Menu

DE NIEUWE WET FRANCHISE

In veel branches komt franchising voor. Zo ook in de autobranche. Franchiseorganisaties creëeren een  concept waarbinnen een franchisenemer een eigen onderneming kan exploiteren zonder op veel gebieden zelf het spreekwoordelijke wiel uit te hoeven vinden. Dat heeft natuurlijk veel voordelen voor een ondernemer. Veel zaken hoef je immers zelf niet te bedenken en te regelen. Het heeft echter ook nadelen. Met name door de afhankelijke positie van een franchisenemer en met name dat is in mijn optiek de reden geweest waarom de wetgever daar nu wetgeving voor heeft gemaakt. Dit in de nieuwe Wet Franchise die met ingang van 1  januari 2021 in werking is getreden.

Franchise contracten voor de wetswijziging
Voor deze nieuwe wet was er nog geen specifieke wetgeving voor franchise contracten. Het stond de franchisegever en de franchisenemer dus vrij om af te spreken wat zij wilden. Wel werd er in de rechtspraak al op een bepaalde manier over constructies geoordeeld en ontstonden er zo dus in de rechtspraak al bepaalde regels en richtlijnen. Toch was de praktijk grillig en kwamen er ook allerlei gekke constructies  voorbij. Voor de wetgever was dat dus reden om hier wetgeving voor te maken.

De nieuwe Wet Franchise
Daarom is de nieuwe Wet Franchise. Het moet voor de praktijk tot meer duidelijkheid leiden. Met name om de positie van de franchisenemers te kunnen bepalen en ook om wat meer bescherming te bieden. Vaak is de franchisenemer immers behoorlijk ondergeschikt aan de franchisegever, zijnde vaak de veel grotere partij. Van de franchisegever wordt op basis van de nieuwe wet dus ook meer verlangd dan voorheen.

Verplichtingen Wet Franchise
Er zijn nu veel verplichtingen in de Wet Franchise expliciet opgenomen. Verplichtingen waarover ook voorheen niet geheel duidelijk was hoe daarmee omgegaan moest worden. De nieuwe wet biedt dus meer structuur. Wat wordt er dan zoal geregeld? 

Verplichtingen voor sluiten van franchise contract
Voor het sluiten van een franchise contract wordt al het nodige van de franchisegever verlangd. Het ziet met name op de informatie die aan de franchisenemer gegeven moet worden. De franchisenemer moet immers goed geïnformeerd zijn voordat hij aan het franchise contract begint. Vaak zijn het immers contracten voor meerdere jaren en waar ook soms stevige financiële verplichtingen tegenover staan. Denk aan de kosten die de franchisenemer verschuldigd zal worden. Maar ook andere informatie over de franchiseorganisatie en wat de franchisenemer kan verwachten als hij daaraan deelneemt. Ook moet informatie worden verstrekt waaruit enigszins afgeleid kan worden wat de franchisenemer kan verwachten als hij deelneemt aan de franchiseorganisatie en ook een globale inschatting kan maken van welke boterham hij eraan overhoudt. Deze informatieverstrekking is wel belangrijk. Het moet namelijk voorkomen dat de franchisegever zichzelf mooier verkoopt dan zij is. Dat is iets dat in het verleden namelijk nogal eens gebeurde. De franchisenemer mag er dus niet in worden geluisd.

Verplichtingen in franchise contract
Als de franchisenemer dan goed is geïnformeerd en besluit deel te nemen aan de franchiseorganisatie, moet er een franchise contract worden gesloten. Zo'n franchiseovereenkomst moet vervolgens ook specifieke zaken bevatten en als er een franchiseovereenkomst is gesloten, gelden op grond van de wet ook bepaalde verplichtingen over en weer. Een voorbeeld is dat de franchisenemers om instemming gevraagd moet worden bij bepaalde wijzigingen in de organisatie. Ook is het van belang te wijzen op een zorgplicht die nu in de wet is opgenomen. Zo mag van de franchisegever verlangd worden dat hij de franchisenemer ook actief helpt bij diens onderneming. Luie franchisegevers die enkel achterover leunen en het reilen en zeilen binnen de franchiseorganisatie passief aanzien, maar maandelijks wel menen de fee op te moeten strijken, komen daar dus niet meer mee weg. Met name van dat soort franchisegevers wordt onder deze nieuwe wet dus echt wat verlangd. 

Regels bij einde franchiseovereenkomst
Als de franchisenemer en franchisegever na het einde van hun franchiseovereenkomst ieder hun eigen weg gaan, gelden ook bepaalde regels. Meer in het bijzonder worden bijvoorbeeld regels gesteld aan de wijze waarop een concurrentiebeding voor de franchisenemer vormgegeven dient te worden. Ook zijn er regels over hoe bij het einde van de franchiseovereenkomst met de opgebouwde goodwill omgegaan moet worden. Daar ontstaat nu dus ook duidelijkheid over en dat zijn nu juist ook dingen waar in de praktijk na het einde van de franchiseovereenkomst vaak discussies over ontstaan.

Werking Wet Franchise
Zoals gezegd, is de wet ingegaan op 1 januari 2021. De wet geldt dus al, maar voor contracten die al voor 1 januari jl. gesloten zijn, gelden bepaalde verplichtingen nog niet. Daar geldt een overgangsperiode van twee jaren. In de toekomst zal de Wet Franchise dus gaan gelden voor alle franchisecontracten.

Meer bescherming en duidelijkheid
Zoals gezegd, komt franchising overal voor en ook zeer zeker in de autobranche. Tot voor kort waren in de wet nog geen speciale regels voor een franchiseovereenkomst opgenomen. Dat is nu veranderd door de  nieuwe Wet Franchise. Door deze nieuwe Wet Franchise worden veel zaken geregeld die eerder onduidelijk  waren. Dat leidde nogal eens tot juridische discussies. Met name doordat de franchisegever de franchisenemer bijvoorbeeld voor het sluiten van de franchiseovereenkomst niet goed informeerde en de franchisenemer dus meer verwachtte van deelname aan de franchiseorganisatie. Van de franchisegever wordt nu verlangd dat meer informatie wordt verstrekt en er wordt ook een actievere houding verlangd. Met name luie franchisegevers zullen dus in actie moeten komen. Het is de vraag hoe de wet in de praktijk uitpakt. Ook is het de vraag of het juridische procedures vermindert. Vaak ontstaan die na het einde van een  franchiseovereenkomst en hebben ze betrekking op concurrentiebedingen en de verdeling van de  pgebouwde goodwill. Ook daar zijn nu speciale regels voor geschreven en het is de vraag of dit nu procedures zal voorkomen of beperken. De tijd zal het moeten leren.

Heeft u vragen over de Wet Franchise of over een franchiseovereenkomst? Wordt uw vraag in deze column niet beantwoordt? Neem dan gerust contact op met Binnema Advocatuur.

Zoekt u ook hulp bij het opstellen van een (franchise) contract? Of heeft u een ander juridisch  probleem? Neem dan geheel vrijblijvend contact op met Binnema Advocatuur om meer informatie te ontvangen en bel 058 2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  

Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

Het is iets waar elke ondernemer in de autobranche vast wel eens tegen aan is gelopen: een auto met een tellerstand die niet klopt. Dat is natuurlijk erg vervelend, want het is dan ook lastig zo'n auto te verkopen. Het is dan niet verstandig te doen alsof je neus bloedt en je klant daarover niet te informeren. Vroeg of laat werkt dit tegen je. Fraude met tellerstanden is helaas iets dat nog steeds voorkomt en dit is aanleiding voor onze wetgever om hier nieuwe maatregelen tegen te nemen. Maar wat houdt dat dan precies in?

