Ruim twee keer zoveel opgevoerde (snor)scooters van de weg gehaald door verscherpte handhaving
- Gepubliceerd in Autonieuws
Sinds 1 juli 2014 worden snorfietsers die de maximumsnelheid overtreden sneller van de weg gehaald. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) registreerde in augustus 836 zogenoemde WOK-statussen (‘Wachten op Keuren’) ten opzichte van 359 in dezelfde maand vorig jaar. Pas wanneer een snorfiets opnieuw is gekeurd en voldoet aan de eisen, wordt de status opgeheven en mag de snorfiets de weg weer op. De aangescherpte regels hebben dus direct effect en andere, draconische en ondoordachte maatregelen moeten nu van tafel, aldus de Stichting Scooterbelang namens de goedwillende snorfietsers.
De maximale constructiesnelheid voor een snorfiets bedraagt 25 km/u, waarop fabrikanten een wettelijke tolerantie van 4 km/u hebben. Indien op een rollenbank, na correctie, een maximale snelheid van meer dan 29 km/u wordt gemeten, ontvangt de bestuurder direct een boete van minimaal 60 euro en krijgt het voertuig de WOK-status toebedeeld. Pas wanneer een herkeuring van de snorfiets bij een RDW-station à 64 euro heeft plaatsgevonden, mag de snorfietser het voertuig weer op de openbare weg gebruiken.
Deze aangescherpte handhavingsregels hebben direct een merkbaar effect, op straat maar ook voor de scooterbranche. Leon Post van Pepe Parts, groothandel in scooteronderdelen: “Wij merken sinds 1 juli dat er vanuit geheel Nederland bij scooterwinkels een sterk toegenomen vraag is naar onderdelen die vooral bedoeld zijn om scooters terug te brengen naar de originele constructiesnelheid. Rekenen we de onderdelenbestellingen terug naar scooters, dan gaat het om honderden scooters. De extra handhaving sinds 1 juli heeft dus direct effect.” Dit wordt erkend door de scooterwinkels die een toename van bewustzijn zien bij de (snor)scooterrijders betreffende de constructiesnelheid van hun (snor)scooter.
Mike Beumer, eigenaar van één van de oudste Amsterdamse scooterzaken: “Wij krijgen hier sinds begin juli dagelijks mensen aan de balie die willen laten checken of hun scooter niet te hard loopt. Het is dus druk in de werkplaats met controle en aanpassingen. Veel scooters worden tweedehands gekocht via bijvoorbeeld Marktplaats en dan is er vaak niet duidelijk of de scooter ooit is opgevoerd. De strengere controles maken mensen bewust van de maximale constructiesnelheid. De gemeente Amsterdam heeft echter nooit een prioriteit gemaakt van handhaven en dat is een gemiste kans.”
Stichting Scooterbelang juicht de huidige strengere toepassing van de regelgeving toe. Voorzitter Remas Haverkamp: “De nieuwe regels van Minister Opstelten blijken te werken. Handhaving is dus een goede oplossing. Amsterdam lijkt dit volledig te negeren. Na jarenlang de problematiek op het fietspad te hebben genegeerd, schuift de Gemeente Amsterdam de schuld nu voor 100% door richting de scooterrijder. De politieke druk is zo sterk geweest dat de Minister van I&M overstag is gegaan. Dit is naar onze mening onterecht, ondoordacht en onveilig. Doordat de Gemeente Amsterdam geen capaciteit wil vrijmaken voor het aanpakken van overtredingen door Fietsers en Scooterrijders is er een gedoogcultuur ontstaan in de stad. Wij zijn dan ook blij dat nu eindelijk het misbruik van de snorscootercategorie door berijders die met een opgevoerde scooter op het fietspad rijden wordt aangepast. De resultaten van de nieuwe regelgeving sinds 1 juli 2014 zijn bemoedigend. Dit voedt ook de gedachte dat de behandeling op 9 oktober van het voorstel van Minister van I&M om snorfietsers met 25 km/u naar de hoofdrijbaan te verplaatsen, te voorbarig en onnodig is. Laten we eerst een periode kijken naar de resultaten van de nieuwe regelgeving op het gebied van handhaving op opgevoerde scooters en vervolgens op basis van feiten, in plaats van negatief sentiment ten opzichte van scooter, bijsturen. Saillant detail is dat de Gemeente Amsterdam in haar brief aan de Minister van I&M stellig aangeeft dat zij alles gedaan heeft om te handhaven tegen scooteroverlast. In antwoord op vragen van de Rai Vereniging geeft de Gemeente Amsterdam aan geen idee te hebben hoe die handhaving heeft plaatsgevonden, anders dan een schatting van het aantal uren. De resultaten en daarmee het effect van deze handhaving kan de Gemeente Amsterdam desgevraagd niet noemen. In haar haast om de scooter te verdrijven is dit op zijn minst een onzorgvuldige werkwijze te noemen. Ik durf het ook te kwalificeren als een opzettelijk verkeerde voorstelling van feiten.”
De Stichting Scooterbelang blijft zich dan ook verzetten tegen het wetsvoorstel om gemeenten de mogelijkheid te geven om lokaal de snorfiets met 25 km/u naar de hoofdrijbaan te verplaatsen waar 50 km/u wordt gereden door overig verkeer. Nogmaals Remas Haverkamp: “We moeten oppassen dat er niet met het huidige negatieve sentiment ten opzichte van scooterrijders, kritiekloos nieuwe wetten of regels worden aangenomen die gaan zorgen voor scooterslachtoffers op de rijbaan. Laten we nu eerst kijken hoe de scherpere handhaving op opgevoerde (snor)scooters uitpakt voordat wij het leven van mensen in de waagschaal gaan stellen. Handhaving heeft een effect op gedrag, laten we daarmee beginnen voordat we ondoordachte en gevaarlijke experimenten als Snorfietsen op de Hoofdrijbaan gaan uithalen.”