de katalysator circa 600 graden Celcius. Deze temperatuur wordt gemeten met temperatuuropnemer E2 . Het gasmengsel van 600 graden Celcius gaat door de roetzeef (blauw in afbeelding
1) en verbrandt het aanwezige roet tot as. Het as heeft een dusdanig kleine deeltjesgrootte dat het de roetzeef verlaat met de uitlaatgasstroom.
<----------------------------->
Afbeelding 1
Na montage van het nieuwe roetfilter van dezelfde leverancier wordt een geforceerde regeneratie uitgevoerd. Daarbij is de spanning van de beide temperatuursensoren (afbeelding 1, E1 en E2) gemeten en is de aansturing van de brandstofverdamper (rood in
afbeelding 1) gemeten. Deze meting is weergegeven in afbeelding 2. De groene lijn is de spanning van temperatuursensor
E1. De blauwe lijn is de spanning van temperatuursensor E2. Op het moment dat er diesel ingespoten wordt via de brandstofverdamper (rood blok tussen 16:12.7 en 19:53.5) zou de temperatuur van temperatuursensor E2 moeten stijgen. Dit zou
zichtbaar moeten zijn als een daling van de spanning (blauwe lijn in afbeelding 2) van circa 4.5 Volt (250C) naar circa 1.2 Volt (600C). In afbeelding 2 is te zien dat de daling 4.2 Volt (circa 300C) is. Tijdens deze regeneratie staakt de motorregeleenheid de regeneratie na een brandstofinjectie met de storing "P244C Katalysatortemperatuur te laag tijdens regeneratie".
Afbeelding 2
Een terechte storing, de temperatuur van temperatuursensor 2 is immers te laag bij regeneratie namelijk 300 graden Celcius en geen 600. Het onvoldoende oplopen van de temperatuur van het gasmengsel na het verlaten van de katalysator worden meestal veroorzaakt door een slecht functionerende katalysator of een tekort aan brandstofaanbod voor de katalytische verbranding. Een waar rookgordijn van onverbrande diesel op de A. Plesmanlaan in Kolham onderbouwt de verklaring van een slecht functionerende katalysator. Een visuele inspectie van de katalysator met een endoscoop brengt een gat (!) in het katalysatorgedeelte van het roetfilter naar voren (zie afbeelding 3).
Afbeelding 3
Dit verklaart meteen de lage temperatuur en de onverbrande diesel in de uitlaatgassen.
Door dit gat wordt de geïnjecteerde diesel onvoldoende door de katalysator geleid en treedt er nauwelijks een katalytische verbranding op. Op basis van die bevindingen hebben we geadviseerd om een origineel roetfilter te monteren. Na montage, is er nogmaals een regeneratie uitgevoerd waarbij de spanning van de beide temperatuursensoren en de aansturing van de brandstof-verdamper gemeten is. Deze meting staat in afbeelding 4. Hierin is te zien dat er tijdens de regeneratie meerdere brandstofinjecties
(gele blokpulsen in afbeelding 4) uitgevoerd worden en dat de temperatuur gemeten met temperatuursensor E2 oploopt tot meer dan 600 graden (daling van de spanning van 5V naar 0.7V, blauwe lijn in afbeelding 4). De storing is dus verholpen door de montage van een origineel roetfilter.
Afbeelding 4
Reactie van de leverancier
Ontzettend kwalijk in dit verhaal is de reactie van de leverancier van het imitatie-filter. Die blijft bij hoog en laag volhouden dat het niet aan zijn filter ligt en dat gat is heel normaal, ook al heeft het originele filter dit niet. Het overleggen van ons diagnoserapport en een Ford die al wekenlang storingsvrij met een origineel filter rond rijdt, overtuigen hem evenmin......(sic).
Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!