Bestaande maatregelen
Er zijn al eerder maatregelen genomen om tellerfraude te voorkomen. Zo is de Wegenverkeersweg 1994 al enige jaren geleden aangepast. Daarbij is het strafbaar gesteld om de tellerstand van een auto te beïnvloeden. Dit door bijvoorbeeld een andere teller te plaatsen, maar denk ook aan speciale apparaten die de werking van de tellerstand beïnvloeden of terug aanpassen. Via het strafrecht is dat dus gesanctioneerd. De ervaring heeft echter geleerd dat hier weinig tot geen effect van werd gemerkt.

Tellerfraude en aansprakelijkheid
Wat vaak voor ondernemers tot grote problemen kan leiden, zijn de civiele acties die klanten kunnen ondernemen. Als iemand een auto koopt wordt de tellerstand als een belangrijke eigenschap van de auto  gezien. Voor een koper is het immers ook vaak de beweegreden om juist dat ene exemplaar met een lage kilometerstand te kopen. Als achteraf blijkt dat de tellerstand niet juist is, zal dat vrijwel altijd tot  aansprakelijkheid van de verkoper leiden voor de schade die de koper daardoor lijdt. Denk er daarbij ook aan dat de auto soms teruggenomen moet worden en het geld dus terugbetaald moet worden. 
Kortom, allemaal zeer vervelende consequenties.

Nieuwe maatregelen tegen tellerfraude
Toch blijkt dit niet voldoende te zijn. Tellerfraude vindt nog steeds plaats. Niet zozeer dat bedrijven in de autobranche zich daar schuldig aan maken, maar er zijn nog steeds veel autobezitters die hun tellerstand beïnvloeden. Dit met name via speciale apparatuur die de werking van de tellerstand aanpast. Voor de  wetgever is dit aanleiding geweest om de nieuwe maatregelen aan te kondigen. 

Verbod op apparatuur ter beïnvloeding tellerstand
Ten eerste komt er een verbod op de invoer, verkoop en het op voorraad hebben van apparatuur die de tellerstanden kan beïnvloeden. Door het lastiger te maken de beschikking te krijgen over dergelijke  apparatuur, zal het ook minder makkelijk zijn de tellerstanden te beïnvloeden, althans dat is de gedachte van onze wetgever. Op zich een goede gedachte, maar waar zoveel dingen in Europa Europees worden geregeld, is dit nu juist iets dat alleen op nationaal niveau plaatsvindt. Als de apparatuur dus niet in Nederland  verkrijgbaar is, zoekt iemand zijn heil wel elders. Het is dus de vraag of dit doeltreffend is. Het maakt het verkrijgen van dergelijke apparatuur dus wel lastiger, maar zeker niet onmogelijk.

Verbeterde registratie tellerstanden ter voorkoming van tellerfraude
Vervolgens is een andere belangrijke maatregel dat de wijze van het registreren van de tellerstanden wordt aangescherpt. Dit moet nu niet alleen gebeuren bij apk-keuringen en reparatie boven de € 150,-, maar bij alle reparaties. Zodoende worden de tellerstanden dus beter vastgelegd en is het idee van de wetgever dat tellerfraude nog makkelijker te signaleren is. Wat hierbij echter over het hoofd wordt gezien, is dat tellerfraude met name plaatsvindt bij nieuwere auto's. Nieuwe auto's hoeven de eerste jaren niet gekeurd te worden en daarnaast hoeft een nieuwe auto ook minder vaak voor onderhoud naar een garage. Het is dus de vraag of dit bij nieuwe auto's ook doeltreffend is. De tijd zal dat moeten leren.

Conclusie en advies
Het is dus een probleem waar je als ondernemer in de autobranche soms tegenaan kunt lopen: een auto met een onjuiste tellerstand. Het is echt verstandig om daar open over te zijn en bij de verkoop van een auto dat duidelijk te vermelden. De wetgever heeft ter voorkoming van tellerfraude al wetgeving gemaakt en daar komt nu dus een nieuwe wet bij. Toch denk ik dat je hier als ondernemer minder van te vrezen hebt dan de civiele aansprakelijkheid als je geconfronteerd wordt met een koper die problemen maakt over een achteraf
gebleken onjuiste tellerstand. Een strafrechtelijke vervolging zie ik niet zo snel plaatsvinden, maar een civiele procedure met alle kosten van dien zeer zeker. Consumenten zijn vaak goed doordrongen van hun rechten en bij een tellerstand waarmee gesjoemeld is, is de kans op succes voor een consument vrijwel zeker. Mijn  advies aan al mijn klanten in de autobranche is dus altijd goed te checken wat de tellerstand is van een auto die je verkoopt en hier zeker zorgvuldig aandacht aan te besteden. Door dat te doen, kun je namelijk achteraf een hoop ellende voorkomen. De nieuwe aangekondigde wetgeving zal fraude met tellerstanden mogelijk wel terugdringen, maar voorkomen zal zij dat hoogstwaarschijnlijk niet. Wees daar dus alert op!

Zoekt u ook hulp bij het opstellen van een contract? Of heeft u een ander juridisch probleem?
Neem dan geheel vrijblijvend contact op met Binnema Advocatuur om meer informatie te ontvangen en bel 058 2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. .
Kijk voor meer informatie op
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

De bedoeling van partijen!

Als advocaat adviseer ik mijn cliënten geregeld over het sluiten van overeenkomsten. Soms wordt alleen mijn advies ingewonnen, maar veelal stel ik de tekst van de overeenkomst ook voor mijn cliënten op. Denk hierbij aan bedrijfsovernames, samenwerkingsovereenkomsten, dealerovereenkomsten, huurovereenkomsten of koopovereenkomsten. Van belang is daarbij natuurlijk dat de afspraken tussen partijen zo goed mogelijk op papier staan en de noodzakelijke juridische clausules worden opgenomen. Want als er ooit discussie ontstaat over wat partijen nu precies zijn overeengekomen, kan worden teruggegrepen op de tekst van het contract
en kan worden bepaald wat er dan is afgesproken. Toch moet ik daarbij de kanttekening plaatsen dat niet alleen de tekst van belang is. In sommige gevallen kijkt een rechter namelijk niet alleen naar de tekst, maar wordt verder gekeken. Er wordt dan gezocht naar "de bedoeling van partijen".

Uitgangspunt is echter wel de tekst van de overeenkomst. Daarom moet deze helder zijn en in begrijpelijke taal. Juristen hebben er een handje van lange zinnen aan het papier toe te vertrouwen met moeilijke woorden en schuwen ook "archaïsch taalgebruik" zeker niet. Soms ontkom je er uiteraard niet aan dat een zin wat langer is en sommige "moeilijke" woorden zijn juridisch jargon en kunnen niet ontbreken. Maar "dikdoenerij" moet je echt voorkomen en je moet er alles aan doen de tekst zo helder mogelijk te maken. Vaak verdient het de voorkeur de tekst meer in "Jip en Janneke-taal" te schrijven, dan er een warrig onleesbaar verhaal van te maken. Het moet immers ook voor de partijen en derden duidelijk zijn en het moet niet enkel worden geschreven voor juristen.

Maar ondanks dat een tekst van een overeenkomst nog zo helder opgesteld kan worden, kan er toch discussie over ontstaan. En wat staat je dan te doen als er een geschil ontstaat over de vraag wat partijen zijn  overeengekomen? Met name als er juristen in het spel komen, is de kans dat dat gebeurt groot. Juristen zijn er namelijk heel goed in verschillende interpretaties te geven aan bepalingen en waarbij dan uiteraard juist die uitleg gekozen wordt die het meest in het belang is van hun klant. Hoe helder een contract ook wordt opgesteld, dit is vrijwel nooit geheel uit te sluiten.

Als partijen het dan niet eens worden, zal uiteindelijk een rechter over de vraag moeten oordelen wat partijen hebben afgesproken. Een rechter kijkt dan als uitgangspunt naar de tekst van de overeenkomst. Met name bij "commerciële contracten" is de taalkundige uitleg van de tekst uitgangspunt. Als één van partijen beweert dat er echter iets anders is overeengekomen, is het wel mogelijk om daar "tegenbewijs" van te leveren. Het ligt dan op het pad van de partij die de letterlijke tekst weerspreekt om aan te tonen dat partijen iets anders voor ogen hadden.

Dat brengt mij dan ook bij een heel belangrijk punt wat in de praktijk geregeld over het hoofd wordt gezien. Bij het sluiten van een contract is uiteraard het "eindproduct", zijnde het door de betrokken partijen getekende document, van belang. Veel mensen denken dus ook dat ze zo'n contract met hun leven moeten bewaken. Maar niet alleen dat schriftelijke document is van belang. Wat net zo belangrijk is en wat mensen meestal vergeten, is hetgeen aan het sluiten van die overeenkomst vooraf is gegaan. Juist daarin is vaak de bedoeling van partijen terug te vinden en daarin is dan vaak ook het bewijs gelegen van een andere afspraak dan zoals die uit de tekst van het contract blijkt. Denk hierbij aan emailcorrespondentie, brieven, whatsapp-berichten of gespreksverslagen die aan het sluiten van het contract vooraf zijn gegaan. Hieruit blijkt vaak precies wat partijen voor ogen hebben gehad toen ze het contract sloten. Mocht er dan op enig moment discussie ontstaan over de uitleg van het contract, dan kan daaruit dus de bedoeling worden afgeleid.

Stel dan dat een partij kan aantonen dat de bedoeling van de partijen bij het sluiten van de overeenkomst toch echt anders is geweest dan de letterlijke tekst in de overeenkomst, dan is de kans zeker aanwezig dat de rechter afstapt van zijn uitgangspunt dat de letterlijke tekst gevolgd moet worden en de partij die die letterlijke tekst ter discussie stelt uiteindelijk toch aan het langste eind trekt. 

Een goed contract moet dus helder zijn en als uitgangspunt moet uit de tekst duidelijk blijken wat partijen hebben afgesproken. Voor het geval een partij stelt dat de bedoeling van de partijen toch anders is geweest dan zoals het op papier staat, is het van belang daar bewijs van te kunnen leveren. Mijn advies aan mijn cliënten, welke tip ik bij dezen ook met u deel, is om voor dat geval ook altijd goed de voorgeschiedenis te documenteren, door alle correspondentie en bijvoorbeeld gespreksverslagen goed te bewaren. Mocht er dan ooit discussie ontstaan over wat er nou precies is afgesproken, dan kan dat de rechter zeker helpen te bepalen wat nou precies tussen partijen is afgesproken. De kans is in zo'n geval groot dat de rechter dan niet alleen kijkt naar de letterlijke tekst van het contract, maar ook naar "de bedoeling van partijen". 

Zoekt u ook hulp bij het opstellen van een contract? Of heeft u een ander juridisch probleem?
Neem dan geheel vrijblijvend contact op met Binnema Advocatuur om meer informatie te ontvangen en bel 058 2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  

Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

Help, mijn klant betaalt niet! Hoe incasseer ik een geldvordering?

Tot de coronacrisis stond Nederland er economisch gezien goed voor. Het coronavirus heeft wereldwijd genadeloos om zich heen geslagen en of er al een einde in zicht is, durft niemand te zeggen. Het coronavirus, en dan met name de angst die het bij velen  veroorzaakt, drukt onze economische bloei. Het gevolg daarvan is dat mensen hun rekeningen niet meer kunnen of willen betalen. Iedereen wordt daarmee geconfronteerd en elke ondernemer vraagt zich af wat hij of zij hiermee moet. Wat staat mij te doen wanneer een klant mij niet betaalt? Dit is een vraag die ik als advocaat geregeld van klanten krijg.

Het minnelijke traject
Het is natuurlijk verstandig zelf eerst eens contact op te nemen met een klant die niet betaalt. Hoor eens wat er achter zit. Is  iemand simpelweg niet in staat te betalen of wil iemand niet betalen. In het eerste geval is het verstandig te proberen een redelijke betalingsregeling overeen te komen. Van een kale kip valt immers niet te plukken. In het tweede geval is het goed te horen wat dan de reden is waarom de klant niet wil betalen. Is er een klacht over bijvoorbeeld de uitgevoerde reparatie of de geleverde auto? Als zo'n klacht terecht is, kan er een oplossing voor worden gevonden en anders kan worden uitgelegd dat er toch betaald moet worden. De meeste ondernemers voelen dit wel aan en weten dat het verstandig is eerst zelf eens de telefoon te pakken.

Het buitengerechtelijke incassotraject
Mocht een goed gesprek met de niet betalende klant nergens toe leiden of mocht de klant simpelweg nergens op reageren, dan moet het formele incassotraject worden ingezet. Belangrijk is daarbij als ondernemer een strak debiteurenbeleid te voeren. Zie er strak op de gestelde betalingstermijnen toe. Op het gros van de in Nederland verzonden facturen staat de standaard tekst "Gelieve binnen veertien dagen te betalen", maar zeer weinig ondernemers zien er ook strikt op toe dat binnen die termijn wordt betaald. Vaak blijven niet betaalde facturen na die veertien dagen nog lange tijd liggen voordat iemand binnen het bedrijf er iets mee doet. Door daar echter strikt op toe te zien en actie te ondernemen wanneer niet betaald wordt, kan veel "stilstaand geld" worden voorkomen. Wanneer je klant je niet betaalt, ben jij als het ware een financier van je klant. Daar ben je echter geen ondernemer voor geworden.

Mijn tip is dus na het verstrijken van de eerste betalingstermijn direct een vriendelijke betalingsherinnering te sturen. Hou de toon nog wat vriendelijk, aangezien er natuurlijk altijd mensen zijn die simpelweg zijn vergeten de factuur te betalen. Die klanten wil je niet wegjagen door direct een brief op hoge poten te versturen.

De 'veertien-dagenbrief'
Mocht zo'n vriendelijke betalingsherinnering niet tot betaling leiden, dan volgt het startschot voor een incassoprocedure. In de incassobranche wordt wel gesproken van het verzenden van een zogenaamde 'veertien-dagenbrief'. Die brief wordt zo genoemd omdat aan particuliere klanten altijd een termijn van minimaal veertien dagen geboden moet worden om vrijwillig tot betaling over te gaan. Pas wanneer die veertien dagen nadat de particuliere klant kennis heeft kunnen nemen van de brief zijn verstreken, kun jij als ondernemer aanspraak maken op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. In die veertien-dagenbrief moeten die
buitengerechtelijke kosten ook worden vermeld. De klant die niet betaalt moet, om het maar simpel te zeggen, geïnformeerd  worden over het feit dat hij bijkomende kosten verschuldigd wordt wanneer hij binnen de in de brief gestelde termijn van veertien dagen niet tot betaling overgaat. Er wordt vaak gekozen voor een termijn van veertien dagen om dat de post soms een dag te laat is en in de wet aan de niet betalende klant een minimale termijn van veertien dagen wordt gegeven. Met die veertien dagen zit je meestal dus veilig. Wanneer je zaken doet met een andere ondernemer behoef je de wettelijke termijn strikt genomen niet in acht te nemen. Om je debiteurenbeleid echter op orde te houden en niet telkens verschillende brieven te hoeven versturen, raad ik klanten aan om altijd één formele sommatiebrief te gebruiken en daarbij geen onderscheid te maken tussen particuliere klanten en bedrijfsmatige klanten. Stel dat jij als ondernemer alleen zaken doet met bedrijven, dan ligt het anders, maar dat is iets dat ik in de autobranche niet vaak zie. 

Buitengerechtelijke kosten
Hiervoor stipte ik al aan dat een klant op enig moment ook de zogenaamde 'buitengerechtelijke kosten' verschuldigd wordt. Dat zijn de kosten die jij moet maken om de klant buiten een procedure om te bewegen alsnog tot betaling over te gaan. Door de wetgever is een speciaal besluit gemaakt waarin aan de hand van percentages berekend kan worden om welk bedrag het gaat. Bij  vorderingen van grofweg onder de € 2.500,- bedragen de buitengerechtelijke kosten eigenlijk altijd 15% van het openstaande bedrag met een minimum van € 40,-. Komt de vordering boven die € 2.500,-, dan neemt het percentage eerst af tot 10% en dat tot een bedrag van € 5.000,-. Daarboven wordt het 5% tot € 10.000,- en alles daarboven tot € 200.000,- wordt 1%. Als de termijn in de veertien-dagenbrief is verstreken, moet de klant dit bedrag betalen. 

Het inschakelen van een incasso specialist
Wordt er na het versturen van de zestien-dagenbrief, die jij als ondernemer het beste zelf kunt versturen, niet betaalt, dan kan de zaak worden overgedragen naar een incasso specialist, zoals bijvoorbeeld een gespecialiseerde incasso-advocaat. Omdat de klant de in de brief geboden termijn al heeft laten verstrijken, moet hij sowieso de buitengerechtelijke kosten betalen. Daarmee worden de kosten voor buitengerechtelijke werkzaamheden door de incasso specialist meestal volledig gedekt. Als de klant dan uiteindelijk betaalt, hoef je dat zelf niet te betalen. 

Het opstarten van een procedure
Nu de klant niet reageert of niet wenst te betalen naar aanleiding van diverse verzoeken en sommaties daartoe, zit er niks anders  op dan een procedure op te starten. Zo'n procedure wordt opgestart door een dagvaarding op te laten stellen door een incasso-specialist. Daarin wordt uitgelegd welk bedrag jij te vorderen hebt en waarom de rechter de niet betalende klant moet veroordelen tot betaling. In die dagvaarding zullen ook de bijkomende kosten gevorderd worden, zoals de hiervoor al besproken buitengerechtelijke kosten en ook een vergoeding voor de kosten in de gerechtelijke procedure.Conservatoir beslag Voorafgaand aan zo'n procedure kan ook beslag worden gelegd onder de niet betalende klant. Beslagen worden in Nederland gelegd door deurwaarders, maar toestemming om een beslag te leggen voordat de procedure wordt opgestart dient in Nederland door een advocaat aan de rechtbank verzocht te worden. Het voordeel van zo'n beslag kan zijn dat de niet betalende klant zijn vermogensbestanddelen niet allemaal kan wegsluizen. Als de rechter hem of haar veroordeelt tot betaling, is het geld ook nog  steeds aanwezig. Ander voordeel daarbij kan zijn, dat een dergelijk beslag best wel tot druk kan leiden en de klant dan alsnog tot betaling overgaat. Denk bijvoorbeeld aan het leggen van beslag op een bankrekening waardoor de klant niet langer bij zijn geld kan komen. Je kunt het jezelf wel voorstellen dat dat tot vervelende situaties leidt. Het leggen van beslag kan in bepaalde gevallen dus doeltreffend zijn.

Het vonnis van de rechter
Nadat de procedure bij de rechtbank is doorlopen, komt de rechter tot een uitspraak. In veel gevallen voert een niet betalende klant niet eens verweer. Dan leidt een procedure binnen een betrekkelijk korte termijn tot een zogenaamd 'verstekvonnis'. Dat is een procedure waarbij de wederpartij geen verweer voert. Voert de niet betalende klant wel verweer, dan leidt het tot een vonnis 'op tegenspraak', zoals dat in juridisch jargon wordt genoemd. Dan houdt de rechter wel rekening met de verweren die de niet betalende klant voert. In zo'n geval zijn er twee opties, ofwel u wordt geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, ofwel uw vorderingen worden afgewezen.

Tenuitvoerlegging vonnis
Wordt u geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan moet de niet betalende klant alsnog betalen. Het vonnis kan 'ten uitvoer worden gelegd', zoals dat heet. Dat gebeurt door de deurwaarder beslag op het vermogen van de niet betalende klant te laten leggen. Meestal hoeft het niet zover te komen en ziet de niet betalende klant alsnog in dat er betaald moet worden. 

Hoger beroep
Bent u of de klant het niet eens met de uitspraak van de rechter, dan kan daartegen in hoger beroep worden gegaan. Dat kan niet in alle zaken. Geldvorderingen onder de € 1.750,- zijn van hoger beroep uitgesloten. Daarvoor vindt de wetgever het bedrag te laag. Bij de lage geldvorderingen is de eerste uitspraak die de rechter doet dus ook bindend. Wanneer u of uw klant ervoor kiest in hoger beroep te gaan, wordt de zaak opnieuw beoordeeld en ditmaal door het Gerechtshof. In zo'n procedure is het verplicht een advocaat in te schakelen. Het Gerechtshof zal dan opnieuw kijken of zij het wel of niet met uw vorderingen eens zijn. 

Faillissementsaanvraag als ultiem pressiemiddel
Stel nu dat al deze inspanningen ten spijt de klant na een veroordeling door de rechter alsnog niet betaalt. Staat u dan met lege handen en heeft u onnodige kosten gemaakt? Als de klant u uiteindelijk niet betaalt, is dat inderdaad wel de bittere waarheid. Wat u dan nog zou kunnen doen, is als laatste mogelijkheid nog druk op de klant uit te oefenen door diens faillissement aan te vragen.

Daarvoor heeft u uw eigen vordering nodig en daarnaast moet u bekend zijn met andere vorderingen die de klant niet betaalt. Meestal is het wel mogelijk een dergelijke vordering te achterhalen. U kunt dan door een advocaat een verzoek bij de rechtbank laten indienen om het faillissement van de klant aan te vragen. In veel gevallen laat iemand het daar niet op aankomen en leidt die druk alsnog tot betaling. Mocht ook dat uiterste redmiddel niet slagen, dan wordt de klant failliet verklaart en dient een curator diens faillissement af te wikkelen. Als het om een natuurlijk persoon gaat, zal hij of zij vaak in de schuldsanering terecht komen. Als het daartoe leidt, is de kans klein dat u uw volledige vordering betaald krijgt. Dan is helaas de bittere waarheid dat u een hoop kosten hebt gemaakt en u uw geld kwijt bent.

De meeste klanten betalen alsnog
Gelukkig doet de laatstgenoemde situatie zich niet vaak voor. In de meeste gevallen betaalt de klant alsnog op het moment dat een advocaat in beeld komt. Veel klanten willen het er niet op aan laten komen dat zij in een gerechtelijke procedure terechtkomen. Voorafgaand daaraan wordt daarom vaak een regeling getroffen. Als een klant het wel op een procedure laat aankomen, wordt er veelal na een veroordelend vonnis betaalt. Slechts in uitzonderlijke gevallen, wordt er helemaal geen geld ontvangen en dat is dus wel een risico dat je als ondernemer neemt wanneer je een incassotraject opstart, maar het is wel een risico dat je als ondernemer in mijn optiek moet nemen. Doe je immers niks tegen een niet betalende klant, dan weet je zeker dat je naar je geld kunt fluiten!

Wordt u ook wel eens geconfronteerd met klanten die u niet (tijdig) betalen?
Wilt u weten hoe u dit kunt oplossen?
Neem dan geheel vrijblijvend contact op met Binnema Advocatuur om meer informatie te ontvangen en bel 058 2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  
Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

Het coronavirus en contracten!

Het coronavirus houdt een groot deel van onze maatschappij volledig in haar greep. Weliswaar zijn er inmiddels versoepelingen, maar de gevolgen van het coronavirus zijn overal goed merkbaar. Elke ondernemer wordt in meer of mindere mate getroffen door de coronacrisis. Ook de autobranche komt er niet ongeschonden vanaf.

Veel ondernemers komen door het coronavirus in de problemen. Gesloten contracten kunnen daardoor soms niet worden nagekomen. De vraag die dan aan mij als advocaat gesteld wordt, is of het coronavirus een legitieme grond is om te stellen dat een overeenkomst in zo'n geval niet nagekomen hoeft te worden. Een eenduidig antwoord op die vraag is moeilijk te geven. Het antwoord ligt nogal genuanceerd.

Vrijwel niemand heeft deze coronacrisis aan zien komen. Veel ondernemers nemen daarom het standpunt is dat hier sprake is van "overmacht". Ik zal ook niet ontkennen dat geen enkele ondernemer op dit virus zit te wachten en ook geen enkele ondernemer hier schuld aan heeft, maar voordat in juridische zin sprake is van "overmacht" moet wel een behoorlijke horde worden genomen. Vanuit juridisch perspectief is namelijk slechts sprake van overmacht als de onmogelijkheid om een verplichting uit een overeenkomst na te komen niet aan de partij die niet kan nakomen "toerekenbaar" is.

Of dat het geval is, wordt in bepaalde gevallen in de wet geregeld en soms wordt die verdeling gemaakt in een contract, bijvoorbeeld in algemene voorwaarden. Veelal doet zo'n situatie zich niet voor. Met name niet bij een virus waarmee wij ons nu pas voor het eerst geconfronteerd zien. Wat dan overblijft is toerekening op grond van wat wij juristen noemen "verkeersopvattingen".

Het gaat dan in feite om de vraag of het volgens onze maatschappelijke opvattingen zo is dat de risico's van het coronavirus wel of niet voor rekening van de partij komen die zijn verplichtingen niet kan nakomen. Of dat het geval is, zal door de rechter bepaald moeten worden en is ook weer afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Al met al is dus niet met zekerheid te zeggen of een ondernemer een beroep op overmacht kan doen, en dat zal de tijd moeten leren.

Iets waar andere ondernemers ook een beroep op doen, is het juridische leerstuk van "onvoorziene omstandigheden". Op basis van de wet kun je namelijk aan de rechter vragen een overeenkomst te wijzigen als een bij het sluiten van de overeenkomst niet voorziene gebeurtenis daartoe aanleiding geeft. Dat veel partijen bij een contract het coronavirus en haar gevolgen niet hebben "voorzien" valt in de meeste gevallen niet te ontkennen. Sterker nog, tot voor kort wisten de meeste mensen helemaal niet van het bestaan van dit virus en was het voor mensen geen gevaar. Maar het enkele feit dat dit virus en haar gevolgen voor contractpartijen "onvoorzienbaar" waren, brengt nog niet mee dat een geslaagd beroep op dit juridische leerstuk van "onvoorziene omstandigheden" kan worden gedaan. Of dat het geval is, is namelijk ook afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Slechts wanneer een situatie gezien de wederzijdse belangen zo onredelijk is dat één van de beide partijen niet kan verlangen dat de andere partij zijn verplichtingen nakomt, zal mogelijk een beroep op dit leerstuk gedaan kunnen worden. Ik merk daarbij op dat de lat bij dit leerstuk zeer hoog ligt en een geslaagd beroep op dit leerstuk eerder uitzondering is dan regel. Ik acht een beroep op dit leerstuk op voorhand dus niet volstrekt kansloos, maar het is ook zeer zeker geen gelopen koers.

Al met al brengt het coronavirus veel ondernemers dus in de problemen. Desondanks geldt als uitgangspunt wel dat contracten nagekomen moeten worden. Een beroep op één van de hiervoor genoemde leerstukken zou daar mogelijk verandering in kunnen brengen, maar als ondernemers mij die vraag voorleggen, geef ik wel aan dat hier kritisch naar gekeken moet worden. Of er een geslaagd beroep op één van deze leerstukken gedaan kan worden is namelijk afhankelijk van concrete omstandigheden van het geval en op voorhand is daar met zekerheid niks over te zeggen. Dat zal de tijd moeten leren.

Tjerk Binnema is advocaat te Leeuwarden en autoliefhebber! Hij combineert zijn passie voor het recht met zijn passie voor auto's als vaste columnist.
Heeft u een juridische vraag?
Neem dan vrijblijvend contact op met het Advocatenkantoor Binnema Advocatuur te Leeuwarden
en bel 058-2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  

Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

SAMEN sta je sterk!

In een eerdere column schreef ik al eens over samenwerking in de autobranche. Ik benoemde de voordelen en wees ook op de risico's. Dat uiteraard vanuit mijn juridische perspectief als advocaat. Samenwerking komt op alle fronten voor. Met name in overkoepelende organisaties zoals brancheverenigingen, waarin met name kleinere ondernemingen hun krachten bundelen, komen de voordelen van samenwerking het meest tot uitdrukking. De autobranche is inmiddels zo'n organisatie rijker. Het gaat om de organisatie VASS, wat staat voor "verenigde autobedrijven samen sterk". Het voelt voor mij als advocaat als een hele eer om met VASS te mogen samenwerken.

VASS is een initiatief van Mirjam van der Rijt. Samen met haar echtgenoot John van der Rijt is Mirjam aan dit initiatief begonnen. Gezamenlijk hebben zij een autobedrijf en ook zij liepen tegen veel zaken aan waar individuele autobedrijven tegenaan lopen. Zo dienen binnen een bedrijf veel zaken geregeld worden, waar veel tijd in gaat zitten en dat gaat natuurlijk ten koste van de corebusiness en waar je het als ondernemer in de autobranche voor doet: het verkopen en repareren van auto's!

VASS zet zich er als collectief voor autobedrijven voor in om het voor aangesloten autobedrijven makkelijker te maken. Denk aan het regelen van vraagstukken rondom accountancy, import en export van auto's, maar bijvoorbeeld ook het als collectief uitonderhandelen van een goede en met name "betaalbare" garageverzekering. Juist daar zit de kracht van samenwerking. In de onderhandelingen kan je gezamenlijk een vuist maken en natuurlijk veel betere voorwaarden uitonderhandelen dan wanneer je als individuele ondernemer onderhandelingen met een grote verzekeringsmaatschappij moet voeren. Mocht dat laatste al gebeuren. Vaak is het dan een kwestie van "tekenen bij het kruisje" en "take it, or leave it!".

Juridische vraagbaak
Ik kwam als automotive advocaat bij VASS in beeld toen VASS op zoek ging naar een juridische vraagbaak voor haar leden. Als automotive advocaat weet ik tegen welke problemen autobedrijven aan kunnen lopen. De keuze werd dus snel gemaakt om de handen ineen te slaan. De leden van VASS kunnen met juridische vragen bij Binnema Advocatuur terecht. Denk aan vragen en problemen rondom contracten. Wat is bijvoorbeeld je positie als autobedrijf wanneer je een auto verkoopt en de klant meent dat er gebreken zijn? Wat moet er gebeuren om je geld te incasseren wanneer een klant niet betaalt? En is het mogelijk dergelijke situaties te voorkomen door goede contracten op te stellen en algemene voorwaarden te hanteren? Tegen dergelijke vragen lopen de meeste ondernemers aan.

De leden van VASS kunnen met deze vragen nu terecht bij Binnema Advocatuur. Bijkomend voordeel is dat de leden daarbij ook nog een speciaal ledenvoordeel wordt geboden. Met name kleine en middelgrote ondernemers doen er verstandig aan hun krachten te bundelen door lid te worden van brancheverenigingen. VASS is daarmee een aanwinst voor de gehele autobranche en met name voor de kleine en middelgrote bedrijven. Het is een uitkomst voor alle individuele autobedrijven die zich bij haar aansluiten.

Ik hoop hieraan als advocaat mijn steentje bij te kunnen dragen als vraagbaak en vertrouwde adviseur voor alle leden van VASS. Samen sta je sterk!

Tjerk Binnema is advocaat te Leeuwarden en autoliefhebber!
Hij combineert zijn passie voor het recht met zijn passie voor auto's als vaste columnist.

Heeft u een juridische vraag?
Neem dan vrijblijvend contact op met het Advocatenkantoor Binnema Advocatuur te Leeuwarden en bel 058-2030193 of
stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. .
Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl.

Lees meer...

Remedies tegen wanbetalers

Het is een fenomeen van alle tijden en komt overal voor: mensen die hun rekeningen niet betalen. In de autobranche  gebeurt dat natuurlijk ook. Iemand koopt een auto maar betaalt de koopsom niet of laat zijn auto repareren, maar weigert de rekening te betalen. Heel vervelend natuurlijk en absoluut niet zoals het hoort. Maar wat kan je hier als ondernemer tegen doen?

De eerste oplossing is simpel. Vraag om "boter bij de vis". Dit is met name verstandig wanneer je als ondernemer zaken doet met een onbekende. Je weet van tevoren niet wat voor vlees je dan in de kuip hebt. Betaling vooraf voorkomt dat mensen hun rekening achteraf niet betalen. Dit lijkt heel simpel, maar toch komt het heel veel voor dat ondernemers op de pof leveren, met alle consequenties van dien.

De tweede mogelijkheid bouwt voort op de eerste. Het is namelijk ook verstandig om te vragen om een voorschot. In de bouw en de zakelijke dienstverlening is dit heel gebruikelijk. Door de klant al een bedrag te laten aanbetalen, wordt het risico kleiner om later niet (volledig) betaald te worden. Stel dat je een auto verkoopt, maar de levering nog niet plaatsvindt. Dan is het goed alvast een aanbetaling te vragen. Voorafgaand aan de levering maak je als verkoper vaak al kosten om de auto bijvoorbeeld klaar te maken of van een "verse" apk te voorzien. Dan is het fijn dat die kosten worden gedekt door een aanbetaling voor het geval de koper zich later 
terugtrekt. Anders blijf je vaak zelf met de kosten zitten.

Een andere tip is het bij de verkoop van een auto het bedingen van een "eigendomsvoorbehoud". Dat kan door een speciale bepaling in de koopovereenkomst op te nemen of bijvoorbeeld in de algemene voorwaarden. Zo'n beding brengt mee dat de koper van een auto pas eigenaar wordt zodra hij alle betalingstermijnen heeft voldaan. Tot die tijd blijf je als verkoper eigenaar van de auto. Wordt er  uiteindelijk niet (volledig) betaald, dan kan je de eigendom dus opeisen en sta je niet met lege handen. De ondernemers die zich  toeleggen op de reparatie van auto's hebben vaak een sterk middel in handen waar zij zich niet altijd van bewust zijn.
Strikt genomen hoef je namelijk pas de auto na een uitgevoerde reparatie aan de klant af te geven als er voor de reparatie is betaald. Dat raad ik al mijn klanten aan om te doen. Met name als het gaat om onbekende klanten die voor de eerste keer langskomen. Als zij wegrijden zonder te betalen en kwaad in de zin hebben en niet betalen, wordt het een heel getouwtrek om het geld daarna terug te krijgen. Vraag daarom om betaling voordat je de auto afgeeft. Als de klant dat niet wil, ben je als ondernemer niet verplicht de auto af te geven. Als  ondernemer heb je dan namelijk het recht om de auto onder je te houden.
Dat sterke recht heet het "retentierecht".

Een prachtig recht waar je als ondernemer je voordeel mee kan doen. Als ondernemer is het dus verstandig je ervan bewust te zijn dat er een reëel risico is dat klanten niet altijd (op tijd) betalen. Dat geldt uiteraard ook als ondernemer in de autobranche. Ik ben als  advocaat vaak betrokken bij incassogeschillen waar het gaat om dit soort problemen en zie vaak dat veel problemen vooraf voorkomen hadden kunnen worden. Voorkom dit risico dus door vooraf de zaken goed te regelen. Ik hoop dat ik je in het voorgaande wat tips heb gegeven.

Mocht je hierover nog een vraag hebben? Schroom dan niet en neem gerust eens contact met mij op! Tjerk Binnema is advocaat te Leeuwarden en autoliefhebber! Hij combineert zijn passie voor het recht met zijn passie voor auto's als vaste columnist. Heeft u een juridische vraag? Neem dan vrijblijvend contact op met het Advocatenkantoor Binnema Advocatuur te Leeuwarden en bel 058-2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  

Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

Consumentenbescherming: hoe ga je er mee om?

In een eerdere column heb ik al eens geschreven over consumentenbescherming bij de verkoop van een occasion. In het kort komt consumentenbescherming erop neer dat een koper er als uitgangspunt altijd vanuit mag gaan dat de gekochte auto op een normale en veilige wijze als auto gebruikt kan worden. Wanneer een gebrek zich binnen zes maanden na aankoop voordoet, wordt volgens de wet vermoed dat het gebrek ten tijde van de koop aanwezig was. De koper staat dan met 1-0 voor en de verkoper zal moeten aantonen dat het gebrek pas na levering is ontstaan. Consumenten worden dus enorm beschermd. Hoe ga je hier als ondernemer mee om? 

Door op de verkoopfactuur te schrijven dat de auto wordt gekocht "zoals gezien en gereden" wordt deze bescherming niet beperkt. Wanneer de professionele verkoper dus een auto verkoopt zonder garantie, kan de koper soms toch aanspraak maken op herstel of schadevergoeding in geval van gebreken. Als de motor na een dag rijden kapot gaat of de remmen het begeven, zal de koper daarna in de meeste gevallen bij de verkoper aan kunnen kloppen. Toch is het wel mogelijk de consumentenbescherming te beperken en haar werking af te zwakken.

Hoe ver consumentenbescherming gaat wordt namelijk ingevuld door de verwachtingen die de koper van de auto mag hebben. De  verwachtingen die een koper mag hebben worden bepaald door de prijs van de auto, het merk en type auto, het bedrijf waar de auto wordt gekocht en de mededelingen van de verkoper. Van een auto van een jaar oud, gekocht bij de lokale dealer, mag je een  hoge verwachting hebben. Van een auto zonder kenteken en keuring en ook nog eens met schade, mag je als consument niet verwachten dat je met die auto veilig deel kunt nemen aan het verkeer. Dit zijn natuurlijk uitersten en het zal er in de regel wat  tussenin liggen.

Welke bescherming een consument in een specifiek geval heeft, is dus afhankelijk van alle omstandigheden die bij de koop spelen. Een verkoper doet er verstandig aan rekening te houden met deze consumentenbescherming bij de verkoop van  tweedehands auto's. Om het risico te voorkomen dat je als ondernemer met consumentenbescherming wordt geconfronteerd, adviseer ik altijd duidelijk te zijn naar de klant en bijvoorbeeld de staat van de auto goed op de koopovereenkomst te vermelden. Wanneer het bekend is dat een auto een bepaald mankement heeft, doe je er ook goed aan dat aan de koper te melden en ook op papier te zetten. De verwachtingen van de consument worden daardoor ingekleurd en de werking van de consumentenbescherming
beperkt.

Het is ook raadzaam goede algemene voorwaarden te hanteren. Het is niet zo dat daarin alle consumentenbescherming uitgesloten kan worden en alle problemen uit de wereld zijn, maar het is wel mogelijk om daarin de werking van de consumentenbescherming af te zwakken. Let wel, een algemene bepaling, zoals de veel geziene tekst "zoals gezien en gereden", is daarvoor onvoldoende.

Tjerk Binnema is advocaat te Leeuwarden en autoliefhebber!
Hij combineert zijn passie voor het recht met zijn passie voor auto's als vaste columnist.
Heeft u een juridische vraag?
Neem dan vrijblijvend contact op met het Advocatenkantoor Binnema Advocatuur te Leeuwarden
en bel 058-2030193 of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  
Kijk voor meer informatie op:
www.binnema-advocatuur.nl 

Lees meer...

Het belang van een schriftelijk contract!

Afspraken zijn er om na te komen. Als je met iemand iets afspreekt, wil je dat diegene doet wat hij toezegt. "Een man een man, een woord een woord" is een spreekwoord dat dit treffend omschrijft. Dat geldt natuurlijk ook voor de autobranche waarin vaak  afspraken worden gemaakt met een groot financieel belang. Een juridische 'overeenkomst', zoals bijvoorbeeld een  koopovereenkomst of een geldlening, is ook een afspraak. In juridisch jargon spreekt men van een 'meerzijdige rechtshandeling'.  Twee of meer partijen maken dan afspraken met elkaar die voor één of meer van die partijen rechten of verplichtingen in het leven  roepen. Juristen spreken dan van 'verbintenissen'. Zo'n 'overeenkomst' ben je verplicht na te komen. Denk maar aan de  verplichtingen uit een dealercontract of koopovereenkomst met een klant. Doe je dat niet dan riskeer je een procedure bij de rechtbank. In de klassieke oudheid hanteerde men dit uitgangspunt al middels het Latijnse adagium "Pacta servanda sunt", oftewel "Overeenkomsten zijn bindend". Maar hoe zorg je er nu voor dat die afspraken in overeenkomsten goed vast komen te liggen? Als je je ergens toe verplicht, wil je immers wel weten waartoe. 

Voor dat doel maken mensen schriftelijke contracten. In de wet wordt gesproken van 'akten'. In beginsel is het niet verplicht een overeenkomst schriftelijk vast te leggen. Zo is een mondeling gesloten koop van een occasion via de telefoon net zo goed een overeenkomst als een in veelvoud opgemaakte dealerovereenkomst die is vastgelegd in een notariële akte. Een overeenkomst kan zogezegd 'vormvrij' tot stand komen. Maar desalniettemin verdient het naar mijn mening wel de voorkeur om overeenkomsten op papier te zetten en te ondertekenen. Dan heb je namelijk bewijs in handen van de gemaakte afspraken. Zolang de verhouding met je contractspartij goed is, zullen er omtrent de overeenkomst geen problemen ontstaan. 
Maar wat als de relatie verslechtert? Dan kan je er vergif op innemen dat er problemen ontstaan wanneer de overeenkomst niet schriftelijk is vastgelegd. Dan loont het zeker wel de moeite om dit zelf goed op papier te zetten of, bij grotere contracten met grote belangen, om er wat geld voor uit te trekken om dit door een advocaat of notaris te laten doen of te laten beoordelen.

Nederland heeft overigens wel een cultuur waarin alles juridisch vastgelegd wordt. Wellicht niet zo sterk als in de Verenigde Staten, maar als je in bepaalde Oosterse culturen kijkt, zie je dat het daar veel minder gebruikelijk is om overeenkomsten schriftelijk vast te leggen. Iemands "woord" is daar kennelijk nog meer waard dan in onze Westerse samenleving. In de Westerse samenleving komt het in zakelijke verhoudingen zelfs geregeld voor dat er tussen partijen een overeenkomst wordt gesloten waarin de afspraken worden vastgelegd omtrent de wijze waarop zij zich gaan inspannen om tot een definitieve overeenkomst te komen en hoe zo'n 
overeenkomst er uit moet komen te zien.

In Nederland spreekt men dan van een 'intentie-overeenkomst', maar vaker hoor je de term 'Letter of intent' of kortweg 'LOI'. Ondanks dat het natuurlijk gewoon een kwestie van "goed fatsoen" is om afspraken na te komen, adviseer ik wel overeenkomsten altijd schriftelijk vast te leggen. Dan heb je namelijk bewijs in handen. Iets om op terug te vallen als dat nodig mocht zijn. Als de afspraken op papier staan, kan je contractspartner bij hoog en bij laag iets anders roepen, maar de rechter zal als uitgangspunt toch echt uitgaan van de afspraken die op papier staan. Ik ben er daarom een groot voorstander van dat mensen hun overeenkomsten schriftelijk goed vastleggen. 

Hoe dan ook adviseer ik iedereen die belangrijke afspraken maakt en overeenkomsten sluit om dit schriftelijk vast te leggen in een contract. Als advocaat komen mijn cliënten immers vaak pas bij mij als de verhoudingen tussen de contractspartijen al zijn verslechterd. Dat is het moment dat de overeengekomen afspraken niet meer worden nagekomen, maar dat moet worden afgedwongen bij de rechter. Dan zie je ook vaak dat de beide contractspartners ineens een heel ander idee hebben over wat zij in het verleden hebben afgesproken. Voorkom zo'n situatie!
Het is wel zo fijn dat de overeenkomst dan goed op papier staat. Dan sta je namelijk een stuk sterker in een gerechtelijke procedure en onthoud daarbij goed: Inkt liegt niet!

Mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Hij deelt zijn juridische kennis graag met anderen.
Heeft u een juridische vraag, of weet u een interessant onderwerp voor een column?

Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Of kijk eens op: www.binnema-advocatuur.nl

Binnema-VK 002-1 

Lees meer...

Samenwerking in de autobranche

Ondernemers werken graag samen. Ondernemers in de autobranche vormen daarop geen uitzondering. Samenwerking zie je op alle fronten voorkomen. Op hele grote schaal, denk maar aan de grote autofabrikanten die elkaar in het verleden veelvuldig overnamen om door die wijze van samenwerking hun marktaandeel te vergroten. Maar ook de garage op de hoek werkt samen met andere ondernemers. Denk maar eens aan het gezamenlijk opkopen van een partij auto's of bijvoorbeeld de langdurige relatie die is opgebouwd met een onderdelenleverancier. Samen sta je sterk! Dat geldt ook bij ondernemen en elke ondernemer zal daarom samenwerken met anderen. Toch is het goed eens stil te staan bij de juridische kant van de zaak. Samenwerking is vanuit  commercieel oogpunt interessant, maar het moet juridisch wel goed zijn afgedicht om risico's te voorkomen.

De meest vergaande vorm van samenwerking doet zich voor wanneer twee bedrijven juridisch één bedrijf worden. Bijvoorbeeld als gevolg van een fusie of overname. In zo'n situatie zal één van beide bedrijven opgaan in het andere bedrijf. Als het verdwijnende
bedrijf een eenmanszaak is, zal daaraan een zogenaamde "activa passiva transactie" ten grondslag liggen. Kort gezegd, neemt het ene bedrijf dan de vermogensbestanddelen van het andere bedrijf over op basis van een overeenkomst.

Als het om rechtspersonen gaat, meestal een BV, kan er ook gekozen worden voor een juridische fusie. In zo'n geval gaat het  gehele vermogen door de fusie over. Eén van de twee rechtspersonen houdt daardoor op te bestaan. In beide gevallen moet er echter voor gezorgd worden dat de overnemende partij goed onderzoekt wat hij overneemt, het zogenaamde "due diligence–onderzoek". Zodoende wordt voorkomen dat men een kat in de zak koopt en er later lijken uit de kast komen. Ondernemers kunnen er natuurlijk ook voor kiezen naast hun bestaande bedrijf een nieuw bedrijf op te richten. Dat kan bijv. door gezamenlijk een BV op
te richten waar iedere samenwerkingspartner dan aandelen in heeft. Vanuit fiscaal oogpunt wordt er ook wel eens voor gekozen om te gaan samenwerken in een vennootschap onder firma, beter bekend als de "v.o.f.". Fiscaal biedt dat voordelen, maar de  deelnemers in een v.o.f. zijn wel hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de v.o.f.

Als er gekozen wordt voor een BV speelt dat risico, behoudens bestuurdersaansprakelijkheid – waar ik in een eerdere column al eens over schreef –, niet. Dat kan dus reden zijn om voor een BV te kiezen. Bij voornoemde vormen van samenwerking gaan de  samenwerkende partners echt samen een bedrijf vormen. Samenwerking komt echter veel vaker voor in een losser verband. Denk aan de afspraken die ondernemers maken over inkoop van onderdelen. Of bijvoorbeeld afspraken die je maakt met andere bedrijven over de inkoop van auto's of wanneer een bedrijf reparaties op bestendige basis uitbesteedt aan een ander bedrijf. Vaak zal het gaan om afspraken die ad hoc gemaakt worden, maar wel een terugkerend karakter kunnen hebben. Soms wordt die samenwerking zo sterk dat het dan nodig is om een meer omvattende en soort overkoepelende overeenkomst te sluiten. Het meest bekende
voorbeeld in de autobranche hiervan is denk ik wel het dealercontract dat veel dealers sluiten. Dit is bij uitstek een vorm van samenwerking. Bij deze vorm van samenwerking wordt een keten gevormd, waarbij de producent de auto's maakt, de dealerbedrijven verkopen en daar tussenin zit dan nog een distributeur. Al deze bedrijven werken samen met het doel hetzelfde product uiteindelijk aan de man te brengen. Allemaal op basis van overeenkomsten, waarin vanzelfsprekend goede afspraken moeten
worden gemaakt. Met name bij deze "contractuele" vorm van samenwerken liggen gevaren op de loer. Wat als bijvoorbeeld de samenwerking plotseling eenzijdig beëindigd wordt? Bij samenwerking kan één van beide partijen afhankelijk worden van de andere partij. Met name als de éne partij veel groter of machtiger is dan de andere partij. Denk aan de klassieke verhouding tussen enerzijds merkdealers en anderzijds distributeurs en producenten. Als de samenwerking dan stopt, zal dat drastische gevolgen hebben voor de zwakkere en afhankelijke partij. Daarom is dat een onderwerp om in contractsonderhandelingen zeer zeker rekening mee te houden. Dit is in ieder geval een probleem dat ik bij contractuele samenwerkingsvormen vaak terug zie komen. Ook komt het geregeld voor dat de samenwerking een florerende start maakt, maar de liefde uiteindelijk toch bekoelt. Vaak doordat de in beginsel hoge verwachtingen van de aanstaande samenwerking uiteindelijk toch niet uitkomen. Als op zo'n situatie niet wordt geanticipeerd in het contract, kan dit tot slepende conflicten leiden, waarbij over en weer verwijten worden gemaakt. Het gevolg daarvan zal zijn een weinig productieve, kostbare en nare situatie die veelal uitmondt in een gerechtelijke procedure. 

Kortom: als je kiest voor een samenwerking met een ander bedrijf, zorg dan dat alles wel goed vastligt. Doe goed onderzoek voordat je een ander bedrijf overneemt. Voorkom dat je een kat in de zak koopt of gaat samenwerken met een partner die achteraf tegenvalt. Als de samenwerking minder vergaand is, neemt dat niet weg dat ook bij zo'n contractuele samenwerking aandacht besteed moet worden aan de mogelijke gevolgen daarvan. Voor nu, maar misschien nog wel meer voor de toekomst wanneer de samenwerking achteraf toch niet zo'n goed idee blijkt te zijn!

mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193
Lees meer informatie over samenwerking op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/ondernemingsrecht/

 

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Columnisten Pro

Autodiagnose.eu

april 24, 2022

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 22: Diagnose van een Toyota FJ Cruiser van bouwjaar 2007 Onregelmatige hartslag.... ...

DE NIEUWE WET FRANCHISE

november 15, 2021

DE NIEUWE WET FRANCHISE

In veel branches komt franchising voor. Zo ook in de autobranche. Franchiseorganisaties cr...

Autodiagnose.eu

november 15, 2021

Autodiagnose.eu

Praktijkgeval 21: Diagnose van een Mercedes-Benz E200 van bouwjaar 2006Adem in, adem uit...............

AUTODIAGNOSE.EU

juli 07, 2021

AUTODIAGNOSE.EU

Praktijkgeval 20: Diagnose van een Mazda MX5 met motorcode B6D van bouwjaar 2001 Een simpel systeem...

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

juli 07, 2021

Nieuwe wetgeving tegen tellerfraude

Het is iets waar elke ondernemer in de autobranche vast wel eens tegen aan is gelopen: een auto...

Gevaccineerd en nu?

maart 16, 2021

Gevaccineerd en nu?

Wie gevaccineerd is met een coronavaccin, kan toch nog Corona krijgen.. Een verpleger in Amerik...